VDR-voorzitter Reintjes bij afscheid:
'De Vereniging leeft meer dan
ooit, zij
bruist van
leven!'
De prachtige, als altijd
gastvrije, Flevohof is er
getuige van geweest! Van
heinde en ver stroomden op
29 april de leden van de
Vereniging van Directeuren
van Rabobanken toe voor
hun ledenvergadering.
Zeshonderd in getal, de helft
vergezeld van hun dames.
De hof beleefde die dag een
echte Rabo-manifestatie.
Vice-voorzitter Gras zei het
samenvattend in zijn
openingswoord: 'Het wordt
een dag van terugblikken en
vooruitkijken.' Voor het
eerste was het afscheid van
Reintjes dé aanleiding. Gras
haalde hem naar voren:
'Veertien jaar vooraanstaan
en zijn nek uitsteken,
weloverwogen, soms ook -
'als het moet,' zoals hij zelf
zegt - provocerend.'
Voor de heer Mertens, sprekend
als voorzitter van de Raad van Be
heer, was Reintjes de man die
sterk voor de belangen van de directeu
ren op kwam, maar tegelijk tevens het be
lang van de totale organisatie in het oog
hield. Met Reintjes had je wel eens verschil
van mening, maar nooit conflicten. Mer
tens' ervaring met Reintjes: 'Kritisch maar
altijd constructief, een weldadig gevoel
voor humor en altijd goed voorbereid op de
besprekingen. Vasthoudend, nuchter en
wijs,' zei Mertens. 'Namens de centrale
bank dank en groot respect voor de onder
vonden samenwerking!'
Maar eerst was er de door Gras genoemde
vooruitblik. Deze nam de heer Lardinois
voor zijn rekening. Een sprankelende toe
spraak, die Lardinois gelegenheid gaf op
tal van actuele en voor de toekomst be
langrijke onderwerpen in te gaan. Lardi
nois deed dat met kennelijke vrijmoedig
heid, want zo zei hij: 'Ik spreek nu eens voor
een besloten kring, ik kan me in uw situatie
inleven en weet dat u de mensen bent, die
wat voor verschillen er ook tussen uw ban
ken mogen bestaan, de kastanjes uit het
vuur moeten halen.' Hij liet haast stuk voor
stuk zien waar die kastanjes de komende
tijd in dat vuur liggen, maar gaf ook aan
hoe we ze eruit zullen kunnen halen. 'De
onzekerheden van deze tijd zijn vele, maar
als Rabomensen zullen we die als positieve
en constructieve uitdagingen tegemoet
treden.'
Die inhoudrijke rede van Lardinois was,
juist door het vertrouwelijke karakter er
van, op zichzelf reeds een hommage aan
de plaats, die de VDR zich onder ons heeft
verworven. Gelachen is er ook, vooral toen
Lardinois in het vuur van zijn betoog zijn
eigen centrale bank de kritiek niet spaar
de: 'Als een aangesloten bank de centrale
bank belt, moeten ze iemand aan de lijn
krijgen, die enig benul heeft waar hij over
praat!'. De honderden directeuren gaven
daarvoor spontaan een open doekje.
Hoogtepunt van de dag was de afscheids
rede van Reintjes en de hulde, die hij in de
vorm van toespraken en gelukwensen in
ontvangst mocht nemen. Hoevele handen
heeft hij op de receptie geschud!
In een bijzonder aardige, geestige speech
stipte Reintjes op zijn eigen wijze een paar
hoofdpunten aan. Dat betekende dat hij
ook openhartig zijn persoonlijke betrok
kenheid en gevoelens liet meespreken, bij
voorbeeld: 'De fusietijd en de daaruit
voortkomende vriendschappen ervaar ik
tot de dag van vandaag als één van de fijn
ste en meest waardevolle ervaringen uit
mijn carrière.'
Maar Reintjes had ook een paar dingen
over zijn vereniging te zeggen. De onder
linge verhouding tussen de vereniging en
de leiding van de organisatie is goed. De
VDR ontmoet erkenning en waardering, al
is het nog niet helemaal gelukt de scepsis,
die soms bij bestuurders van aangesloten
banken ten opzichte van de VDR bestaat,
geheel weg te nemen. Toch ben ik tevre
den, zegt Reintjes, maar ik weet ook: klaar
ben je nooit.
Hij memoreerde met voldoening, dat de
vereniging op bancairterrein tot een regel
matige gesprekspartner is geworden bin
nen de organisatie. Dat heeft, aldus Rein
tjes, alles te maken met begrip voor en ver
trouwen in elkaar. 'Soms waren er tegen
stellingen, maar het onderling respect is er
alleen maar door toegenomen.'
De rechtspositie van de directeuren ligt
Reintjes, naar eigen woorden, na aan het
hart. Binnen de VDR is daarover dediscus-
sie op gang gekomen. 'Niet genoeg kan ik
benadrukken, dat het ons daarbij niet gaat
om verschuiving van bevoegdheden en
macht, om uitschakeling van het bestuur
of terugdringing daarvan.' Reintjes roept
zijn gehoor op te voorkomen, dat die dis
cussie een geïsoleerde zou worden, zich te
eng tot de functie van directeur zou beper
ken. 'Want als professioneel manager
draagt de directeur medeverantwoorde
lijkheid, niet alleen voor het reilen en zeilen
van de Rabobankorganisatie, maar ook
voor het initiëren van de beleidsuitgangs
punten en het voorbereiden van het be
leid.'
Opmerkelijk was wat Reintjes over de aard
van onze banken opmerkte. Hij wil die ook
als coöperatieve vereniging serieus ne
men. 'Als er op een algemene vergadering
van onze banken maar enkelen van de hon
derden leden aanwezig zijn, kunnen we dat
als directeuren best gemakkelijk vinden.
Maar het is geen goede zaak! Daar zullen
we met z'n allen wat aan moeten doen. En
met die allen, bedoel ik de hele Rabobank
organisatie.'
Reintjes wees op de moeilijke omstandig
heden waaronder een toenemend aantal
van zijn collega's blijkt te werken. Wie
Reintjes kent, weet dat dit hem altijd zeer
ter harte is gegaan. Het belangrijkste voor
hem is en blijft: hoe gaan we met elkaar
om. Loopbaanplanning, carrièrelijn en
doorstroming kunnen op basis van een
goed met elkaar omgaan, uitkomst bieden.
Vooral als we de loopbanen de capacitei
tencurve laten volgen. Die curve loopt ech
ter niet altijd omhoog en bij de doorstro
ming hoeft dat ook niet.
Mr. Kelleter, de opvolger van Reintjes,
heeft een levenskrachtige club overgeno
men. 'Het lied van de vereniging zal niet
veranderen, hoogstens zal de toonzetting
zich hier en daar wat wijzigen.' Dat laatste
is begrijpelijk, want Kelleter zal net als
Reintjes zijn eigen stijl meebrengen. Maar
de medaille, die iedere directeur draagt
blijft dezelfde. Volgens Lardinois een me
daille met twee kanten: want zowel met de
positieve als de negatieve kanten van het
vak komt de directeur in aanraking, als ver
trouwensman én als werkgever. 'Maar,' zei
Lardinois, 'het is wel een medaille, die
waard is om voor te vechten en waard is
om te dragen!'
Reintjes beweerde na al die jaren van in
tensieve betrokkenheid bij de VDR even
het gevoel te hebben, als zou hij na de Fle
vohof met de VUT gaan. Dat zal hem nog
wel tegenvallen, want hij houdt genoeg
omhanden. Hij is en blijft immers directeur.
Maar wij hopen, dat hij deze zomer dank zij
het ontvangen afscheidscadeau met zijn
vrouw een mooie reis naar zijn favoriete
land Indonesië zal maken! JRH