at ons bezighoudt... B Wob Wob anken in het brandpunt Samenwerken bij o n twikke/ingsh ulp Betalingsverkeer als bankprodukt De banken in ons land staan al geruime tijd in het brandpunt van de belangstelling. Dat is begrijpelijk, want er is in de recente jaren nogal wat gebeurd in de financiële wereld. Er waren enkele kleine bankinstellingen die zodanig in de knel raakten, dat een verder voortbestaan niet meer mogelijk was. Zo verdween de Amsterdam American Bank van het toneel, moesten de problemen bij de Rijnlandse Disconto Bank en de Friesch-Hollandsche Hypotheekbank wor den opgevangen door overname en werd voor de Tilburgsche Hypotheekbank de zo genaamde noodregeling van toepassing. De hypotheekbanken werden wel bijzon der zwaar getroffen door de economische malaise. Naast de reeds genoemde instel lingen waren er twee grote hypotheekban ken die op ernstige problemen stuitten en een vermogensinjectie nodig hadden. Het ergste leed lijkt inmiddels geleden, zodat nu alle aandacht weer kan worden gericht op verbetering van de rendementssituatie. Rentabiliteit is nu meer dan ooit van le vensbelang voor een gezond bankwezen. Het onlangs gepubliceerde jaarverslag van de Nederlandsche Bank heeft daar nog eens nadrukkelijk op gewezen. Dat geldt niet alleen voorde hypotheekbanken, maar zeker ook voor de algemene banken en de Rabobankorganisatie. Deze instellingen hebben de voorbije jaren flinke stroppen te verwerken gekregen. Daarom moesten ex plosief stijgende toevoegingen aan de stroppenpot, de zogenaamde VAR, wor den gedaan. 'De klappen die het gezamen lijke bankwezen heeft moeten incasseren in de vorm van het treffen van voorzienin gen voor debiteurenverliezen gaan de laat ste jaren uit boven de individueel gerichte steun, die de overheid langs verschillende wegen aan het noodlijdende bedrijfsleven verstrekte,' schrijft dr. Duisenberg in het genoemde jaarverslag. Omdat de dotaties aan de VAR exorbitant hoge niveaus bereikten, heeft het bruto winvermogen van de banken een extra ac cent gekregen. Door de invloed van de VAR-toevoegingen stond de nettowinst bij de meeste banken onder (sterke) druk. De geluiden dat het bankwezen te veel winst zou maken, zijn dan ook volledig verstomd. Ten einde een toereikend brutoresultaat te behalen, zijn de speerpunten in het beleid van de banken momenteel gericht op het vergroten van de opbrengsten en het be heersen van de kosten. Dergelijke maatre gelen zijn geboden om de rendementssi tuatie van de banken te verbeteren en hun weerstandsvermogen op peil te houden. 'Dit zal de banken niet geliefder maken,' al dus Dr. Duisenberg, 'maar zonder een ge zond bankwezen geen duurzaam econo misch herstel en zonder bedoelde maatre gelen geen gezond bankwezen op de lan gere termijn.' Wij zeggen dit dr. Duisen berg graag volmondig na. Vele landen van de Derde Wereld zijn reeds tientallen jaren bezig een ontwikke lingsproces op gang te brengen. Veel hin der en vertraging wordt daarbij momenteel ondervonden van de slechte economische situatie in de geïndustrialiseerde landen. Toch blijft de steun die de derde wereld landen voor hun ontwikkeling vanuit de geïndustrialiseerde landen ontvangen onontbeerlijk. Om hiervoor nog eens heel bijzonder de aandacht te vragen heeft de president van de Wereldbank, de heer T. Clausen, onlangs een reis langs de landen van West-Europa gemaakt. Hij heeft daar bij ook ons land bezocht. Het Nederlandse bedrijfsleven speelt door zijn handels- en investeringsactiviteiten een onmisbare en onvervangbare rol bij het tot ontwikkeling brengen van derde wereldlanden. Veel investeringen, pro- duktontwikkeling, kennisoverdracht, trai ning van lokale mensen en management vinden door Nederlandse ondernemingen vóór en in de ontwikkelingslanden plaats. Het Nederlandse overheidsbeleid op het gebied van de ontwikkelingssamenwer king houdt hiermee de laatste tijd gelukkig duidelijker dan ooit rekening. De huidige minister van Ontwikkelingssa menwerking, mevr. Schoo, heeft deze fun damentele beleidswijziging bij de begro tingsbehandeling - dit voorjaar - in de Tweede Kamerverwoord, door vast te stel len, dat de ontwikkelingssamenwerking zal moeten 'vermaatschappelijken'. Tegen deze achtergrond moet ook de aan dacht, die mevr. Schoo onder meer geeft aan het 'Maritieme-project voor Indonesië' worden gezien. Ook de heer Clausen heeft over dit plan tijdens zijn bezoek aan Neder land gesproken. Wanneer in een hechte samenwerking tus sen de Nederlandse overheid, de Wereld bank en het Nederlandse bedrijfsleven grootschalige projecten, zoals voor Indo nesië, kunnen worden aangepakt, kan veel worden bereikt. Met één gulden van mevr. Schoo kan een veelvoud aan middelen in de richting van ontwikkelingslanden wor den gestuurd, terwijl tegelijkertijd het Ne derlandse bedrijfsleven ten volle kan wor den ingeschakeld. Dat dit een positieve ontwikkeling voor zowel de ontwikkelings landen als voor Nederland kan betekenen is volstrekt duidelijk. Nog niet zolang geleden is door alle ban ken de creditrente op privé-rekeningen met driekwart procent verlaagd. Het is ook geen geheim, dat het betalings verkeer veel geld kost. De service, die de Nederlandse banken in dit opzicht bieden en de aan de cliënt in rekening gebrachte kosten, steken voor de cliënten gunstig af bij de voorwaarden en diensten op beta- lingsgebied bij banken in andere Europese landen en zeker in de Verenigde Staten. In een periode van rentabiliteitsdruk zal door de banken vanzelfsprekend aan de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 2