Uit de motieven, die aan het sparen ten grondslag liggen, vloeit voort dat in economisch slechtere tijden de spaarneiging bij de gezinnen toeneemt. Men wil zich tot op zekere hoogte beschermen tegen de onzekerheid van de toekomst. Deze behoefte komt ook nu weer tot uiting in een forse stijging van de gezinsbesparingen; gelden die gro tendeels terechtkomen in de financiële wereld. Deze toename is dit maal echter niet bij de banken terechtgekomen. 1978 1979 1980 1981 23.450 23.280 24.600 28.350 2.100 1.570 480 - 220 17.300 20.200 16.800 12.700 8.500 41.420 45.750 41.650 37.780 36.630 13.720 14.670 15.690 16.650 16.650 2.860 3.190 3.470 3.710 3.970 Drs. A. J. A. M. Kuijpers Algemeen Economisch Onderzoek - doelsparen (grote aankopen, reserverin gen voor regelmatige uitgaven); - onzekerheidssparen (onvoorziene gebeur tenissen). Rendementssparen Het rendementssparen, ten einde ook in consumptieve behoeften te kunnen voor zien in tijden dat het inkomen daarvoor te kortschiet (na pensionering) hangt nauw samen met de leeftijdsfase van de spaar der. Het leven wordt, gemiddeld genomen, gekenmerkt door perioden, waarin het lo pende inkomen groter is dan de gewenste koopkracht en perioden waarin het omge keerde zich voordoet. Het gevolg daarvan is dat gedurende een gedeelte van het le ven per saldo wordt gespaard, terwijl in een ander tijdvak per saldo wordt geleend om bepaalde (onroerende) goederen te kunnen kopen. Uitgaande van dit gestyleerde voorbeeld zal zich vooral op middelbare leeftijd de mogelijkheid voordoen om aanzienlijke bedragen opzij te leggen. Het gelijktijdig sparen en lenen gedurende een groot ge deelte van het leven komt voornamelijk voort uit het feit, dat een gedeelte van de gezinsbesparingen - premie-afdrachten aan pensioenfondsen en levensverzeke ringsmaatschappijen - niet naar eigen wens aangewend kan worden. Aangezien rendementssparen vooral samenhangt met demografische factoren en het alge meen welvaartspeil, factoren welke binnen enkele jaren niet abrupt veranderen, lijkt de huidige toegenomen spaarneiging niet vanuit dit motief te kunnen worden ver klaard. Doelsparen Van doelsparen zal sprake zijn als het inko men tekortschiet om naast de maandelijk se uitgaven grotere aankopen te doen. Be- 1.980 halve om een woning of duurzame con sumptiegoederen te kopen, kan men ook doelsparen met het oog op een schuldaf lossing. Een alternatief voor doelsparen is consumptief of hypothecair lenen. Het kie zen tussen sparen 'vooraf of 'achteraf' wordt onder meer bepaald door het rente peil en de inkomensperspectieven. Naar mate de rente hoger is, stijgt de beloning voor sparen en nemen ook de financie ringskosten toe. Rente en aflossingsver plichtingen dienen uittoekomstig inkomen betaald te worden. Bestaat hierover onze kerheid, dan stelt men zich terughoudend Vermogensmutaties gezinnen (x f min) 1977 gezinsbesparingen 22.140 netto verstrekt cons. krediet netto verstrekt hyp. krediet toename vermogens activa gezinnen aanwending'. (premie) pensioen fondsen (premie) levensver- zekeringsmijen toename rek. crt. tegoed toename effecten bezit toename spaarbewijzen/ toonder toename spaartegoed (incl. particuliere termijndeposito's) overige w.o. aankoop nieuwe woningen en schuldkwijtscheldingen op ten aanzien van het aangaan van toe komstige financiële verplichtingen. Aan genomen mag worden dat het effect van de nog jaren te verwachten inkomensmati ging (toename besparingen) de gevolgen van de huidige rentedaling (afname bespa ringen) thans overschaduwt. Hieruit kan de toegenomen spaarneiging gedeeltelijk verklaard worden, evenals overigens de te rugval in de consumptieve en hypothecaire kredietverlening. Onzekerheidssparen Het onzekerheidssparen heeft tot doel een risicobuffer op te bouwen. Men wil zich in dekken tegen financiële tegenvallers. Naarmate de financiële buffer groeit, is de kans dat men onvoorziene omstandighe den niet meer het hoofd kan bieden kleiner. Behalve met onvoorziene uitgaven kan 3.430 2.410 1.050 440 - 1.060 1.880 2.030 - 1.070 1.870 3.500 1.570 .2.360 2.850 1.130 400 12.180 11.770 11.230 9.940 11.980 5.780 9.320 8.430 4.040 1.190 Bron: CBS, DNB en eigen ramingen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 15