I 1 r_ Alternatieven - consolideren van kale financiering. SIGNALEN Raming bij ongewijzigd beleid Ordening en selectie Mogelijke sleutel factoren Urgentie van Imaatregelen Vergelijking Sleutelfactoren Ontwerp Beoordeling op uitvoerbaarheid en wenselijkheid Evaluatie Keuze Dit in schema weergegeven proces komt op gang als bepaalde signalen daartoe aanleiding geven. De signalen kunnen zijn: winstdaling technische ontwikkelingen nieuwe concurrenten. Het strategievormingsproces wordt als een project gezien, waarbinnen antwoord gegeven moet worden op de hiervoor ge schetste signalen. De methode van Lemmens en Smeets streeft er naar om zo snel mogelijk uit een veelheid van factoren, die het functioneren van de onderneming beïnvloeden, de be langrijkste vast te stellen. Dit kan beschouwd worden als fase 1 (or dening en selectie). Binnen deze fase worden twee doelstellin gen nagestreefd. Het systematisch ordenen van de belang rijkste factoren, die van belang kunnen zijn voor de strategie zoals: grondstofvoorziening; produkt-markt-combinatie; kostenstructuur bedrijf; financiële middelen. Het selecteren van die factoren, die als kri tisch of kansrijk voor de verdere ontwikke ling van de onderneming kunnen worden aangemerkt. Deze factoren worden sleu telfactoren genoemd en kunnen betrek king hebben zowel op de interne als op de externe situatie. In fase 2 (vergelijkingsfase) richt de onder neming zich met haar sleutelfactoren op de omgeving, met andere woorden de fac toren worden getoetst aan andere bedrij ven binnen de branche, afnemers, leveran ciers en de arbeidsmarkt. Men kan deze fa se beschouwen als een analyse van de sterke en zwakke punten van de onderne ming. Het resultaat van deze twee fasen is, dat er een beeld ontstaat van de historische en huidige situatie van de onderneming. De volgende fasen zullen meer toekomstge richt zijn. Fase 3 wordt genoemd de raming bij onge wijzigd beleid. Deze raming moet inzicht verstrekken in de situatie, die voor het be drijf zal ontstaan als het bestaande be drijfsbeleid wordt gehandhaafd. In princi pe wordt de laatste resultatenrekening, welke beschouwd kan worden als een re sultaat van het huidige beleid doorgere kend over een periode van 3 a 4 jaar. Aan de hand van deze prognoses kan beoor deeld worden of de toekomstige situatie bij het bedrijf al of niet bevredigend is. Bij een onbevredigende situatie kan ook bepaald worden hoe urgent het nemen van maatre gelen is. In de prognoses moet dan ook re kening gehouden worden met toekomsti ge marktverhoudingen. Het heeft namelijk weinig zin in bijvoorbeeld een dalende markt uitte blijven gaan van een bestaande marktsituatie. In fase 4 (ontwerpfase) worden maatrege len vastgesteld, welke naar verwachting zouden kunnen leiden tot een ombuiging naar de gewenste ontwikkeling van de re sultaten. De maatregelen kunnen verschillende rich tingen uitgaan, welke afgeleid kunnen worden uit hiervoor weergegeven sleutel factoren. De richtingen kunnen zijn: andere produkt-markt-combinaties, bijv. assortimentswijziging, afstoten van bepaalde produkten, export; andere produktiemethoden, bijv.: - uitbesteden van werk, - aantrekken van werk van derden, - uitbreiden van de eigen produktiefasen; andere aanwending van de onderne mingsmiddelen, bijv.: - andere vestigingsplaats, - huur of verhuur, - werknemers verhuren of inhuren, - energiebenutting; andere aanwending van de financiële middelen, bijv.: - factoring, - leasing, In fase 5 (beoordeling) worden de moge lijkheden voor de onderneming, welke in eerdere fasen naarvoren zijn gekomen, ge toetst op hun wenselijkheid dan wel hun uitvoerbaarheid. Hierbij spelen diverse overwegingen een rol. Worden zwakke punten bij de onderneming opgeheven dan wel minder zwak gemaakt? Worden sterke punten voldoende uitgebuit? Worden vastgestelde kansen voldoende be nut? Worden vastgestelde bedreigingen voldoen de opgeheven? Er kunnen maatregelen genomen worden met een korte termijn en een lange termijn effect. Dit zal echter reeds tot uitdrukking gekomen zijn bij het bepalen van de urgen tie van de te nemen maatregelen. Meestal wordt er te lichtvaardig gekeken naar de uitvoering van de mogelijkheden. Met andere woorden, ondernemingen hebben een te hoge dunk van hun eigen mogelijkheden. Objectieve derden (ac countant, banken, CIMK, RND) zouden wellicht ook hun licht over de plannen kun nen laten schijnen. In fase 6 (keuze) wordt de definitieve be slissing genomen over de te nemen maat regelen. In deze fase wordt de definitieve strategie voor de toekomst bepaald, waar bij de strategie dan een pakket van maatre gelen inhoudt die qua aard en tijd op elkaar zijn afgestemd. Het zal duidelijk zijn, dat dit artikel niet meer pretendeert daar een aantal hoofdlij nen aan te geven, waarbinnen strategie vorming voor een kleine of middelgrote on derneming mogelijk is met inzet van be perkte mankracht en hulpmiddelen. Geïnteresseerden in dit onderwerp kan ik verwijzen naar een drietal boeken: - Keuning en Eppink: Management en or ganisatie. Stenfert Kroese 1979 - P. Croon: Strategie en strategiebepaling. NIVE/UPK 1973 - Lemmens en Smeets: Strategievorming in de middelgrote onderneming. Kluwer/ NIVE 1979.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 13