Wob bedrijven de investeringen minder achter uit liepen dan bij niet-exporterende bedrij ven en in het verlengde hiervan dat wei-in vesterende bedrijven qua omzet, rende ment en werkgelegenheid gunstig afsta ken ten opzichte van de niet-investeerders. Tot slot de verwachtingen voor 1 983, wat de netto-bedrijfsresultaten betreft: hoewel de ondernemers deze resultaten over het algemeen overschatten, kan toch enigs zins voorzichtig op een minder ongunstig resultaat worden gerekend. Moge deze verwachting in deze toch sombere tijd be waarheid worden. 'EXPORTSLINGER' Het eerste nummer van ons maandblad in dit nieuwe jaar staat voor een belangrijk deel in het teken van het internationale za kendoen en de plaats van de export daarin. Het aanzwengelen van de op dit moment nogal haperende motor van onze vader landse economie zal in zeer sterke mate met de 'exportslinger' moeten gebeuren. Geconstateerd wordt dat er met name in de sector van het midden- en kleinbedrijf een stuwmeer van zo'n 30 000 onderne mingen is, die mogelijkheden hebben om te exporteren. Zij hebben vaak alleen maar een zetje in de goede richting nodig om hun produkten ook daadwerkelijk naar het buitenland uit te voeren. Dat een aantal middelgrote en kleinere on dernemingen in de achter ons liggende maanden zo'n zetje hebben gehad, blijkt ook uit de hiervoor geciteerde enquête van de Kamers van Koophandel. Daarin staat dat in het afgelopen jaar de exporttoename bij het kleinere bedrijfsleven groter is ge weest dan bij de grotere bedrijven. Dat is een verheugende ontwikkeling, die in ver sterkte mate moet worden doorgezet, aan gezien juist voor het midden- en kleinbe drijf grote kansen op de internationale markten liggen. Het probleem bij met na me kleinere bedrijven is echter dat zij zich in het woud van vergunningen, douanebe palingen, taalproblemen, financieringsre gelingen, enzovoorts, enzovoorts..., maar met moete een weg kunnen banen, die uit Vervolg Wob op pagina 6 Teruglopende bedrijvigheid en een vergroot arbeidsaanbod hebben - zo ongeveer zei de voorzitter van de hoofddirectie tijdens zijn nieuwjaarstoespraak - de werkgelegenheidspro- blematiek in Nederland verscherpt. De vraag is daarbij vaak aan de orde of het in een dergelij ke situatie wel passend is bovendien nog gebruik te maken van de arbeidsbesparende mo gelijkheden die de technologie biedt. Ook in het bankwezen is die vraag meermalen gesteld. In onze organisatie is niet alleen de groei van het personeelsbestand geleidelijk tot stilstand gekomen, maar ook ontstaat op verschillende plaatsen ruimte doordat, ten gevolge van ver minderde activiteiten, minder werk behoeft te worden verzet. Desondanks wordt doorge werkt aan invoering dan wel verbetering van geautomatiseerde werkprocessen. Deze - sociaal gezien - ogenschijnlijke incongruentie is echter niet te vermijden, willen we ons voortbestaan ook op langere termijn verzekerd weten en onze rol op de markt blijven spe len. Wij zullen in deze tijd van consolidatie en contractie en met een nog altijd onzekere toekomst vóór ons, ervoor moeten zorgen dat ons weerstandsvermogen op een sterk peil blijft en bo vendien bij een toekomstige opleving een gezonde uitgangspositie wordtingenomen, niet al leen financieel, maar ook technisch en organisatorisch. Daarom moeten we blijven bouwen aan de technische 'infrastructuur' die voor een goede dienstverlening in de toekomst nodig is. In wezen bestaat de uitvoering van die dienstverle ning uit interne- en externe informatievoorziening en het is dus zaak dat wij op het gebied van informatica en communicatie niet stil blijven zitten. Niet alleen zuilen daarvan belangrijke impulsen kunnen uitgaan voor produktvernieuwing en het openen van nieuwe marktkansen, maar ook zal het de doelmatigheid in de bedrijfsvoe ring kunnen (en ook moeten) bevorderen en daarmee een bijdrage leveren aan een aange past kostenniveau. Met het groter worden van onze organisatie zijn mede onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen verstarringsverschijnselen opgetreden, die een snelle aanpassing aan gewij zigde omstandigheden in de weg staan. Onder druk worden, zoals bekend, vaste stoffen vloeibaarde huidige omstandigheden oefe nen die druk uit, zodat de mogelijkheden om weer tot een lenige en flexibele organisatie te komen zeker aanwezig zijn. We zullen met behulp van alle medewerkers die mogelijkheden moeten benutten, binnen de door ons gestelde sociale randvoorwaarden en met behoud van de noodzakelijke goede menselijke verhoudingen. Op die wijze is het zeker niet erg - waar nodig - een paar passen terug te zetten om later verder te kunnen springen. Van Eldik

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 3