Die verdedigingswerken waren op een
gunstig gekozen plek opgeworpen, ten
minste wanneer het waar is dat 'schoten'
een zandige welving in een moerassig ter
rein veroorzaken. Die zandrug is nog her
kenbaar in de Dorpsstraat.
Er is een zeer groot verschil tussen beide
delen van de gemeente Bunschoten-Spa
kenburg.
Bunschoten is in hoofdzaak agrarisch. Dat
geldt evenzo voor Eembrug en Eemdijk.
Spakenburg was vanouds een vissersdorp
waar nu de visserij echter hoegenaamd
geen rol meer speelt.
Vrij geïsoleerd
Het feit dat beide plaatsen, die nu een ge
heel vormen, tot nog niet zo heel lang gele
den vrij geïsoleerd lagen in het noorden
van de provincie Utrecht, heeft waarschijn
lijk veel invloed gehad op, wat men zou
kunnen noemen, hetkaraktereigenevande
bevolking.
Een voorbeeld: er is een Pachtwet die tot in
details de rechten en verplichtingen van
verpachters en pachters vastlegt. Maar in
de gemeente Bunschoten heeft men al die
voorschriften niet nodig. Men sluit geen
langjarige contracten en de pachtprijzen
wijken soms belangrijk af van de elders
gangbare. Men houdt zich strikt aan het
'een man een man, een woord een woord'
en gunt ieder graag het zijne.
De Rabobank heeft enorm veel spaarbus-
jes uitstaan. Verhoudingsgewijs méér dan
de meeste andere aangesloten banken en
dat aantal groeit nog steeds met ettelijke
honderden per jaar. Van de Spakenburgse
vissers waren maar enkelen lid van onze
bank. Mogelijk kreeg men de benodigde
gelden van of door bemiddeling van fami
lie, notaris en scheepswerf. Onze bank was
immers een echte Boerenleenbank en ge
heel gericht op het agrarisch bedrijf.
Veel oudere bewoners van Bunschoten-
Spakenburg zijn nog zeer honkvast en ge
hecht aan hun woonplaats, hun familie en
medebewoners. Dat geldt in hoge mate
voor de oudere vissersbevolking. Geen
wonder overigens.
De mannelijke bevolking bevond zich
doorgaans van maandag tot en met vrijdag
of zaterdag op zee. De gezamenlijke strijd
om het bestaan waarbij men volkomen op
elkaar moest kunnen rekenen, bevorderde
een sterk saamhorigheidsgevoel dat er nu
nog is.
Wie nu in Spakenburg op de oude Zuider
zeedijk staat, kijkt uit over het Eemmeer
naar de dijk van Zuid-Flevoland. Dat was
tot ongeveer vijftig jaar geleden wel an
ders.
Tóen, op 28 mei 1932, werd het laatste
stroomgat gesloten in de Afsluitdijk. Door
de afsluiting van de Zuiderzee en de verde
re inpoldering daarvan is Spakenburg to
taal veranderd.
In 1892 voeren nog 193 botters uit, in
1925 waren dat er 200, in 1939 125, in
1960 44 en in 1975 nog maar 6.
In de plaats van visvangst kwam industrie,
visverwerking en vishandel. Vis uit vele
landen, waaronder Scandinavië, wordt
aangevoerd via Urk, IJmuiden en Zeeland.
De haven waar vroeger de vele botters aan
legden biedt nu nauwelijks voldoende
plaats aan plezierbootjes.
Eerste algemene vergadering
Op 1 9 augustus 1 91 2 's avonds om 7 uur
werd bij J. v. d. Geest te Bunschoten de
eerste algemene vergadering van de Boe
renleenbank ter plaatse geopend.
De aanwezige notaris Ditshuizen gaf op
dracht aan zijn klerk om de statuten voor te
lezen. Deze werden door alle negen aan
wezigen aanvaard, waarna beide heren de
vergadering verlieten, na vooraf nog be
loofd te hebben hun werkzaamheden in
deze zo spoedig mogelijk af te ronden.
Daarna ging men overtot langdurige en in
gewikkelde verkiezingen, waaruit A. Huy-
gen als directeur (voorzitter van het be
stuur), J. v. d. Geest als secretaris en K.
Huygen als onderdirecteur tevoorschijn-
kwamen (de raad van toezicht zou later wel
gekozen worden).
W. Beukers nam direct de benoeming tot
kassier aan, waarna de bank met haar
werkzaamheden kon aanvangen.
Op 1 8 november 1912 werd de raad van
toezicht gekozen. En omdat er inmiddels al
achttien leden aanwezig waren, stak de
voorzitter zijn blijdschap daarover niet on
der stoelen of banken.
De notulen van de vele vergaderingen ge
ven bijna alle verslag van nauwkeurig ge
boekstaafde verkiezingen, maar helaas van
weinig werkelijke bijzonderheden. Het
ging zo goed met de jonge vereniging, dat
afgunst de kop begon op te steken. In fe
bruari 1914 moest de voorzitter zijn leed
wezen erover uitspreken, dat iemand ge
tracht had de vereniging een slechte naam
te bezorgen. Maar toen hem gevraagd
werd welk bewijs hij had, kon hij daarvan
geen verslag geven.
Ramp
Op de vergadering van 22 februari 1916
dankte de voorzitter God dat ons land ge
vrijwaard was gebleven van de rondom
woedende oorlog. Alhoewel weinig heeft
deze Boerenleenbank toch iets van de oor
log gevoeld, daar ze dadelijk meer rente
aan de centrale bank moest gaan betalen,
waardoor minder winst kon worden ge
maakt. Maar aan alle verplichtingen kon de
bank ruimschoots voldoen. En - blijk van
vertrouwen - de Brandassurantie had zijn
gelden uitgezet op de Boerenleenbank!
Er was intussen wel een ramp gebeurd die
de Eemdijkers en Spakenburgers nog lang
zou heugen.
Op de avond van donderdag 1 3 januari
1916 stonden aan het zuidoosteinde van
Eemdijk bij twee veehouders tegelijkertijd
grote hooibergen in felle brand. Even daar
na vatten ook drie schuren vlam. De spui
ten uit Spakenburg en Bunschoten konden
niets anders doen dan de belendende per
celen nat houden. En was het daarbij nu
maar gebleven... Want een veel grotere
ramp trof, eigenlijk onverwacht, Spaken
burg. (Het boekje 'Als Dam en Dijk be
zwijkt' geeft daarvan een zeer gedetail
leerd beeld.)
Een plotseling opstekende storm met or
kaankracht beukte de kusten van de Zui
derzee. Dijken braken door en er waren
veel overstromingen. Heel ernstig werd de
zuidkust van de Zuiderzee, daar waar Spa
kenburg ligt, getroffen. Terwijl het blus
werk in Eemdijk nog alle aandacht en
nieuwsgierigheid opeiste, werd het zeewa
ter door de storm tot ongekende hoogte
opgezweept. Omdat het geen andere uit
weg kon vinden dan de uitmonding van de
Eem, die dat allemaal niet aankon, golfden
brede waterstromen bij elke golfslag de
Spakenburgse haven binnen, werden de
dijken overstroomd, en zocht het fel brui
sende water zijn weg door de nauwe boch
tige stegen van het dorp om uitte vloeien in
de omringende polders.
Schepen in de havens sloegen van hun an
kers en trossen en werden op de wal ge
smeten, waar ze op elkaar sloegen en ver
splinterden. 'De aanvallende botters reden
steigerend met hoog opgeheven boegen in
op de slagorde der soliede huizen'. In de
havens lagen vrijwel geen schuiten meer.
Zij waren in het dorp tussen de huizen
neergesmeten door het onweerstaanbare
water. Ettelijke schepen en gebouwen wer
den volkomen vernield.
Huizen, pakhuizen, schuren en werkplaat
sen in wijde omtrek werden door water en
wind verwoest.
Gelukkig bleek, toen de storm luwde en het
water zich terugtrok, dat er. geen mensen
levens te betreuren waren, alhoewel velen
letterlijk in doodsnood hadden verkeerd.
Vee en andere eigendommen werden wel
de prooi van dit noodweer.
In de ledenvergadering van 4 april 1916
werd een voorstel van de zusterbank Broek
in Waterland om de ontvangen Rijkssubsi
die te schenken aan de slachtoffers van de