lastenverdeling en noodzakelijk
'De laatste jaren heeft
Nederland te kampen met
een economische terugslag.
We verkeren in dat opzicht,
zogezegd, in een
midwinterperiode. Maar
deze beschrijving doet toch
wel vreemd aan, als we
onze situatie vergelijken
met die van de meeste
landen, waaruit onze
cursisten afkomstig zijn.
23
en een toenemende inflexibiliteit van de ar
beidsmarkt. Een en ander ging gepaard
met onvoldoende investeringen om de
groeiende beroepsbevolking van werkge
legenheid te voorzien en de noodzakelijke
aanpassing aan de verschuivingen in de
wereldeconomie te bewerkstelligen.
Deze toenemende verstarringen en struc
turele onevenwichtigheden werden mee
dogenloos blootgelegd na de eerste olie
crisis in 1 973/74, toen de prijzen van ruwe
olie werden verviervoudigd. Die olieprijs
explosie leidde in de westerse industrie
landen niet alleen tot betalingsbalanste
korten, maar ook tot stagnatie in de groei
van produktie en werkgelegenheid en tot
een algemene prijsstijging. Deze ongeken
de combinatie van stagnatie en inflatie,
welke in het vakjargon der economen werd
aangeduid met de nieuwe term 'stagflatie',
stelde het beleid voor een ernstig dilemma
en de economie voor een zware kracht
proef.
Nauwelijks had men deze problemen na
een jarenlange worsteling enigermate op
gelost, toen zich in 1 979 de tweede oliecri
sis voordeed. Het aarzelend op gang geko
men conjunctuurherstel werd hierdoor
drastisch verstoord, terwijl de nog steeds
niet bedwongen inflatie wederom werd
aangewakkerd. Daarmee werd het beleid
opnieuw voor het dilemma conjunctuursti
mulering of inflatiebestrijding gesteld.
Anders dan na de eerste oliecrisis werd dit
maal, mede vanwege de sindsdien opge
dane ervaring, duidelijk prioriteit verleend
aan de inflatiebestrijding. Daarmee hoopte
men tevens de basis te leggen voor een
duurzaam herstel van produktiegroei en
werkgelegenheid op wat langere termijn.
Aldus werd aan de vraagzijde gekozen
vooreen restrictief financieel beleid, waar
bij de klemtoon kwam te liggen op de mo
netaire politiek. Tegelijkertijd werd ge
streefd naar een verbetering van de aan
bodzijde van het economisch proces door
aanmoediging van investeringen, bevorde
ring van flexibiliteit, mobiliteit, privatise
ring en deregulering, ten einde verstarrin
gen en structurele onevenwichtigheden te
bestrijden en het aanpassingsvermogen te
stimuleren.
Deze nieuwe beleidscombinatie bleek ten
dele succesvol, namelijk in zoverre het mo-
netarisme resulteerde in een proces van
desinflatie, waardoor het inflatietempo ten
slotte sterk werd vertraagd. Aan de aan
bodzijde werd een proces van sanering
op gang gebracht, waardoor de basis werd
gelegd voor een duurzaam groeiherstel in
de toekomst.
Daar stond echter tegenover, dat de ren
testand een krachtige stijging onderging,
doordat het restrictieve monetaire beleid
aanvankelijk niet werd ondersteund door
een gelijkgerichte budgettaire politiek. De
overheidsfinanciën bleven namelijk aan
zienlijke begrotingstekorten vertonen, die
overigens zelf weer deels het gevolg waren
van stijgende rentelasten en - vanwege de
recessie - tegenvallende belastingont
vangsten en toenemende werkloosheids-
uitkeringen.
De hieruit voortvloeiende rentestijging
vormde op haar beurt weer een ernstige
hinderpaal voor het conjunctuurherstel. Zij
verzwaarde immers de schuldenlast van
allerlei debiteuren (gezinnen, bedrijven,
overheden en ontwikkelingslanden) en be
perkte daarmee de effectieve bestedingen
- met name ook de investeringen - waar
door de groei van produktie, werkgelegen
heid en wereldhandel stagneerde. Het ef
fect van deze hoge rentestanden als gevolg
van de simultane verkrapping van het mo
netaire beleid in vele landen bleek zelfs
heel wat drastischer dan alom was veron
dersteld. De inmiddels opgetreden sterke
daling van het inflatietempo en daarmee
tevens van de nominale rentestand in de
industrielanden vormt dan ook een niet on
belangrijk lichtpunt in dit sombere beeld
van de wereldeconomie.
Datzelfde geldt trouwens eveneens voor
de ontwikkeling op het energiefront, waar
een enorme vermindering van de vraag
naar olie is opgetreden, niet alleen als ge
volg van de recessie, maar ook door allerlei
bezuinigingen op het verbruik en door de
aanwending van alternatieve energiebron
nen. Hieruit resulteerde ten slotte een zo
danig aanbodoverschot op de wereld
markt voor olie, dat onlangs zelfs een da
ling van de ruwe-olieprijzen is
opgetreden. J
Financiële problematiek
ontwikkelingslanden
JDe geschetste problematiek der in
dustrielanden was uiteraard van door
slaggevende betekenis voor de situatie in
de ontwikkelingslanden, die zelfs de meest
getroffen slachtoffers werden van de crisis
in de wereldeconomie. Niet alleen kregen
ook zij in eigen land te kampen met een
vertraging van de economische groei en
met een scherpe versnelling van het infla
tietempo, maar bovenal werden zij gecon
fronteerd met een zorgwekkende verslech
tering van hun externe positie.
Het gezamenlijke tekort op de lopende re
kening van de betalingsbalans bij de olie-
importerende ontwikkelingslanden steeg
van 40 miljard in 1 978 tot 100 miljard
in 1981 en 1982.
Het overgrote deel van deze achteruitgang
kwam voor rekening van de explosieve stij
ging van zowel de olieprijs, als de rente
stand op de internationale markten en niet
De cursisten luisteren aandachtig naar de openingstoespraken.