N 29 - - Handelsbalans agrarische en aardgassector* (fmrd.) ederland neemt dus reeds gerui me tijd in de agrarische wereld niet alleen in de produktiesfeer, maar ook 1970 1975 1980 1981 1982 in de handelssfeer. Vanaf 1981 is Neder agr. gas agr. gas agr. gas agr. gas agr. gas land vóór Frankrijk en na de Verenigde Sta Uitvoer 11,7 0,7 22,2 4,2 33,8 10,9 41,1 15,1 42,8 14,4 ten het tweede agrarisch exporterende Invoer 8.4 15,9 25,8 1,2 28,1 2,4 29,8 2,5 land ter wereld. Van sommige produkten. Saldo 3,3 0,7 6,3 4,2 8,0 9,7 13,0 12,7 13,0 11,9 waaronder bloemen, zuivelprodukten, eie ren en varkensvlees, is Nederland zelfs de grootste exporteur ter wereld. Wat de in voer van agrarische produkten betreft, be hoort het ook tot één van de grootste im porteurs van de wereld. Het aandeel van agrarische produkten in de totale uitvoerwaarde van Nederland is in de periode 1950-1970 sterk gedaald, namelijk van 45 tot circa 25 procent. Dit werd vooral veroorzaakt door de opkomst Tabel 1 inclusief overig gas tig. In 1 951 vond voor het eerst de toepas sing van aardgas als energiedrager voor huishoudelijk en industrieel gebruik plaats. Voordien was aardgas bekend als een las tig en waardeloos bijprodukt van de olie winning. Als gevolg van de ontdekking van een reusachtig aardgasveld bij Slochteren in de provincie Groningen in 1959 onder ging de Nederlandse energiepositie een uw, aardgas en substitutie van onder meer aardgas door andere energiedragers zoals steenkool. De sterke stijging van de olieprijzen en de daaraan gekoppelde aardgasprijzen speel de daarbij een belangrijke rol. Deze ontwikkelingen leidden tot een scherpe daling van het uitvoervolume van aardgas in 1982, namelijk met circa 20 procent. Dank zij een vrij forse prijsstijging, onder meer door de stijging van de dollar koers, bleef de daling van de uitvoerwaar de nog aan de bescheiden kant (f 0,7 mil jard). De invoer bleef daarentegen op peil. Bijdrage handelsbalans Het saldo van de agrarische handelsbalans betalingsbalans nader bekeken van de industriële export. Daarna bleef dit aandeel rond de 25 procent gehandhaafd. In absolute zin is echter zowel de in- als de uitvoerwaarde van agrarische produkten sterk gegroeid. Zo nam de uitvoerwaarde van agrarische produkten in de periode 1 970-1 982 toe van circa f 12 miljard tot bijna f 43 miljard, terwijl de invoerwaarde in die periode steeg van ruim f 8 miljard tot bijna f 30 miljard (tabel 1 Bij deze ontwikkeling heeft het Europese landbouwbeleid, dat in 1962 tot stand kwam, een grote rol gespeeld. Voor Neder land betekende het ontstaan van een ge meenschappelijke vrije markt voor agrari sche produkten, dat het in staat werd ge steld op de markten van de lidstaten te concurreren met het aanbod van de in heemse producenten tegen nagenoeg ge lijke prijscondities. Dit resulteerde dan ook vanwege de grote concurrentiekracht in een enorme expansie van de agrarische produktie en van de export. Circa 60 pro cent van onze agrarische produktie wordt uitgevoerd, terwijl ongeveer 35 procent van de grondstoffen voor de voedingsmid delenindustrie moet worden geïmpor teerd. Aardgas De opkomst van het aardgas in de Neder landse economie dateert van de jaren vijf- totale omwenteling. Niet alleen werd aard gas in de loop der jaren de belangrijkste energiedrager van Nederland, maar ook ging de export daarvan een steeds grotere rol spelen. Werd in 1967 nog slechts 1 miljard m3 geëxporteerd, in 1976 werd een top bereikt van ruim 50 miljard m3. De uitvoerwaarde van het aardgas steeg enorm na de beide oliecrises van 1973/ 1974 en 1 979/1980. Uit tabel 1 blijkt dat in 1 970 nog slechts voor een bedrag van f 0,7 miljard aan aardgas werd uitgevoerd, hetgeen in 1975 was opgelopen tot f 4,2 miljard en in 1 981 tot maar liefst ruim f 1 5 miljard. Als gevolg van de olieprijsexplo sies steeg de waarde van de aardgasuit- voer veel sneller dan die van de totale uit voer. Daardoor liep het aandeel in de totale uitvoer snel op tot bijna 9 procent in 1981 De laatste jaren is ook sprake van aardgas- invoer (Noorwegen). Dit hangt samen met het tot dusverre in Nederland gevoerde aardgasbeleid. Dat is er onder meer op ge richt zo lang mogelijk van de beschikbare reserves te profiteren voor binnenlands ge bruik. Sinds eind 1 981 werd een kentering merk baar op de energiemarkt. De voornaamste oorzaken daarvan waren de economische recessie in de wereld en de sterk toegeno men inspanningen op het gebied van ener giebesparing. Daarnaast was sprake van is sinds 1970 met circa f 10 miljard toege nomen (zie tabel 1Opmerkelijk hierbij is de stijging in 1981 van maar liefst f 5 mil jard ofwel ruim 60 procent. Deze werd in belangrijke mate veroorzaakt door een toen nog ruime koopkrachtige wereld vraag. In 1 982 is een stabilisatie van het overschot opgetreden, vooral omdat de in vloed van de mondiale economische re cessie duidelijk merkbaar werd. Het saldo op de aardgasbalans was in de eerste helft van de jaren zeventig nog be scheiden. In de periode daarna nam het snel toe. In 1 981 werd een top bereikt van bijna f 1 3 miljard. De kentering op de ener giemarkt bracht in 1 982 een daling van het aardgassaldo met zich mee van ongeveer f 1 miljard tot bijna f 1 2 miljard. Als de ontwikkeling van beide deelbalan- sen wordt vergeleken, kan worden gezegd dat de aardgassector in 1980 een bedui dend grotere bijdrage aan de handelsba lans heeft geleverd dan de agrarische sec tor, terwijl de saldi in 1 979 en 1981 nage noeg gelijk waren. Door de daling van het overschot op de aardgasbalans in 1982 heeft de agrarische sector de aardgassec tor echter weer overvleugeld. Handelsstromen Ongeveer 75 procent van de agrarische uitvoer en 45 procent van de agrari-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 29