Sinds 1960 hanteren de Europese Gemeenschap en haar instellingen zogenaamde reken - eenheden voor boekhoudkundige doel einden. Aanvankelijk was de waarde daarvan ge baseerd op het goud, maar sedert 1975 komt deze tot stand door de gezamenlijke valuta 's van de lidstaten te 'wegen'. Sinds de inwerkingtreding van het Europese Monetaire Stelsel in 1979 heet de Europese Rekeneenheid ECU (European Currency Unit, ofte wel Europese valuta eenheid). De ECU speelt behalve als rekeneenheid ook een belangrijke rol in het kader van het Europese Monetaire Stelsel. Daarnaast is de afgelopen jaren sprake geweest van een toenemende belangstelling voor de financiële en bancaire toepassingsmogelijkheden van de ECU. Aan dit particuliere gebruik van de ECU, in meer populaire taal ook wel Eurodaalder genoemd, zal nader aandacht worden besteed. 16 Bankieren in Drs. M. P. C. Peeters Internationaal Onderzoek De ECU is een samengestelde re keneenheid. Om de waarde van de ECU te bepalen worden de valu ta's van de landen in de Europese Gemeen schap (de Griekse drachme uitgezonderd) allemaal samen als het ware in een grote mand geworpen en vervolgens 'gewogen'. Het eigen gewicht van een bepaalde valuta in deze valutamand hangt samen met de relatieve betekenis van de economie van het betrokken land binnen de Europese Gemeenschap. De samenstelling van de ECU wordt elke vijf jaar, of op verzoek, in dien het gewicht van een valuta met 25 of meer is gewijzigd ten opzichte van zijn uitgangspunt, opnieuw bezien en zonodig herzien. Momenteel geldt nog steeds de oorspron kelijke samenstelling van de ECU-mand (zie tabel). De samenstelling van de ECU wordt een spilkoers ten opzichte van de ECU vastgesteld en daarmee ook ten op zichte van de overige valuta's. Bij acht deelnemende landen (het Verenigd Ko ninkrijk en Griekenland doen niet mee aan het wisselkoersarrangement) ontstaat op deze wijze een rooster van 28 bilaterale wisselkoersen. Ter weerszijden van deze onderlinge spilkoersen gelden fluctuatie marges van 2'/4% (voor de Italiaanse lire 6%). Daarnaast fungeert de ECU als basis voor een afwijkingsdrempel. De koersontwikke ling van de deelnemende valuta's ten op zichte van de ECU-spilkoers wordt name lijk gebruikt als een indicator, die aangeeft of er voor de betrokken valuta sprake is van een aanmerkelijke afwijking. Zo'n afwijking geldt als een vroegtijdig signaal dat het be trokken land actie moet ondernemen in Guldenswaarde Feitelijk gewicht (tegen de koers van) in de ECU (in Samenstelling ECU 6-1-1983 0,828 Duitse mark 0,915 DM 36,1 1,15 Franse frank 0,447 Fr.frs. 17,6 0,0885 pond sterling 0,369 14,6 0,286 gulden 0,286 f 11,3 109 Italiaanse lire 0,207 lire 8,2 3,66 Belgische frank 0,205 B.frs. 8,1 0,217 Deense kroon 0,068 D.kroon 2,7 0,00759 Ierse pond 0,028 Ierse 1,1 0,14 Luxemburgse frank 0,008 Lux.frs. 0,3 1 ECU f 2,533 100 De tegenwaarde van de ECU in een bepaal de valuta (bijvoorbeeld de gulden) kan elke dag worden berekend aan de hand van de feitelijke wisselkoersen voor de deelne mende valuta's op de valutamarkt. Zo kan met behulp van de koers van de gulden ten opzichte van de overige acht valuta's de guldenswaarde van de ECU worden bere kend, alsmede het effectieve gewicht van elke valuta in de ECU (zie tabel). Op het moment van schrijven van dit artikel be droeg de waarde van een ECU ongeveer f 2,53. Vanwege de dagelijkse fluctuaties van de marktkoersen is de guldenswaarde van de ECU, evenals het feitelijke gewicht van elk der samenstellende valuta's in de ECU, steeds aan verandering onderhevig. De officiële functies van de ECU De ECU is de pijler van het Europese Mone taire Stelsel (EMS). In dit officiële samen werkingsverband vervult de ECU een aan tal functies. Op de eerste plaats dient de ECU als waardemeter (numéraire) voor het wisselkoersarrangement. Voor elke valuta verband met de wisselkoerspositie van zijn valuta. Ten slotte wordt de ECU gebruikt als re keneenheid en onderling betaalmiddel voor de transacties tussen de centrale ban ken in het kader van de interventie- en kre dietmechanismen van het EMS. Bij de oprichting van het EMS speelde het streven naar een verdergaande economi sche en monetaire integratie in Europa een belangrijke rol. In laatste instantie zou een en ander gestalte moeten krijgen in een Europese Monetaire Unie, waarin de ECU als sluitsteen van de Europese monetaire eenwording zou fungeren als de enige en algemene Europese munteenheid. Dit no bele ideaal heeft in de afgelopen jaren ech ter geen enkele vooruitgang geboekt. De lidstaten van de EG blijken niet bereid te zijn om hun nationale autonomie met be trekking tot het te voeren monetaire be leid op te geven in ruil voor een echt ge meenschappelijk beleid. In werkelijkheid zien wij hardnekkige verschillen in inflatie tempo tussen de EG-landen, hetgeen een

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 16