de spirit van solidariteit handelingen ingebracht worden, want ook deeltijd brengt onvermijdelijk extra kosten mee. Die kosten moeten ergens vandaan komen. Het lijkt mij mogelijk om een deel van de prijscompensatie in te zetten voor een grotere mate van deeltijdarbeid. Ande re vormen van arbeidsduurverkorting zie ik niet zitten; er is ook nauwelijks ruimte voor. 'Wij zien wel kans onze bijdrage te leveren voor meer werkgelegenheid van jongeren, maar dit vraagstuk moet vooral in het over leg tussen werkgevers en werknemers ver der worden uitgediept.' Geen onrust, wel waakzaamheid Zoeven gebruikte u het woord 'ruimte'. Zijn er invloeden te voorzien, die onze winst marge in 1983 speciaal onder druk kunnen zetten. Waarop moeten we extra bedacht zijn? 'Ik wil slechts enkele dingen noemen. Zij zijn in de bankwereld niet onbekend en sluiten eigenlijk nog aan bij uw vorige vraag: wat zal 1983 ons brengen? 'De kosten van het betalingsverkeer, zoals dit nu in ons land via de financiële instellin gen plaatsvindt, zijn zeer hoog gestegen. De cijfers zullen binnenkort ongetwijfeld aantonen, dat dit geen rendabele zaak is. Ingrijpende wijzigingen zijn hier nodig. Ik verwacht dan ook dat wij in 1 983 tot een andere kostenverrekening van het beta lingsverkeer zullen komen. Mede daardoor is een verscherping van de concurrentie te verwachten. 'Ik aarzel niet te zeggen, dat die concurren tie nog aangewakkerd lijkt te gaan worden, doordat inmiddels een aantal zeer grote fi nanciële instellingen, die tot dusver buiten het bankwezen stonden, via een achter deur op het toneel zijn verschenen. Met na me genoemd zijn dat: Het Algemeen Bur gerlijk Pensioenfonds, Nationale-Neder- landen, de Rotterdamse beleggingsmaat schappijen. Deze hebben alle hun werkter rein verbreed in de richting van het bank wezen!' De besparingen bij het bankwezen in zijn geheel waren minder dan in 1981 en wij hebben op de spaarmarkt een stapje terug moeten doen. Bent u bang, dat we het niet terugwinnen? 'Ik maak me daar helemaal niet ongerust over. Met veel succes hebben we de laatste zeven, acht jaar ons marktaandeel kunnen behouden in tegenstelling tot andere spaarinstituten. Waarom? Omdat we volop meededen met de deposito's. 'Nu dit depositogeld minder rente op gaat brengen, is het weer gaan schuiven. Het grootste deel is niet in de klassieke spaar- vormen terecht gekomen, maar in aande len, obligaties, goud, aflossingen van schulden enz. We moeten eenvoudig con stateren, dat het stuk marktaandeel, dat je extra krijgt in die deposito's toch rentege- voeliger is dan de echte spaarmiddelen. Die klassieke spaarmiddelen groeien wel, maarin 1982 was dat onvoldoende om het verlies aan deposito's goed te maken.' Wat doen prijzen en kosten in de landbouw? De landbouw ziet in spanning uit naar de uitkomst van de onderhandelingen over de landbouwprijzen in de EG. Wat zijn uw ver wachtingen? 'Ik verwacht zeer magere prijsverhogin gen, met de nadruk op zeer. De opstelling van de Amerikanen ter zake van de wereld handel speelt zeker een rol in het laag hou den van de prijsaanpassingen in 1983. Voor hen is de EG weer eens de zondebok. Dat oude verhaal over de EG wordt telkens uit de kast getoverd, als de Amerikaanse landbouw, mede door andere oorzaken, in de problemen komt. 'Inderdaad is de export van een aantal ba sisgoederen te sterk afhankelijk van kunst matigheden, maar waar is ook dat in tal van internationale bijeenkomsten het gemeen schappelijk landbouwbeleid van de EG werd gebillijkt. 'De Nederlandse landbouw heeft eigenlijk een paar redelijk goede jaren achter de rug. Als we het zo in 1 983 kunnen continueren zijn we niet ontevreden. Problemen komen er, zo leert de ervaring, als de verwachte, zeer gematigde prijsontwikkeling samen zou gaan met een snelle kostenontwikke ling. Als prijzen en kosten ten opzichte van elkaar ongeveer in de pas blijven, dan zal het voor onze boeren wel mee kunnen val len. 'Het is nog te vroeg om te zeggen hoe dit zal uitpakken. Heel wat kostenontwikkelin gen blijken mee te vallen: kunstmest, lager in prijs dan een aantal jaren geleden; olie prijzen, worden waarschijnlijk niet hoger, eerder lager. En als de renteontwikkeling zo doorgaat, als we in 1 982 meemaakten, scheelt dat op jaarbasis voor de landbouw, inclusief het verwerkingsapparaat, een rentelastvermindering van rond een mil jard gulden.' Gedragscode overeind houden! Wij leggen Lardinois de vraag voor wan neer op economisch gebied naar zijn me ning, internationaal en nationaal, een echt herstel zal intreden. Toegegeven, een vraag als een schot in de verte, dat geen doel lijkt te kunnen treffen. Lardinois wuift de vraag echter niet weg. Hij antwoord ernstig: 'Ik weet het niet. Wel hoor ik een toene mend aantal mensen zeggen dat er over een jaar een keer ten goede verwacht mag worden.' Echt indringend, uit diepere overtuiging, zegt ons Lardinois vervolgens wat naar zijn mening thans het grootste gevaar voor het herstel is. Dat is niet, zoals men misschien zou verwachten, een verder uit de hand lo pen van de overheidsfinanciën, ook niet de dreiging van opkomend internationaal pro tectionisme ('een wezenlijk gevaar; en al valt het me tot dusver niet al te hard tegen, wat je hoort en ziet valt ook niet mee'). Nee, Lardinois speurt de dreiging dieper. Wij la ten hem even zelf aan het woord. 'Ik geloof, dat het Nederlandse volk bereid is een paar versnellingen terug te gaan om tot herstel te komen. Het grootste gevaar daarbij is dit: kunnen we onze gedragsco de, waarop we onze samenleving gebouwd hebben, overeind houden? Wat blijft ervan die code overeind, als men in de proble men komt? Wat zal het effect zijn als een aanzienlijk percentage van de gebruikers de gas- of huurrekening weigert te beta len? Het individu zal de tijdelijke teruggang in de welvaart bewust mee moeten willen maken. Zal onze huidige generatie dat op kunnen brengen? Zij is opgegroeid in goe de jaren en velen hebben nooit uit eigen er varing echt magere jaren meegemaakt. 'Heel positief vind ik dat er zich thans op het hoogste niveau van de sociale partners een soort samenwerking begint af te teke nen, omdat van beide zijden de ernstige si tuatie wordt onderkend. Een belangrijke voorwaarde voor herstel, maar dat is nog niet genoeg. Nodig is, dat ons volk in zijn volle breedte daar oog voor krijgt en zich uit overtuiging aan de voor iedere samen leving onmisbare gemeenschappelijke ge dragscode blijft houden. De achterdocht tegenover de ander blijkt thans vaak zeer diep. En dat is funest. Ik voor mij hoop daarom ten zeerste, dat de huidige toena dering tussen de sociale partners een uit straling zal hebben op brede lage van onze bevolking.' JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1983 | | pagina 23