m j. - l' aa" i' namelijk wat verder terugkijken in de jaren zeventig, dan valt op dat de zaken met na me tussen 1975 en 1980 in de land- en tuinbouw in ons land helemaal niet zo rooskleurig waren. Kijk maar naar de inko mensontwikkeling. De economische crisis, waar we nu middenin zitten, begon welis waar al in het midden van de jaren zeven tig, maar leidde aanvankelijk niet tot een aantasting van de inkomens van het over grote deel van de inkomenstrekkers. In de landbouw is dat in die periode echter wel degelijk het geval geweest. Tussen 1975 en 1980 verslechterde de inkomenssitua tie in de Nederlandse land- en tuinbouw aanzienlijk. Met name 1 979 en 1 980 wa ren bijzonder slecht. De koopkracht voor onze boeren en tuinders lag in 1980 bijna 40 procent onder het niveau van 1 975 en zelfs ook nog 20 procent onder het niveau van begin jaren zeventig In die periode is de economische teruggang in de land- en tuinbouw dus wel degelijk op grote schaal merkbaar geweest, terwijl grote groepen van de Nederlandse bevolking de pijn nog nauwelijks in hun portemonnaie voelden.' Maar hoe verklaart u dan, dat de land- en tuinbouw er nu toch redelijk positief voor staat, in vergelijking met andere sectoren in onze economie? Wijffels: 'Het is zeer opvallend, dat de agrarische sector in de tweede helft van de jaren zeventig werd gekenmerkt door een grote investeringsactiviteit. Ondanks de tegenvallende inkomensontwikkelingen ging men voort met op grote schaal te in vesteren in aanpassing en vernieuwing. Dat kon natuurlijk alleen maar, doordat de agrarische gezinnen in die tijd in aanmer- kelijke mate de tering naar de nering heb ben gezet. Het is dus in feite de soberheid in de agrarische gezinnen, welke de land bouw als geheel in staat stelde door te gaan met investeringen, die ook nog voor een groot deel uit eigen middelen en be sparingen werden opgebracht. Naar mijn mening is toen mede de basis gelegd voor de relatief goede jaren in 1 981 en 1 982. Jaren, waarin elders in onze samenleving de inkomens begonnen te dalen.' De bekende spaarzaamheid met vlijt..., waar we met zijn allen een voorbeeld aan zouden mogen nemen? Wijffels: 'Zeker, al moeten we niet verge ten dat er meerdere factoren zijn, die aan het succes van de agrarische sector heb ben meegewerkt, welke deels zijn gelegen in de fundamentele kracht van de Neder landse landbouw zelf en deels van buiten komen. Ik noem er een paar. Een goede omvang en structuur van onze agrarische bedrijven, vergeleken met die in andere landen. Een hoog opleidingsniveau en gro te vakbekwaamheid, die gunstig afsteken bij het gemiddelde van andere landen. Het omgeven zijn door een uitstekend net van toeleverende, afnemende en verwerkende agrarische bedrijven, een agro-industriële structuur waarvan ook onze Rabobankor- ganisatie als belangrijkste financier van de Nederlandse land- en tuinbouw deel uit maakt. De intensieve samenwerking tus sen overheid en agrarisch bedrijfsleven op gebied van onderwijs, onderzoek, voorlich ting en exportbevordering. En het feit, dat het voordeel van de agrarische sector is, dat ze produceert voor een relatief con- junctuurongevoelige markt. De vraag naar voedsel reageert niet onmiddellijk op een inzakken van de conjunctuur.' En het Europese landbouwbeleid....? Wijffels: 'Ja natuurlijk, een rol van beteke nis in de crisisbestendigheid van onze land- en tuinbouw speelt ongetwijfeld ook het EG-landbouwbeleid. Via het markt- en prijsbeleid, waarvoor van de boeren in de EG-lidstaten ook wel eens flinke offers ge vraagd worden, wordt in ieder geval een zodanig evenwicht op de markt voor land en tuinbouwprodukten gecreëerd, dat inci dentele overschotten of tekorten daar een niet te grote invloed op kunnen krijgen. Verder is van grote betekenis geweest dat de uitvoer van Nederlandse landbouwpro- dukten de laatste jaren aanzienlijk is ge groeid, niet alleen naar landen binnen Europa, maar ook daarbuiten, zoals de OPEC-landen.' Mag je op grond van het voorgaande stellen dat de Nederlandse land- en tuinbouw op solide grondvesten staat en dat derhalve de toekomst met vertrouwen tegemoet gezien kan worden?

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 9