SSS3SD
mernationaali
Dersen en koersrisico's
de ene muntsoort tegen de andere om. De
rekenkundige verhouding tussen twee
muntsoorten noemt men de wisselkoers.
Door de bijzonder goede communicatie
technieken van deze tijd (telefoon, telex,
gesloten televisiecircuits etc.) kunnen de
wisselarbitrageanten binnen luttele secon
den in contact komen met andere banken
in de voornaamste financiële centra van de
wereld.
De techniek heeft er toe geleid dat de ver
schillende weliswaar nauw met elkaar ver
bonden nationale valutamarkten zich heb
ben aaneengesmeed tot één grote interna
tionale valutamarkt.
Door de tijdsverschillen in de verschillende
financiële centra verplaatst het zwaarte
punt van de internationale valutamarkt
zich met de klok mee over onze aardbol.
Daardoor is er eigenlijk 24 uur per dag ac
tie. De wisselkoersen kunnen zich dan ook
de hele dag bewegen, afhankelijk van we
reldwijde vraag en aanbod.
Via onze activiteit Wisselarbitrage in Am
sterdam neemt Rabobank Nederland deel
aan deze valutahandel. Alle aan- en ver
kooporders voor vreemde valuta in het in
ternationale betalingsverkeer van de
Rabobankorganisatie komen daar uitein
delijk terecht.
Hoe komen nu de koersverhoudingen tus
sen de verschillende muntsoorten tot
stand? Vraag en aanbod uit hoofde van het
goederen-, diensten- en kapitaalverkeer
tussen landen speelt daarin een belangrij
ke rol. Voorts kunnen allerlei andere facto
ren van invloed zijn, zoals politieke ontwik
kelingen, het renteniveau, verwachtingen
omtrent inflatiepercentages, betalingsba
lansontwikkelingen, begrotingstekorten
en dergelijke. Al deze zaken zijn mede be
palend voor koersbewegingen, in vakter
men 'fluctuaties' genoemd.
Zoals gezegd bewegen de valutakoersen
zich de hele dag. Om nu te weten welke
koers men moet afrekenen met cliënten die
opdracht geven om valuta's aan te kopen
of te verkopen, kent men in een aantal lan
den het systeem van officiële noteringen.
Deze worden elke dag door de functiona
rissen van de voornaamste banken onder
toezicht van de nationale bank (in ons land
De Nederlandsche Bank) vastgesteld aan
de hand van de op dat moment in de inter
nationale valutamarkt voorkomende
koersverhoudingen.
In ons land gebeurt dat elke dag vanaf half
twee 's middags op de Koopmansbeurzen
in Amsterdam en Rotterdam. Van de daar
vastgestelde officiële noteringen - ook wel
passagekoersen genoemd - worden door
middel van vaste marges de aan- en ver-
koopkoersen voor de cliënten afgeleid. De
banken zijn verplicht - enkele uitzonderin
gen voorbehouden - cliëntenorders tegen
deze koersen af te rekenen.
Tot nu toe is er sprake geweest van koer
sen voor vreemde valuta tegen directe le
vering, de 'contante koersen'. Maar bij veel
internationale zakentransacties vindt de fi
nanciële afwikkeling pas na een zekere pe
riode - variërend van enkele weken tot
soms jaren - plaats.
Neem een kaashandelaar, cliënt van één
van onze plaatselijke Rabobanken, die
Franse kaas importeert. Hij bestelt nu,
maar krijgt die kaas pas over twee maan
den. Dan moet hij afrekenen in Franse
francs. Zijn prijscalculatie is gebaseerd op
de koers van de franc, zoals die bij het af
sluiten van de transactie is. Valutakoersen
veranderen met de dag, dus loopt hij twee
maanden lang het risico dat die koers zich
in zijn nadeel wijzigt.
Om zich daartegen in te dekken sluit hij een
valutatermijncontract van twee maanden
af met zijn Rabobank. Dit houdt in dat hij
nu alvast die Franse francs koopt tegen de
huidige koers, maar ze pas geleverd krijgt
op het moment dat hij moet betalen.
Die koers is dus niet de 'contante koers'
maar de 'termijnkoers'. Het koersrisico is
nu bij de Rabobank komen te liggen, die
op haar beurt weer zal trachten dit risico te
dekken.
Voor vrijwel alle muntsoorten waarvoor
dagelijks officiële 'contante' noteringen
worden vastgesteld komen ook termijnno
teringen tot stand en wel voor levering van
vreemde valuta op een termijn van 1, 2, 3
en 6 maanden, de voornaamste handels
termijnen. Termijnkoersen kunnen hoger
of lager zijn dan de contante koersen. Is
een termijnkoers hoger dan wordt dit aan
gegeven met een teken en spreekt men
van 'agio'. Is hij lager dan bedient men zich
van een - teken en is er sprake van 'dis
agio'. Is hij toevallig gelijk aan de contante
koers, dan wordt dit aangegeven met het
woordje 'pari'.
De verschillen ten opzichte van de contan
te koers hebben in principe niets te maken
met het toekomstige koersverloop. Agio's
en disagio's geven echter de renteverschil-
len weer die op de internationale geld
markt voorkomen tussen de gulden en een
vreemde muntsoort. Ook te verwachten re
valuaties en devaluaties kunnen daarin
meespelen. CdB/JD