De Nederlandse glastuinbouw 14 Kassenbouw De glastuinbouwsector heeft zich gedurende de afgelopen jaren gekenmerkt door een enorme dynamiek en een groot doorzettingsvermogen. Toen medio 1982 een onvoldoende prijsniveau gepaard ging met snel stijgende gasprijzen, beëindiging van de gasbetalingsregeling met de gasbedrijven en een hoog rentepercentage, werd het bijna spreekwoordelijke zelfvertrouwen van de tuinbouwondernemer door een wel erg sombere berichtgeving in de pers danig op de proef gesteld. Maar de tuinbouwonder- nemers en hun organisaties hebben getoond zich niet te laten leiden door de sombere berichtgeving. Eerder was dit een stimulans om met een hernieuwd elan de gerezen problemen te lijf te gaan. De Rabobankorganisatie heeft ook toen niet nagela ten haar vertrouwen in de sector te blijven uitdragen en in dit artikel zullen we dat nog eens bevestigen. Geen notedop op j g I «snsiBi In bijgaand artikel wordt ingegaan op de investeringen in de glastuinbouw. Enerzijds is het investeringsbedrag in vergelijking met het topjaar 1979 gehalveerd, ander zijds heeft een verschuiving plaatsgevonden in de aard van de investeringen. Gelet op het huidige areaal glas in Nederland zou er op langere termijn een vervangings- vraag van ongeveer 500 ha per jaar zijn. Hoewel nog geen exacte cijfers bekend zijn, bestaat de indruk, dat de vervangingsvraag in het recente verleden aanzienlijk lager lag. De afnemende kassenbouw, met name uitbreidings- maar ook vervangingsinveste ringen, heeft de orderportefeuille van de kassenbouwers direct beïnvloed. Met name die kassenbouwers, die niet het totale pakket leveren dat betrekking heeft op diepte-investeringen (bijvoorbeeld energieschermen), zullen de gevolgen hiervan ervaren hebben. Ook in dit licht bezien, is het perspectief van de glastuinbouw (en dus de concurren tiepositie) van groot belang. Hieruit kan geconcludeerd worden, dat de sector op zich blijft bestaan, maar dat voor uitbreiding voorlopig geen plaats is. De kassenbouwsector zal zich daarom (nationaal gezien) beperken tot vervangings investeringen van ongeveer 500 ha glas per jaar. Een overcapaciteit, die thans in de kassenbouwsector aanwezig is, zal daarom in produktierichting en/of afzetgebied omgebogen moeten worden. Ing. A. M. A. Heybroek Productmanager Financiering Bedrijven-Tuinbouw De foto boven geeft een inzicht in het soort energiebesparende diepte-investeringen die in de glastuinbouw worden gedaan.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 14