Agrarisch onderwijl
andbouwcommentaar
Ausweise i
'Het hoge peil van de produktie, verwer
king en afzet van de Nederlandse agrari
sche sector en de belangrijke internatio
nale positie van Nederland op agrarisch
gebied zijn mede te danken aan vakman
schap, kennis van zaken en organisatie
vermogen.' Een mooie volzin uit de on
langs door het Ministerie van Landbouw
aan de Tweede Kamer uitgebrachte dis
cussienota 'Landbouwonderwijs'. In de
ze nota wordt een aantal feiten en ont
wikkelingen in het agrarisch onderwijs
op een rij gezet en wordt een nieuw toe
komstbestek ter discussie gesteld.
Uit onze historie
ren, J. J. de Geier, mr. J. A. Overwater, Joh.
Kooy en A. J. B. Verwey, H. Blankens, Th.
Prins en A. Kooy Jr.
Te zamen met kassier Den Hartog en een
fraai tegeltableau lieten zij zich fotogra
fisch vereeuwigen. Taak en verantwoorde
lijkheid van de bestuurders werden er in de
volgende jaren niet lichter op. Een lid vond
dat aan kleine boeren op gemakkelijke wij
ze kleine kredieten moesten worden ver
strekt. De overheid zou hierbij steun of ga
rantie kunnen verlenen. Maar de secretaris
kon helaas niet anders antwoorden dan
'dat de ervaring in Noord-Holland opge
daan, waar met garantie van de Gemeen
ten en Provincie kredieten aan akkerbou
wers en tuinders zijn verleend, een zooda
nige is dat men er daar niet over denkt zich
voorloopig nog eens op dit pad te wagen.
Ook elders heeft het Noordhollandsche
voorbeeld de lust om die methode te gaan
volgen wel doen vergaan.'
Op 19 juni 1940 werd de ledenvergade
ring belegd in De Doelen. Voorzichtig werd
gezegd dat de bijzondere omstandigheden
het niet mogelijk hadden gemaakt deze in
mei te houden. Juni leende zich wat de
agrariërs betrof niet zo best voor vergader-
bezoek, maar de voorzitter wilde in zijn
openingswoord niet verder treden in be
schouwingen over de algemene situatie.
Dat zou ook moeilijk geweest zijn, want de
toestand was, sinds ons land in de meida
gen werd overweldigd, nog niet zo over
zichtelijk geworden.
Hier zou de blik op de historie van de bank
in Gorinchem kunnen ophouden. Maar het
is wel aardig nog enkele bijzonderheden
uit de volgende jaren te vermelden. De
oud-medewerkster en latere 'directeur'
van de Rabobank Gorkum, mevrouw M.
van Dijk, vertelde dat tijdens de jaren van
de bezetting het bankpersoneel 'Ausweise'
kreeg om de fiets te kunnen behouden. Het
was in het belang van de voedselvoorzie
ning werkzaam.
Omstreeks 1944 werd Het Eind, waar het
bankkantoor gevestigd was, op last van de
Duitsers geheel geëvacueerd, omdat ze
bombardementen op sluizen en veerpon
ten vreesden. Alleen de bank mocht als be-
taalkantoor voor de afrekening van vee en
paarden ten behoeve van de Wehrmacht
en voor betalingen op last van de Voedsel-
commissaris blijven. Ze bleef ook in het ge
not van elektriciteit. Bij bomalarm zocht
het personeel veiligheid in de kolenkelder.
Overal stond afweergeschut, maar deson
danks heeft de stad door het oorlogsge
weld werkelijk veel geleden.
Dat beetje elektriciteit, aldus mevrouw Van
Dijk, stelde onder anderede Inspectiemen
sen van de centrale bank - thuis was dat
niet langer meer mogelijk - in de gelegen
heid om zich op de Gorkumse Bank 'elek
trisch te scheren'. Tevens werd dan van de
gelegenheid gebruik gemaakt een beetje
voedsel te fourageren. Tb.
Ir. J. H. Egberink
M Met moment voor deze nota is goed gekozen. Er is
immers het een en ander gaande in ons Neder-
M landse onderwijs. De bezuinigingsmaatregelen
van de regering brengen de onderwijswereld in grote be
roering. Dat ook zo'n basisvoorziening niet aan ombuiging
ontkomt is voor velen moeilijk te verteren. Vergroting van
het leerlingenaantal per klas en minder voorzieningen
kunnen invloed hebben op de kwaliteit van het onderwijs.
Maar er is nog meer gaande dan bezuinigingen.
Minister Deetman van Onderwijs en Wetenschapsbeleid
heeft vorig jaar in de nota Voortgezet Basisonderwijs een
aantal ideeën uiteengezet voor een nieuwe opzet van het
onderwijs na de lagere school. Het onderwijs voor de cate
gorie 1 2- tot 1 5-jarigen dus. Voor leerlingen van die leef
tijd wordt de algemene onderwijsvorming vooropgesteld.
Beroepsonderwijs zal eerst in de periode daarna plaatsvin
den. Een definitieve beslissing over zo'n aanpak is door de
regering enige jaren vooruit geschoven. Er zijn politiek ge
voelige zaken aan de orde die wel aangeduid worden met
'de middenschooldiscussie'.
De discussies in het onderwijsveld gaan door. De nota die
minister Braks aanreikt voor het landbouwonderwijs kan
daarbij zeker dienst doen.