Het is ongetwijfeld toeval
geweest dat de heer Honoré
Petrus Verbist, geboren op 6
oktober 1886 te Hontenisse,
zich een kleine 25 jaar na de
oprichting van de Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Bank en de
Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank liet inschrijven
in het handelsregister van de
Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor 's-Gravenhage.
Dat gebeurde als intermediair
voor overheidskrediet en
bankmakelaardij (verstrekken
van onderhandse en
kasleningen aan
publiekrechtelijke lichamen).
Geen toeval was het dat dit
geschiedde één dag nadat op
31 maart 1923 de storting van
de eerste door hem bemiddelde
'geldleening op onderhandsche
schuldbekentenis' had
plaatsgevonden. Daarmee
kwam tevens een einde aan de
kortstondige periode, waarin de
heer Verbist als referendaris bij
de PTT te Scheveningen
noodgedwongen van een
wachtgeldregeling gebruik
moest maken, zoals zovelen in
de crisisjaren na de Eerste
Wereldoorlog.
19
Afkomstig uit een Zeeuws-Vlaam-
H. P. Verbist BV, bemiddelingskantoor
voor onderhandse leningen op de kapi
taalmarkt, is een volle dochter van
Rabobank Nederland.
Afgelopen maand vierde Verbist het
60-jarig jubileum. Deze feestelijke ge
beurtenis was voor beheerder A. J. L.
M. Wolters aanleiding om eens in de
historie te duiken. Aardig is te constate
ren dat de opkomst van Verbist vrijwel
parallel loopt met de ontwikkeling van
de onderhandse markt.
A. J. L. M. Wolters
Beheerder
H. P. Verbist BV
V|E|R|B|I|S|T
Intermediair
sinds 1923
se familie welke traditiegetrouw
actief was in de handel (in suiker
bieten, gewassen en kolen) en in de dienst
verlening (door exploitatie van een Hotel
annex Stalhouderij), zocht ook hij zijn heil
in deze takken van bedrijf. Maar in plaats
van goederen verwisselde daarbij geld van
eigenaar.
Van relaties, werkzaam in de levensverze
keringbranche, had hij begrepen dat er be
langstelling bestond voor 'overheidscre-
diet in den vorm van leeningen op onder
handsche schuldbekentenis' als nieuw be
leggingsobject.
Gezien de toenmalige ontwikkelingen was
dat niet zo verwonderlijk. Er waren net
enorme verliezen geleden op Russische,
Finse, Duitse, Oostenrijkse en Hongaarse
effecten.
Bij stijgende reserves diende belegd te
worden tegen een dalende rente.
Obligatieleningen kleiner dan f 500.000,-
konden niet ter beurze worden genoteerd.
Bovendien was duidelijk geworden dat
grote pakketten van wel ter beurze geno
teerde effecten ook toen al minder verhan
delbaar waren dan theoretisch werd aan
genomen.
Verder zou op 1 5 november 1 923 de Wet
op het Levensverzekeringsbedrijf van
1 922 in werking treden en daarmee tevens
het toezicht van de in dat kader opgerichte
Verzekeringskamer.
Voor de heer Verbist vormde dit alles vol
doende aanleiding om de trein naar Leiden
te nemen. Daar huurde hij een fiets, waar
mee hij op weg toog naar gemeenten als
Sassenheim, Lisse en Hillegom met het
oogmerk de vroede vaderen te overtuigen
van het nut van een onderhandse lening.
In Hillegom bleek men een obligatie-emis
sie te overwegen ter financiering van de
bouw van een watertoren.
De heer Verbist wist de burgemeester te
overtuigen van de voordelen van een 'di
recte' onderhandse lening. En aldus werd
voor de eerste Nederlandsche Verzekering
Maatschappij op het Leven tegen Invalidi
teit N.V. gevestigd te 's-Gravenhage als
geldgeefster bij de gemeente Hillegom een
50-jarige onderhandse lening geplaatst.
Het ging om f 100.000,- tegen een rente
van 5% procent per jaar, vervallende in
halfjaarlijkse termijnen, per 31 maart
1 923 te storten tegen de koers van 99 pro
cent en terug te betalen a pari in jaarlijkse,
niet gelijke termijnen.
De Onderlinge Levensverzekering Van
Eigen Hulp - Olveh - te 's-Gravenhage
bleek vervolgens bereid op gelijkluidende
condities per 16 april 1923 nog eens
Vervolg op pagina 22
De Hl/legomse Watertoren