at ons bezighoudt
Wob
Waar zijn ze nu mee bezig?
De Rabobank en het MKB
Eén van de eerste optredens van de (al
thanstoen nog) nieuwe minister van Finan
ciën als vrager op de kapitaalmarkt is een
eclatant succes geworden. De eerste
staatslening van 1983 kende namelijk de
gigantische opbrengst van f 5 miljard. De
kwalificatie 'uitslaande brand' was dan ook
zeker op zijn plaats. Wanneer de modali
teiten, en dan met name de looptijd, wat
nader worden bekeken, blijken er toch wel
ernstige bezwaren te kunnen worden inge
bracht tegen deze lening.
De gekozen looptijd was namelijk de kort
ste, die De Nederlandsche Bank voor kapi
taalmarktleningen toestaat. Na een aflos-
singsvrije periode van 3 jaar wordt de le
ning in vier jaarlijkse termijnen afgelost.
Voordat de jaren negentig goed en wel zijn
begonnen, zal deze mammoetlening dus al
helemaal zijn afgelost. De toch al enorme
aflossingslasten in de tweede helft van de
jaren tachtig worden door deze lening nog
eens met jaarlijks f 1 Va miljard verhoogd.
Ter illustratie: de aflossingslasten van de
op dit moment uitstaande vaste staats
schuld nemen in de eerstkomende jaren
toe van bijna f 4 miljard in 1983 tot bijna
f 1 6 miljard in 1 988!
Natuurlijk is het dekken van de jaarlijkse fi
nancieringsbehoefte van het Rijk een be
langrijke taak van het ministerie van Finan
ciën. Maar het is onjuist dat daarbij alleen
korte-termijnoverwegingen een rol spelen.
De langere termijn wordt volledig uit het
oog verloren, zo in de trant van: 'na ons de
financiële zondvloed'. Wat is namelijk het
geval? Tot nu toe werd steeds gesteld dat
de sterk stijgende aflossingslast geen pro
bleem vormde, omdat af te lossen bedra
gen door de beleggers toch weer in nieuw
uit te geven staatsschuld zouden worden
belegd. Deze herfinancieringsveronder
stelling kan echter niet langer onverkort
worden gehandhaafd, omdat staatsschuld
de laatste jaren in toenemende mate in
handen komt van buitenlandse beleggers
en banken. Buitenlandse beleggers zullen
hun beslissing tot herbelegging sterk laten
afhangen van de vraag of ze op het mo
ment van aflossing de positie van de gul
den sterk genoeg achten om opnieuw gul
densbeleggingen te doen. Voor banken is
met name de vraag van belang in hoeverre
de kredietvraag van de particuliere sector
zich dan zal hebben hersteld. Kortom: her
belegging is voor een deel niet langer op
voorhand zeker.
De minister van Financiën is, behalve voor
de dekking van de financieringsbehoefte
van het Rijk, ook verantwoordelijk voor het
goed functioneren van de financiële mark
ten. Welnu, als herfinanciering van afge
loste bedragen in de tweede helft van de
jaren tachtig niet meer zo vanzelfsprekend
blijkt te zijn, dan zou dat functioneren wei
eens veel minder soepel kunnen worden. In
dat verband lijkt de vraag gerechtvaar
digd: waar zijn ze nu mee bezig?
Men hoeft geen helderziende te zijn om te
voorspellen dat het water het midden- en
kleinbedrijf (MKB) in 1 983 nog verder naar
de lippen zal stijgen. En ook dit jaar zullen
er weer veel bedrijven uit deze sector kopje
onder gaan. Een conjuncturele opleving
van het bedrijfsleven als geheel (70 pro
cent van de bijna 490 000 bedrijven hoort
tot het MKB) mag op dit moment nog nau
welijks worden verwacht. De afzetproble-
men zullen blijven, niet in de laatste plaats
vanwege de uitgeholde koopkracht, die dit
jaar nog verder af zal nemen. Geen opwek
kend beeld dus. Maar we moeten niet bij de
pakken gaan neerzitten. FHet MKB moet
krachtig ondersteund worden, natuurlijk
ook door onze organisatie, en de onderne
mersgeest moet weer uit de fles, waarin hij
al te lang is opgesloten. In dit verband zijn
de onlangs door de regering afgekondigde
lastenverlichtingen voor het bedrijfsleven
een lichtpunt, al moet niet alle heil daarvan
verwacht worden.
Ook op Europees niveau is men zich be
wust van het feit dat het MKB de ruimte
moet krijgen. Dit jaar is door het Europees
Parlement niet voor niets uitgeroepen tot
het 'Jaar voor het midden- en kleinbedrijf'.
In ons land is een Nationaal Comité opge
richt om de Nederlandse activiteiten in het
kader van dit 'Jaar' te activeren en te coör
dineren. Ook Rabobank Nederland maakt
daarvan deel uit, terwijl de voorzitter van
onze hoofddirectie, ir. P. J. Lardinois, zit
ting heeft in een Erecomité, dat het 'Jaar
van het midden- en kleinbedrijf' op Euro
pees niveau begeleidt. Plet Nationaal Co
mité heeft al enkele activiteiten op stapel
gezet, zoals een dag voor functionarissen
van organisaties en instituten in het MKB
(eind van deze maand), een openbare ver
gadering van de Commissie Euromarkt van
de Raad van het Midden- en Kleinbedrijf
(najaar 1 983), deelname aan interregiona
le manifestaties met name in de grensge
bieden, alsmede publicitaire ondersteu
ning ten einde het MKB bij het publiek in de
aandacht te brengen.
Rabobank Nederland zal zelf een bijdrage
leveren aan de discussie in het kader van
het 'Jaar' door opnieuw een landelijk sym
posium voor het MKB te organiseren.
Ruimte geven aan het midden- en kleinbe
drijf betekent overigens veel meer dan al
leen maarfinanciële ruimte. Daar hoort bij
voorbeeld ook een verdere stroomlijning
van het door de overheid gegarandeerde
kredietsysteem bij. Thans bestaan nog
steeds twee circuits, waarlangs de aanvra
gen voor garantiekredieten moeten wor
den geleid. Het ene loopt via de Nederland
sche Middenstandsbank, die nog tot 1977
het monopolie had bij deze overheidsga-
rantiekredieten. En het andere loopt via de
andere banken. Beide circuits hebben
beoordelingscommissies. Een nodeloos
ingewikkelde zaak, die veel eenvoudiger
kan door beide circuits in elkaar te schui
ven en één centrale beoordelingscommis
sie te laten kijken naar de kredietaanvra
gen.
Het is verheugend dat de politieke wil
thans aanwezig lijkt - een aantal jaren ge
leden was dat wel anders - om dit te gaan
realiseren. Staatssecretaris P. van Zeil
heeft de Commissie Financieringsaangele
genheden Midden- en Kleinbedrijf daar
over advies gevraagd. Het valt te ho
pen dat de kogel nu snel door de kerk gaat,
want de uitvoering van de aan deze garan
tiekredieten ten grondslag liggende kre
dietbeschikking staat onder grote druk
door het toegenomen beroep op deze re
geling, zo laat Van Zeil zelf weten.
Eén circuit dat definitief afrekent met mo-