Wob Hypotheek op maat nopolies uit het verleden past trouwens geheel in het huidigetijdsbeeld, waarin bij voorbeeld blijkt, dat de Rabobankorgani- satie ook de grootste bank in het niet-agra- rische midden- en kleinbedrijf is. Zeer re cente onderzoekingen in samenwerking met andere instellingen wijzen namelijk uit, dat onze banken een gezamenlijke marktpositie hebben van 44 procent in het midden- en kleinbedrijf. En deze sector wordt ook nog eens voor ruim 40 procent (bij de lange leningen zelfs 43 procent) door onze banken gefinancierd. Deze cij fers worden door geen van de andere ban ken geëvenaard. Het is best aardig om even bij deze cijfers stil te blijven staan. Maar daar moet het niet bij blijven, want deze adel verplicht net zo zeer, als die uit het spreekwoord. Daarvan zijn onze ban ken en hun MKB-deskundigen, alsmede die van Rabobank Nederland, zich natuur lijk ten volle bewust. Samen, en met be hulp van een goed uitgedokterd instru mentarium, zorgen ze ervoor dat het mid den- en kleinbedrijf op maat bediend wordt: nu en in de toekomst! Het begint er op te lijken dat het vorig jaar voorzichtig ingezette herstel op de markt voor koopwoningen gaat doorzetten. Naar in de landelijke pers fors uitgemeten me dedelingen van de onlangs gevormde Ne derlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen (NVM) is de belang stelling van het publiek behoorlijk toege nomen. Zelfs in de normaal gesproken slappe wintermaanden steeg het aantal verkochte woningen. Aan deze positieve ontwikkeling - een lichtpuntje na jaren van terugloop - ligt een aantal factoren ten grondslag. De belangrijkste stimulerende werking zal op dit moment ongetwijfeld uitgaan van het relatief lage renteniveau en de relatief lage woningprijzen, vergeleken met het ni veau dat nog vers in het geheugen van het publiek ligt. Vervolg op pagina 6 De laatste paar jaar verkeert de Nederlandse economie in een situatie van volledige stagna tie. Er is in feite zelfs sprake van enige krimp. Deze ontwikkeling trekt ook heel duidelijk zijn sporen naar het activiteitenniveau binnen de organisatie. De zeer beperkte toename van ons balanstotaal in 7 982 bewijst dat. De stagna tie van de nationale economie vertaalt zich vanuit de bank gezien in evenzeer stagnerende markten voor bancaire diensten. Dat geldt bovendien voor activiteiten die hun weerslag vin den aan beide zijden van de balans. In de spaarmarkt is weliswaar sprake van een zekere groei van de particuliere besparingen, maar slechts een gering deel daarvan komt bij het bankwezen terecht. Een van jaar tot jaar groeiend deel daarvan ligt contractueel vast (pensioenen). Bovendien zijn vorig jaar nogal wat spaarmiddelen naar de beurs gevloeid voor de aankoop van aandelen, maar vooral ook van staatsobligaties. De staat is langs die weg een grote concurrent geworden van de ban ken. Een bestedingscategorie in de nationale economie die zich bijzonder teleurstellend ontwik kelt wordt gevormd door de bedrijfsinvesteringen. Deze zijn de laatste jaren fors teruggelo pen en op een historisch gezien zeer laag peil gekomen. De kredietvraag uit het bedrijfsleven ontwikkelt zich geheel in lijn daarmee. De nieuwe verstrekkingen lagen in 1982 ruwweg op de helft van het niveau dat aan het eind van de jaren zeventig werd gehaald. Ook de investeringen van particulieren in koopwoningen Heten in 1982 nog zeer te wensen over. Weliswaar is aan de sterke daling van de marktomvang een eind gekomen, maar veel meer dan een stabilisatie op een relatief laag niveau zat er toch nog niet in. Het jaar 1982 stond dus voor het bankwezen sterk in het teken van stagnerende of zelfs krimpende afzet markten. Een en ander leidde onvermijdelijk tot een zich verscherpende concurrentie. Aan de uitzettingenkant was sprake van een sterk toegenomen belangstelling voor sectoren die de laatste jaren relatief weinig risicovol zijn gebleken, zoals de agrarische sectoren toch ook de woninghypothekensector, hetgeen leidde tot een toenemende tariefconcurrentie. Op de middelenmarkt betoonden naast de staat ook de verzekeringsmaatschappijen (koop sompolissen) en sommige spaarbanken zich uiterst actief. Voor de nabije toekomst lijkt het meest in de rede te liggen de verwachting dat onze belang rijkste markten onder sterke en wellicht nog toenemende druk zullen blijven staan. De mees te markten voor bancaire produkten kunnen voor de komende periode gekenschetst worden als kopersmarkten. Ten opzichte van enkele jaren geleden is dat een tamelijk fundamentele omkering van de situatie. Willen we als Rabobankorganisatie onze marktposities overeind houden, dan zullen we slag vaardig en effectief op deze gewijzigde marktomstandigheden moeten inspelen. Een kopers markt gedoogt geen afwachtende houding, maar noopt tot een actieve marktbenadering. De huidige en voor de komende periode te verwachten marktsituatie vraagt om een planmatige marktbewerking en een snelle realisering van het geïntegreerd relatiebeheer. Wat het laatste betreft is het wellicht goed om daarover op deze plaats nog eens op te merken dat daarvoor per se geen grote investeringen met alle kostenconsequenties van dien nodig zijn. Het is vooral een mentaliteit en een manier van werken die ook realiseerbaar is met de be schikbare uitrusting en hulpmiddelen, zoals het Relatie Systeem Cliënten (RSC) en het Be drijven Informatie Systeem (BIS). In een marktcontext als hier beschreven en met in het verschiet nieuwe mogelijkheden die worden aangereikt vanuit de technologie, is het voor de verdere ontwikkeling van onze bank- organisatie van essentieel belang samen te bepalen hoe we actief en creatief op deze uitda gingen en mogelijkheden kunnen inspelen. Dat is ook inzet en doel van de bespreking in de aanstaande kringvergaderingen van het in de jaren tachtig in de particuliere markt te voeren beleid. Moge deze bespreking een vruchtbaar karakter krijgen. Drs. H. H. F. Wijffels

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 3