Ïkïs\jj
Directeur-zijn van een Coöperatieve
Rabobank, wat betekent dat? De
vraag is te veel omvattend om hier
maar even te beantwoorden. Laten we lie
ver eerst opsporen hoe het huidige direc
teurschap ontstaan is, dan zijn er misschien
een paar dingen over te zeggen.
De titel directeur duikt eerst op in de jaren
zestig: gewoon om met de tijd mee te gaan.
Al de jaren daarvoor kenden we de kassier.
Ook dit was een historisch gegroeide func
tie. Toen in de 'oer-tijd', rond de eeuwwisse
ling, onze banken werden opgericht, had
den de besturen iemand nodig die de admi
nistratie deed en de kas bijhield. Die persoon
kreeg daarvoor een kleine vergoeding, maar
ik denk niet, dat er veel drukte gemaakt
werd over de vraag of hij nu werknemer dan
wel betaalde vrijwilliger was. Met de groei
van de banken werd dat natuurlijk snel an
ders. De kassier kwam voor halve of hele da
gen in dienst, er kwam een kantoorfge-
bouw) en allengs kwamen er medewerk-
(st)ers. Zo is de kassier na een jaar of zestig
rijp geworden voor de titel 'directeur'.
Nog veranderde er eerst niet veel. De man
(en de enkele vrouw) was werknemer, gaf
leiding aan het kantoor en voerde de be
stuursbesluiten uit. Formeel is dit nog zo,
maar de ontwikkeling heeft niet stil gestaan!
De directeursfunctie heeft er thans zoveel
inhoud bijgekregen, dat ik me er niet aan
waag hier met een definitie te debuteren.
Het is net als met een schaap met vijf poten:
in gedachten heb je een voorstelling, maar je
kunt het niet precies uittekenen.
Dat bijzondere schaap werd ten tonele ge
voerd door één van de twee ervaren kenners
op dit gebied, met wie ik op 23 maart een
kop koffie dronk. De heren Heintjes en Kelle-