w m m J u ANP-C :BS Alge imene index van a (einde periode) ande lenkoerser r y\ Wie de Nederlandse export vluchtig bekijkt is wellicht ge neigd te denken dat het aardgas de grootste bijdrage levert aan de handels- en betalingsbalans. Maar dit is alleen in 1980 duide lijk het gevat geweest, in 1982 heeft de agrarische sector de aardgassector a/s belangrijkste pijler van de betalingsbalans weer ruimschoots verdrongen. Het leek ons interessant beide sectoren van onze economie eens met elkaar te vergelijken. In tegenstelling tot de uitvoer van aardgas dateert de agrarische handel van Nederland reeds uit de Gouden Eeuw. Amsterdam was toen de stapelmarkt van granen voor West- Europa, terwijl boter uit Friesland en kaas uit Holland gewilde exportprodukten waren. Uitgezonderd in periodes van depressie en oorlog bleef de handel in agrarische produkten een betekenisvolle rol spelen in de totale buitenlandse handel van Nederland. Stijgende aandelenkoersen Een tweede belangrijke factor was gelegen in het feit dat een groot aantal aandelen, als gevolg van de sterk gedaalde koersen, een zeer aantrekkelijk rendement in de vorm van dividend ging opleveren. Dit maakte de aandelenmarkt extra gevoelig voor bewegingen aan het rentefront. De geïnteresseerde waarnemer weet wat er op dit gebied in een tijdsbestek van enkele maanden is gebeurd. De Nederlandse aandelenmarkt is voorts zeer internationaal, in die zin dat veel bui tenlandse beleggers bezitters zijn van Ne derlandse effecten. Dit heeft tot gevolg dat als elders in de wereld het optimisme de kop opsteekt ook de Nederlandse aande lenmarkt van deze beweging een graantje meepikt. Een aantal Nederlandse aandelen heeft bovendien notering op effectenbeur zen in het buitenland. De koersvorming op de aandelenmarkt wordt voorts in sterke mate bepaald door de verwachtingen die beleggers hebben over de toekomstige gang van zaken. Zij verwachten kennelijk dat het economisch allemaal wat beter zal gaan en dat we het ergste achter de rug hebben. Een belang rijk element hierbij is verder, dat thans alle partijen in het economisch verkeer het er over eens zijn, dat voorrang zal moeten worden gegeven aan het herstel van de rendements- en vermogenspositie in het bedrijfsleven. In andere landen in West- Europa heeft men van regeringswege reeds maatregelen in defiscale sfeer geno men, welke beogen het bezit van aandelen te bevorderen. Er zijn aanwijzingen dat ook de Nederlandse regering in deze richting denkt. Allemaal redenen voor beleggers om in groten getale te verhuizen van depo sito's en spaarrekeningen naar de aande lenmarkt. Ook de obligatiemarkt lijkt nog aantrekkelijk, maar daar lokten de fors gestegen koersen intussen tot het nemen van winst. Onze organisatie Dat de hiervoor geschetste beweging op de beurs de afgelopen maanden giganti sche vormen heeft aangenomen, weet ie dereen die binnen onze organisatie op een of andere wijze betrokken is bij het ef- fectengebeuren. Alleen al bij Rabobank Nederland werken circa 230 mensen in ef fecten en dan hebben we het nog niet eens over al die medewerkers bij onze aangeslo ten banken, die hun dagtaak geheel of ge deeltelijk vinden in het bemiddelen bij de aan- en verkoop van effecten. Het aantal te verwerken orders is met reuzesprongen gestegen en met man en macht is door de effectenmedewerkers getracht deze situa tie het hoofd te bieden. Ook de handel in opties ondervindt een sterk groeiende be langstelling van het beleggend publiek en onze organisatie blaast een aardig par tijtje mee op de optiebeurs. In de afgelopen periode is gebleken dat ef fectenbemiddeling een belangrijke plaats verdient in het totale dienstenpakket van onze organisatie. Voor het eerst sinds lan ge tijd gaat deze activiteit niet langer ge bukt onder de last van een voortdurend slechte rentabiliteit. Wellicht draagt dit al les ertoe bij, dat het effectengebeuren bin nen onze organisatie in brede kring een verhoogde belangstelling ondervindt, zo dat de verdere uitbouw van deze activitei ten met vaart ter hand kan worden geno men. 130 120 110 100 90 80 70 (1978 WO) 1 i 1973 1974 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981 1982 1983 Landbo Drs. G. H. M. van Duinen Algemeen Economisch Onderzoek Ir. A. R. Sjauw-Koen-Fa Bedrijfstakonderzoek

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 28