agboek van 'n kassier
De land- en tuinbouw heeft alle belang bij een gezonde industrie. Hier een kijkje in een fabriek voor landbouwmachines.
Herkauwend op een lange en ingewikkelde volzin uit een
mij door de centrale bank gezonden circulaire sta ik op om
me even te vertreden. Bij onze kalender sta ik stil en geniet
van de fraaie kleuren in het tuintje voor die Westbroekse
boerderij. Dan lees ik het tekstje in de linkerbenedenhoek en
krijg een aangename schok.
Er staan regels in die rijmen!
Kijkt u nu zelf maar eerst evenDe narcis, de hyacinth; de
bomen licht van tint. De blauwe lucht; een frisse lenteklucht.
En De hanen kraaien in het rond rijmt ten slotte nog op Ka
kelbont.
Jarenlang is aan de vormgeving van de kalender weinig ver
anderd. Een ijzersterke formule, die herkenbaarheid paart
aan mooie plaatjes en goed is voor een reusachtige oplage.
Dit jaar echter blijkt er toch sprake te zijn van een vernieu
wing. De poëzie heeft voorgoed de Rabobank aangeraakt en
dat noem ik pas innovatie.
Ik herinner me nog duidelijk dat een paar jaar geleden, laten
we zeggen zo rond 1978, bij elke kleurenplaat nog een
enorme hoeveelheid folkloristische of toeristische informa
tie werd verstrekt. Welliswaar wat staccato, maar altijd in
keurig proza.
Het jaar daarop werden de teksten wat korter, hadden wat
meer elegance, maar wel minder informatie. In 1980 wat
poëtischer en pregnanter taal, maar het rijm was nog ver te
zoeken.
En daarna in 1981 leek het of de schrijver was teruggeflo
ten, want dan keert de informatie terug en verdwijnt de poë
zie geheel naar de achtergrond.
In 1982 echter worden de teksten van volksliederen ge
bruikt om een doorbraak te forceren: varen, blaren; bomen,
komen
En dit jaar is het voorgoed raak. Al vanaf januari is onze
poëet aan de gang; vier, zes, nee soms wel acht regels rij
men.
Niet altijd in geijkte versvoeten, maar toch heeft de dichter
thans duidelijk zijn plaats veroverden hij, of zij uiteraard, be
reikte een hoogtepunt als hij in december (kijkt u zelf maar)
schrijft:
De eerste sneeuw in de laatste tuin van drieëntachtig
Is net als in de eerste maand weer sprookjesachtig
Het wit dekt jaar en tuinen toe en wacht op beter tijden
De zon staat aan de horizon. Achter de den de katjes in de
knop die er niet onder lijden
Laat alles maar voorlopig zo rustig als het is
Beginnen we in januari toch opnieuw weer lekker fris.
U begrijpt dat ik de kalender voor 1984 bijna niet kan af
wachten, zo benieuwd ben ik hoe onze dichter dan lekker
fris zal beginnen.
Belangrijk echter is, dat hij met zijn werk wellicht een nieuw
tijdperk inluidt dat de dichtkunst een plaats geeft in andere
bankteksten.
Poëzie in de circulaires, rentetarieven in sonnetvorm, jaar-
verslagen gebouwd van pure jambes.
Met een klap zou ons bankwezen worden uitgetild boven de
alledaagsheid van blauwe blazers, grijze broeken en zwart
geld.
Wie zou onberoerd blijven a/s straks op de algemene verga
dering in Utrecht het jaarverslag zo zou worden toegelicht:
En nu de bittere tijden aan de rente knagen,
de land- en tuinbouw minder om kredieten vragen,
bleef toch, o wonder, iets van winstverwachtig overend
en maken we met bevend hart onder wat voorbehoud be
kend
dat wij, gering en ijl gelijk de hoogste luchten
toch nog wat winsten zagen, die we met diepe zuchten
vertrouwden aan de Var tot zekerheid ten nut
hoort gij het plonzen niet in gindse diepe put.
Cas Sier