Toevertrouwde middelen Overige middelen Internationale activiteiten Rabobankorganisatie in 1982 lijk van de binnenlandse particuliere con sumptie. De verkopen in volume daalden in 1982 voor het derde achtereenvolgende jaar. Dit vormt de keerzijde van het beleid gericht op inkomensmatiging. Bij een prijsstijging van 6% boekte de detailhan del slechts een nominaal gelijkblijvende omzet. In de groothandel kon - dank zij de export - de afzet nog redelijk op peil blij ven. Aan de malaise in de bouwnijverheid die voor veel andere sectoren een voortrek kersrol vervult, is nog geen einde geko men. Het bouwproduktievolume daalde met ruim 6 de woningbouw daarbinnen met 5%. De omzet in de dienstverlenende sector is in 1982 met enkele procenten gedaald. Dit heeft beëindiging of afslanking van een aantal bedrijven tot gevolg gehad. Onze organisatie verstrekte aan niet-agra- rische bedrijven f2 232 (2 926) miljoen, 24 (13)% minder dan in 1981 en slechts ongeveer twee derde van het recordjaar 1979. In het verslagjaar werd aan particulieren voor f 5 331 (5 598) miljoen aan nieuwe leningen verstrekt, 5% minder dan in 1981Deze terugval was daarmee kleiner dan die bij bedrijfsfinancieringen. Vergele ken echter met de topjaren 1978 en 1 979 is ons verstrekkingsniveau van deze nieu we leningen ook hier bijna gehalveerd. De situatie op de markt voor koopwonin gen is in 1982 nog niet verbeterd, het flink gedaalde prijsniveau ten spijt. Bestaande woningen werden in de eerste maanden van het verslagjaar nog goedkoper. Als po sitief kan onder meer worden aangemerkt de sterk gedaalde rente. Negatief werken onder andere de fors teruggeschroefde in komensverwachtingen en de toegenomen werkloosheidsdreiging. Ook in 1982 bleef de middelengroei zich neerwaarts ontwikkelen. Bedroeg zij in 1976 nog 16 in de jaren daarna is zij ge leidelijk en zonder onderbreking gedaald tot bijna 4% in 1982. De groei van de spaarmiddelen (spaar geld en deposito's van particulieren) hal veerde tot 5 na een toename van 10 in 1980 en 1981. De toename op spaarreke ningen namen daarbinnen voor het eerst sinds 1979 weer toe. In belangrijke mate is deze aanwas echter veroorzaakt door de in het najaar van 1981 begonnen daling van de geldmarktrente, als gevolg waarvan een deel van de door particulieren op bankde positorekeningen aangehouden tegoeden weer terecht kwam op spaarrekeningen. Ofschoon de totale besparingen in procen ten van het nationaal inkomen in 1982 zijn gestegen ten opzichte van het jaar daar voor, is de groei van de spaarmiddelen, aangehouden bij het bankwezen, in het verslagjaar ten opzichte van 1981 fors ver minderd. Deze ontwikkeling kan ten dele worden verklaard doordat gezinnen in toe nemende mate hebben belegd in staats obligaties. Ook de versnelde inning van be lastingen en de verhevigde concurrentie heeft de groei van de spaarmiddelen bij onze organisatie beperkt. De toegenomen onzekerheid omtrent de inkomenspers pectieven werkt weliswaar een grotere spaarneiging in de hand - men wil zich tot op zekere hoogte indekken tegen finan ciële tegenvallers - maar: de mogelijkhe den om van het netto besteedbare inko men een deel te sparen zijn in het afgelo pen jaar sterk verminderd door de terug gang van dat inkomen. Tegenover de lagere aanwas van de spaar middelen stond een toegenomen aanwas van de saldi op privé-rekeningen met bijna f 426 (- 138) miljoen. Voor een deel is de ze groei te verklaren uit de gedaalde geld marktrente. Bij lage depositotarieven is men minder gauw geneigd bedragen voor een bepaalde termijn vast te zetten. Het aantal privé-rekeningen bij onze aangeslo ten banken nam in de verslagperiode per saldo toe met 100 000, te vergelijken met 95 000 in 1981 en 130 000 in 1 980. Het gemiddeld saldo per privé-rekening steeg met 4 (-6)% tot f 1 966 (1 885) op 2,9 miljoen rekeningen. In de zakelijke sfeer namen de rekening- courantgelden in 1982 toe met f837 (171) miljoen. Ook deze forse groei hangt samen met de veranderde situatie op de geldmarkt. Eveneens weerspiegelt deze ontwikkeling het lage niveau van investe ringsgeneigdheid. De op de openbare kapitaalmarkt aange trokken middelen namen fractioneel af. De behoefte aan deze middelen is minimaal vanwege de achterblijvende kredietvraag. Het uitstaande bedrag van de hieronder begrepen pandbrieven bleef praktisch ge lijk. De belangstelling voor waardepapie ren (niet op naam gesteld) is verder afge nomen. De via de onderhandse kapitaal markt verkregen middelen namen in 1 982 met f 1,0 miljard af, omdat de toename van de traditionele middelen meer dan toe reikend was om aan de vraag naar krediet tegemoet te komen. De toevertrouwde middelen in totaliteit stegen in het verslagjaar met f 2,4 miljard, of 3 (9)%. Ultimo 1982 kwam het totaal van de toevertrouwde middelen op f 82,7 miljard. De spanningen in het internationale finan ciële bestel werden in het verslagjaar voor al veroorzaakt door de nijpende liquidi teitsproblemen van enkele zeer grote debi- teurlanden in Latijns-Amerika. Overheden, banken en internationale financiële instel lingen zochten in onderling samenspel naar oplossingen voor de schuldproble men. Daarbij werden zij geholpen door de internationale rentedaling van de afgelo pen maanden. Zonder de geleverde krachtsinspanningen zou een werkelijke crisis onafwendbaar ge weest zijn. Dat wettigt nog niet de stelling, dat de nieuwe instrumenten en inspannin gen de toekomst veilig maken. Reeds vóór de onrust op de internationale financiële markten, was het beleid ten aan zien van ons buitenlands bedrijf gericht op een meer gematigde ontwikkeling van het Eurodepositobedrijf. De bij bankiers in bin nen- en buitenland opgenomen middelen daalden als gevolg van de genoemde ex terne en interne oorzaken beduidend. Onze activiteiten op het gebied van het in ternationaal betalingsverkeer en de bege-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 22