Algemeen Economisch
waardoor de wereldhandel juist verder in
kromp. Tevens lieten veel landen in navol
gingvan het Verenigd Koninkrijk (1 931de
gouden standaard los, hetgeen gepaard
ging met omvangrijke valutadevaluaties.
Het internationale monetaire stelsel raakte
op deze wijze steeds meer gedesinte
greerd.
naar
deflatie?
De inflatiepercentages van de laatste
maanden zijn op zichzelf bezien
niet uitzonderlijk. Zo kwamen in
1978 en 1979 korte perioden voor met
prijsstijgingen beneden de 4 In tegen
stelling tot destijds ziet het er thans echter
naar uit dat een nog verdere daling zal op
treden. Volgens de jongste prognose van
het Centraal Planbureau zal de inflatie in
1983 gemiddeld slechts 2V?% bedragen.
Dit betekent, dat de prijsstijging in de loop
van het jaar beneden de 2'/2% zal komen te
liggen.
Deze spectaculaire daling hangt onder
meer samen met het feit dat de lonen on
der sterke neerwaartse druk zijn komen te
staan als gevolg van het beleid, gericht op
bestrijding van de sterk toenemende werk
loosheid. Daardoor wordt de loon-prijsspi-
raal ineengedrukt. Daarnaast spelen
vraagfactoren een belangrijke rol. De inter
nationale recessie heeft via een afnemen
de vraag naar grondstoffen prijsdalingen
teweeggebracht, waardoor ons invoer-
prijspeil onder neerwaartse druk is komen
te staan. Een symptoom daarvan is de re
cente olieprijsontwikkeling. Tevens wor
den veel binnenlandse bedrijven met da
lende bestedingen geconfronteerd. Dit kan
prijsdalingen uitlokken, aangezien deze
bedrijven bij stagnerende of inkrimpende
markten hun marktaandelen zullen trach
ten te behouden of uit te breiden.
Bij een dergelijk lage prijsstijging als voor
de korte termijn wordt voorzien, lijkt er niet
zo heel veel nodig om in een fase van alge
mene prijsdaling te belanden, die uiteinde
lijk onze welvaart zou kunnen aantasten.
Dit nog temeer daar de vooruitzichten met
betrekking tot de economische groei verre
van rooskleurig zijn en met verdere reële
daling van de inkomens en bestedingen re
kening moet worden gehouden. Waartoe
deflatie kan leiden, moge blijken uit het
proces in de crisisperiode van de jaren der
tig-
De jaren dertig Internationaal
De economische crisis werd ingeluid door
ontwikkelingen in het buitenland. In de
tweede helft van de jaren twintig was met
name in de Verenigde Staten sprake van
een uitgesproken hoogconjunctuur. In de
Amerikaanse landbouw en industrie was
onder meer door ingrijpende technische
vernieuwingen een enorme uitbreiding van
de produktiecapaciteit opgetreden. Deze
investeringen waren mede door een haus
se op de effectenbeurs gemakkelijk te fi-
Drs. G. H. M.
van Duinen
Onderzoek
nancieren. Aangezien ook bij consumen
ten een welhaast grenzeloos optimisme
bestond, werd de kredietvraag bij het
bankwezen verder opgeblazen. De verkre
gen kredieten werden op grote schaal ge
bruikt voor speculatie in effecten, waar
door de beurshausse steeds koortsachti
ger vormen begon aan te nemen.
De optimistische stemming sloeg echter in
1929 om na de déconfiture van een be
langrijke Londensefinanciële instelling. De
groeiende twijfel omtrent de economische
ontwikkeling leidde tot winstnemingen,
waardoor paniek ontstond en de koersda
ling in een stroomversnelling raakte. Velen
waren gedwongen tot liquidatie van effec
tenbezit. Eind 1929 werd de beurskrach
van New York een feit. Er werden vanzelf
sprekend omvangrijke verliezen geleden,
hetgeen een ernstige aantasting van de
koopkracht betekende.
Daarnaast was in de landbouw mede van
wege overcapaciteit reeds enige tijd spra
ke van forse prijsdalingen, waardoor veel
boeren met betalingsmoeilijkheden en
koopkrachtverlies te kampen kregen. De
teruglopende koopkracht uitte zich ook bij
de industrie in afzetvermindering, waar
door prijsdaling maar vooral een scherpe
teruggang van het produktievolume op
trad. Deze ontwikkelingen brachten een
snel toenemende werkloosheid met zich
mee, hetgeen weer resulteerde in inko
mensdaling, vraagvermindering, prijsda
ling enz. De economie was in een neer
waartse (deflatoire) spiraal beland. In'
moeilijkheden geraakte cliënten begonnen
hun gelden bij de banken terug te trekken
en dit bevorderde de vrees, dat de banken
niet aan hun verplichtingen zouden kunnen
voldoen. Een run op het bankwezen was
het resultaat, niet alleen in de Verenigde
Staten maar ook in Europa, mede omdat
Amerikaanse banken hun buitenlandse
kredieten begonnen terug te trekken. Uit
eindelijk geraakten veel banken in een dé
confiture. Het vertrouwen was diep ge
schokt.
De economische malaise werd na 1930
nog groter door het volstrekt ontbreken
van internationale economische samen
werking. Elk land trachtte op eigen houtje
de internationale prijsdaling te ontgaan en
de eigen werkgelegenheid te beschermen.
Dit uitte zich in toenemende protectie,
Door een actief regeringsbeleid in de Ver
enigde Staten kwam in 1933 een goed
voorbereid herstelprogramma van de
grond (New Deal). Het stimulerende beleid
deed een geleidelijk herstel ontstaan en in
1 937 was het peil van de produktie in dat
land weer op het niveau van 1 929. Niet al
leen in de Verenigde Staten maarook in de
meeste andere landen strekte de depressie
zich uit over de jaren 1 929-1 933; in Ne
derland echter over de periode 1930-
1936.
Nationaal
Voor Nederland was de economische de
pressie zuiver import. De scherpe prijsda
ling op de internationale goederenmarkten
plantte zich snel voort in onze open econo
mie. In 1930 bleef het uitvoervolume nog
redelijk op peil, maar daarvoor waren forse
prijsconcessies nodig. De prijsdaling werd
echter de motor van de conjuncturele te
ruggang, omdat de rendementspositie van
de exportsector snel werd uitgehold. Daar
aan werd in hoge mate bijgedragen door
neerwaartse starheid van de loonkosten,
waardoor de produktiekosten onvoldoen
de konden worden aangepast. In een fase
van inzakkende wereldhandel en toene
mende internationale prijsconcurrentie
leidde dit tot een daling van de afzet, de
winstcapaciteit en de werkgelegenheid.
Voorts nodigde de prijsdaling op zichzelf
reeds uit tot terughoudendheid bij het
plaatsen van bestellingen en het aanhou
den van voorraden, zodat ook andere be
drijven met vraagvermindering werden ge
confronteerd.
De internationale prijsdaling werd voor Ne
derland desastreus door de koersval van
een groot aantal vreemde valuta's. De de
preciatie van deze munten werd slechts
ten dele door prijsstijging in die landen ge
compenseerd. Op deze wijze ontstond een
brede kloof tussen het prijs- en kostenpeil
in Nederland en het buitenland. Ons land
was op slag in een uiterst slechte concur-