it onze historie
De bank
in 'I
Di
ie Sted
e vai
i Hattem'
Wie bij Zwolle - de hoofdstad van Overijssel - de
IJssel oversteekt en de brede rivierdijk volgt, passeert
de grens tussen Overijssel en Gelderland. Die is
overigens niet te zien. Wat wel en vrij onverwacht is
te zien, is - een beetje verscholen in een dijkbocht en
met moeite over de dijkkruin glurend - het Gelderse
stadje Hattem.
«ScLool "te "KATTETYl
zogenaamde Hoenwaard aan de stad. Dat
was een weide voor algemeen gebruik ten
behoeve van de inwoners van de stad.
Daardoor werden de boeren gedwongen
binnen de stadsmuren te blijven wonen:
een slimme bepaling die de stadsecono-
mie uiteraard gunstig beïnvloedde!
Ook nu nog zijn vele, binnen de muren
gebouwde boerderijen te herkennen in de
ze stad met zijn heel eigen karakter.
De Hoenwaard (of Homoet) is ten gevolge
van ruilverkavelingen geheel verdwenen.
Wat niet verdwenen is, zijn de restanten
van verdedigingswerken, die, nu de grach
ten gedempt zijn, tot wandelingen zijn om
gebouwd. Verder staat er het huis De Tin
ne, vroeger het woonhuis van het bekende
regentengeslacht Daendels, waarvan een
lid het tot gduverneur van Indië bracht in
de Napoleontische tijd. Hij was belast met
de verdediging van Java. Dit huis werd om
streeks het jaar 1500 gebouwd. Er is
voorts nog het Hoge Huys, dat vroeger de
woning was van de Drosten van Hattem,
die van daaruit tevens een goed verge
zicht hadden over de omgeving van de
stad. En er is een grote schuur die van
oudsher het Spookhuis wordt genoemd,
met muren zó dik dat er een bedstede in
uitgespaard kon worden. Dit gebouw was
onderdeel van het slot van de hertogen van
Gelre.
Er was in Hattem een niet onaanzienlijke
Latijnse en Franse school, waarin kinderen
(vooral jongens) van vermogende families
onderricht kregen, niet alleen in schoolvak
ken, maar ook in de kunst der wellevend
heid en de beoefening van meer culturele
Men gaat de stad binnen door een monu
mentale middeleeuwse stadspoort, de
Waterpoort, die bij zovele oude rivierstad
jes te vinden is en komt direct op het
haast onevenredig grote marktplein te
recht. Daaraan is in een kapitaal, geheel
herbouwd en zorgvuldig in de stijl van het
verleden gehouden pand, de Rabobank
Hattem-Zalk, gefundeerd op een van histo
rie verzadigde bodem, gevestigd.
Hattem wordt al genoemd in een oorkonde
van het jaar 891 en was gelegen aan een
zeer oude Hessenweg (verkeersweg van
oost naar west). Stadsrechten verkreeg de
plaats in 1 299. Toen kon het overgaan tot
het laten aanleggen van verdedigingswer
ken, waaronder landpoorten, stadsmuur,
waterpoort en verdedigingstorens. Van dat
alles is niet veel meer over. Maar wat
nog bestaat is het bezichtigen ten volle
waard.
In 1401 schonk de hertog van Gelre een
zaken. Met de bouw van het Stadhuis werd
in 1625 aangevangen. Samen met het
Waaggebouw vormt dit één geheel. Naast
de monumentale, zeer oude kerk is de
vroegere Hoofdwacht te zien (gebouwd in
1621). Een gedicht in de gevel daarvan
herinnert aan het rampjaar 1672. U weet
het wel: Frankrijk, Engeland, Munster en
Keulen die het arme weerloze Holland eens
even de das om zouden doen. Maar dat
mislukte.
En zo zijn wij, na een korte rondwandeling,
weer op het punt van vertrek aangeland,
namelijk bij de Rabobank, die gedurende
enkele jaren in het Stadhuis was gevestigd,
maar waarvan het kantoor en de vergade
ringen ook wel werden gehouden in de
Bolle-(=stieren-)stal.
Eene zoo nuttige instelling
De Rabobank Hattem, toen nog Boeren-