Wob Wob Ledenbetrokkenheid De Lage Landen in 1982 banken te ondersteunen bij het benaderen van eventuele handelspartners in Zuid- Duitsland en zodoende gevolg te geven aan de in het rapport 'Onder invloed van Duitsland' van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid vervatte oproep, de afzet van Nederlandse produkten in Duitsland sterker zuidwaarts te versprei den. Onlangs heeft de hoofddirectie haar in stemming betuigd met een intern rapport je over het bevorderen van de ledenbe trokkenheid in onze organisatie. Dit rap port is opgesteld naar aanleiding van de extra activiteiten die bij een zevental Rabo- banken zijn ontplooid om de algemene ver gadering aantrekkelijker te maken. Het be treft de Rabobanken te Harlingen, Twijzel- Buitenpost, Leiden-Oegstgeest, Valken burg (ZH), De Meern, America en Rijke voort. Het initiatief hiertoe is uitgegaan van de centrale bank als uitvloeisel van het reeds eerder door de hoofddirectie uitgestippel de beleid t.a.v. het bevorderen van de le- denbetrokkenheid. De belangrijkste conclusie van het rapport was dat de extra inspanning bij de zeven banken heeft geleid tot een gemiddelde opkomststijging op de algemene vergade ring van 70%. In absolute aantallen va rieerde de totale opkomst per bank in 1 982 van 35 personen (leden en niet-le- den) tot ruim 100, tegen 0 tot ruim 60 in 1981. Afgezien van de aanwezigheid van niet-le- den, kwam de opkomst van leden neer op gemiddeld 9% van het totale ledenbe stand. De beste score behaalde de Rabo bank Rijkevoort uit Limburg, waar 22% van de 300 leden op de vergadering aan wezig was, terwijl bovendien nog een klei ne 40 niet-leden acte de présence gaven. Het totaal aantal aanwezigen kwam in Rij kevoort hiermede op ruim 100. Overigens is dit aantal beslist geen uitzondering in onze organisatie, want er zijn ons ook Rabobanken bekend waar 200, 300 en soms wel meer dan 400 personen aan de uitnodiging gehoor geven. Welke activitei ten hebben tot die opkomststijging geleid? Het betreft een drietal punten: 1. De leden via een persoonlijk schrijven uitnodigen. 2. Persberichten en advertenties in de plaatselijke pers. 3. Extra aandacht voor het programma, zowel wat betreft de verzorging van het huishoudelijk gedeelte, als wat betreft 'het tweede gedeelte' van de vergadering. Alle deelnemende banken hebben hun le den via een persoonlijk schrijven uitgeno digd. In een aantal gevallen zijn ook niet-le den aangeschreven. Hierbij kan met name worden gedacht aan gezinsleden van le den, belangrijke bedrijfsrelaties en jonge ren. Met het programma van het tweede gedeelte van de vergadering kan speciaal op de belangstelling van deze groepen worden ingespeeld. De algemene vergadering leent zich uitste kend voor enige publiciteit over de gang van zaken bij de bank. De plaatselijke me dia maken in het algemeen graag gebruik van een door de bank zelf aangeleverd persbericht. Zowel de jaarresultaten als ook het openingswoord van de voorzitter bevatten veelal voldoende elementen voor een interessant persbericht. Wat betreft het huishoudelijk gedeelte van de algemene vergadering is bij de deelne mende banken veel zorg besteed aan de toelichting op de jaarcijfers. De ervaring heeft geleerd dat een duidelijke toelichting een stimulans is voor het stellen van vra gen resp. het maken van opmerkingen door de leden. Op deze wijze wordt extra inhoud gegeven aan de inspraak en de me dezeggenschap van de leden. De aantrekkelijkheid van de algemene ver gadering kan worden verhoogd door een interessant 'tweede gedeelte'. Met enige fantasie zijn er voldoende boeiende onder werpen en sprekers te bedenken, waarvoor leden (en niet-leden) beslist belangstelling hebben. Dat geldt ook voor bepaalde films en diashows. Hoewel de opzet van dit onderzoekje slechts bescheiden van aard was, is één ding echter duidelijk geworden: met enige extra inspanning kan een algemene verga dering van een Rabobank absoluut bijdra gen aan het bevorderen van de ledenbe trokkenheid. Hopelijk is deze conclusie een stimulans voor de organisatoren van de al gemene vergaderingen dit jaar. Voor onze dochter De Lage Landen was 1982 een moeilijk jaar. Financieel moest het zelfs met een niet onaanzienlijk verlies worden afgesloten. Dat De Lage Landen daarmee geen uitzon derlijke positie inneemt in de wereld van de financieringsmaatschappijen zal door de leiding en de medewerkers van De Lage Landen zeker als een schrale troost ervaren worden. Opnieuw waren in 1982 de grote handi caps de noodzakelijke dotatie aan de debi teurenvoorzieningen en de ruime liquiditeit van de aangesloten banken. Op zich is het natuurlijk niet verwonderlijk dat een bedrijf als De Lage landen juist in deze tijd meer toevoegingen aan de debi teurenvoorzieningen moet plegen. De aard van het bedrijf is nu eenmaal de wat grote re risico's te nemen. Dat was immers des tijds juist de reden om een eigen financie ringsmaatschappij in onze organisatie op te richten. Niet voorzien was dat de risico's de huidige omvang zouden aannemen. In feite is er thans als het ware sprake van een inhaalmanoeuvre. Gelukkig kon de dotatie aan de voorziening voor dubieuze debiteuren grotendeels ge beuren uit de brutowinst, die ondanks de afname van de kredietportefeuille ruim schoots boven het niveau van 1981 uit stak. Eigen aan De Lage Landen is dat zij niet ge makkelijk bij de pakken gaat neerzitten. Al in 1981 werd gezocht naar een moge lijkheid om naast of zelfs in plaats van het risico-aspect een andere toegevoegde waarde in het dienstenpakket te nemen en daarmee wat onafhankelijker te worden van de liquiditeitspositie van de aangeslo ten banken. In de produktsfeer is men daar nu reeds voor een groot gedeelte in geslaagd. In de sector van het consumentenkrediet heeft De Lage Landen een imago opge bouwd van verantwoord, op het budget van de cliënt aangepast kredietverlener. Ook de lease-produkten zijn veel meer toe gesneden op de individuele wensen van de bedrijfscliënt. Met auto- en truckleasing is zelfs de moge lijkheid geïntroduceerd het gehele wagen- parkbeheer over te nemen. Ook de factoringactiviteiten binnen BV De Lage Landen factors hebben vooral door hun professionele grondslag grote werk terreinen gevonden. Om al deze activiteiten op het gewenste ni veau te kunnen blijven voeren en boven dien de rentabiliteit daarvan in het oog te kunnen houden, is het bedrijf opgesplitst in drie profit centres voor consumenten krediet, leasing en factoring. De inzet en de inventiviteit van de mensen van De Lage Landen kennende, twijfelen wij er niet aan dat dit bedrijf ook weer snel uit het financiële dal naar boven zal komen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 7