Het Nederlands Christelijk Ondernemers Verbond (NCOV) is één van de twee centrale organisaties, die werkzaam zijn voor de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Leden van het NCOV zijn vakorganisaties, plaatselijke mid denstandsorganisaties en individuele ondernemers. Het NCOV heeft een dienstverlenend apparaat t.b.v. de on dernemers. Op juridisch gebied, dat van de ruimtelijke or dening en van het regionaal beleid, zijn adviseurs werk zaam. De bedrijfseconomische voorlichtingsdienst staat dag in dag uit voor iedere ondernemer klaar, die er een be roep op doet. Het MKB overeind leid enerzijds op vermindering van de bru toloonkostenstijging en anderzijds op een zo weinig mogelijk aantasten van het be steedbaar inkomen te zijn gericht. Hiervoor is nodig, dat de loonmatiging en de bezui nigingen leiden tot lastenverlichting, d.w.z. belastingverlaging en/of vermindering van de sociale lasten. Mede vanwege de slechte onderlinge aan sluiting tussen het onderwijs en de ar beidsmarkt, is in het algemeen vormend beroeps- en hoger onderwijs meer aan dacht nodig voor het zelfstandig onderne men, c.q. het MKB. Ook verbetering van ondernemersopleidingen qua manage ment en produktontwikkeling is vereist, of schoon niet getracht moet worden van iedere zelfstandige ondernemer een ma nager te maken. In dit verband wijs ik wel op de noodzaak in de opleidingen het ma ken van een ondernemersplan op te ne men. De toegenomen regelgeving vraagt ook voor ondernemers in het MKB sterke ver- éénvoudiging en grotere doorzichtigheid van de diverse overheidsregelingen. Daar waar tegenstrijdigheden en overlappingen voorkomen, zullen deze moeten worden opgeheven. De verstarrende en investeringsbelemme- rende maatregelen dienen kritisch te wor den bezien. Deregulering is zonder meer nodig, maar mag niet tot feitelijke ontrege ling leiden. Verder wil ik nog wijzen op de mogelijkhe den voor jeuigdige werklozen, om met tij delijk behoud van uitkeringen en onder verrekening van bedrijfsinkomsten, een zelfstandig bedrijf te beginnen, mits daar bij aan een aantal stringente randvoor waarden wordt voldaan. In dit verband wijs ik op een publikatie van de Raad voor het Midden- en Kleinbedrijf 'Zelfstandig on dernemen en niet-aktieven.' Voorlichtingsinstrumentarium Sinds 1966 beschikken de beide centrale ondernemersorganisaties NCOV en KNOV over een uitgebreide voorlichtingsdienst. De bedrijfseconomische consulenten be geleiden en adviseren ondernemers, 'star ters', zij die in problemen zijn geraakt, dan- wel in problemen dreigen te raken. De be drijfseconomische consulenten werken op locatie. Uit recente onderzoekingen blijkt dat ondernemers in het midden- en klein bedrijf grote behoefte hebben aan infor matieverstrekking, advisering en begelei ding. Gelet op de vertrouwensrelatie die er bestaat tussen de organisatie en de onder nemer zijn de consulenten de eerst aange wezenen om de ondernemer te helpen. De ondernemer in het MKB anno 1 983 is wel iswaar een duizendpoot, maar heeft toch ook hulp en steun nodig in de veelomvat tende taak als zelfstandig ondernemer. In die taak wordt hij geholpen door de be drijfseconomische consulenten van zijn or ganisatie. Het werk van de consulenten spitst zich voornamelijk toe op algemene bedrijfsproblematiek zoals financiering, vestigingswetaangelegenheden, ruimtelij ke ordeningsaspecten en op het rende ment, of het herstel daarvan. Naast de al gemene bedrijfseconomische consulenten heeft het NCOV ook een aantal branche specialisten op het gebied van de binnen vaart, het wegvervoer, erfrecht- en opvol- gingsproblematiek. De laatste tijd blijkt steeds meer, dat de branche-organisaties een beroep doen op de bedrijfseconomi sche consulenten. Ook op dit gebied is de bedrijfseconomische consulent actief. De staatssecretaris van Economische Zaken heeft het voornemen de bedrijfseconomi sche adviesdiensten te centraliseren en dan via één organisatie in decentrale pun ten uitéén te laten vallen. Onder de noemer van regionalisering wil hij de adviesdien sten van de beide organisaties samen met het Regionaal Dienstverleningscentrum Kleinbedrijf (RDK) en de Kamers van Koop handel onderbrengen in één semi-ambte- lijk apparaat. De staatssecretaris geeft overigens niet aan waar de knelpunten lig gen in de huidige adviseringsstructuur. Ook gaat hij voorbij aan de behoefte van de individuele ondernemer. Het NCOV staat op het standpunt, dat voorlichting aan on dernemers moet geschieden door de on dernemersorganisaties, omdat de onder nemer daar het dichtst bij staat. Vanuit de ondernemersorganisatie vindt de beste begeleiding en belangenbehartiging plaats. Het NCOV is dan ooktegen de plan nen van de staatssecretaris omdat: volstrekt voorbij gegaan wordt aan de werkelijke knelpunten in de voorlichting en advisering, de wildgroei in adviesinstellingen op lo kaal en regionaal niveau geen halt wordt toegeroepen, wij niet geloven in één algemeen semi- ambtelijk apparaat. Wat willen we dan wel? Het NCOV pleit voor een goed doordacht en goed gestruc tureerd voorlichtingsinstrumentarium, waarbij de regionale branche-aspecten ruim aandacht krijgen. Het NCOV wil een voorlichtingsapparaat zien dat afgestemd is op de dagelijkse praktische problemen in het midden- en kleinbedrijf, waarbij on dernemers met hun problemen kunnen aankloppen. Dat betekent concreet, dat de wildgroei gestopt moet worden, dat de doorzichtigheid bevorderd moet worden door de verwijzingsfuncties van de RDK's te optimaliseren en tevens betekent dat een optimalisering van de kwantiteit. En de kwaliteit van de huidige adviesdiensten. Rol van de banken in het midden- en kleinbedrijf Het bankwezen heeft als geldgever een zeer belangrijke functie in het midden- en kleinbedrijf, ook voor de verstrekking van de staatsgarantiekredieten. De rol van de bank bij het ondersteunen en initiëren van nieuwe initiatieven is eveneens zeer be langrijk. Het NCOV pleit voor een wijziging in het beleid van het bankwezen. De bank zou iedere ondernemer die voornemens is om te starten en die aanklopt om krediet, moeten verwijzen naar één van de consu lentendiensten. Samen moeten zij een on dernemingsplan opstellen en kijken en be rekenen waar mogelijkheden, behoeften en onmogelijkheden liggen ten einde op een goed gefundeerde basis te kunnen starten. Hetzelfde geldt ook voor bestaan de ondernemingen. Waar knelpunten wor den gesignaleerd zou een wisselwerking tussen bankier, ondernemersorganisatie en ondernemer moeten plaatsvinden. In een tijd waarin de rendementspositie van het MKB sterk onder druk komt te staan, wordt de rol van bank zeer specifiek. Veel te veel ondernemers kunnen tegen woordig tijdelijk niet aan hun verplichtin-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 30