taaivisie Er is de laatste tijd binnen Rabobank Nederland in tensieve studie verricht om een totaalbeeld van ons retailbeleid voor de toekomst te krijgen. Allerlei verschijnselen in de moderne samenleving duiden erop, dat er in de retailsector veranderingen op komst zijn. Als wij te hooi en te gras nu eens hier, dan weer daar alleen maar 'stukwerk' zouden blijven verrichten, zouden wij de kans lopen straks, wanneer het er écht op aankomt, net de verkeerde beleidskeus te hebben gedaan. Zo ongeveer drukte drs. G. A. A. van der Linden zich uit, die onlangs we gens pensionering aftrad als di recteur van Rabobank Nederland. Met een studie- en een werkgroep heeft hij zich geworpen op de vraag: waarheen sturen wij ons retailbeleid in de jaren tachtig? De bevindingen van het denk- en spitwerk staan sinds kort wel beredeneerd op schrift. Zij zullen volgend jaar in brede kring binnen de Rabobankorganisatie aan de orde komen. Dat wordt een interessant en belangrijk onderwerp! Enkele hoofdzaken brengen wij reeds thans naar voren. Reeds jaren op elkaar afgestemd Over de importantie van het retailbedrijf, anders gezegd de bancaire dienstverlening aan particulieren, kan geen misverstand bestaan. Het heeft een markt met poten tieel 6,6 miljoen zelfstandige afnemers van financiële diensten en de Rabobanken ne men vanouds en nu een zeer sterke positie in op die markt. Liefst 47% van die 6,6 mil joen mogen wij tot onze cliënten rekenen. Een percentage dat ver uitstrekt boven dat van welke andere particuliere bank. Slechts de RPS/PCGD schiet ons door de massaliteit van het aantal postgiroreke ninghouders met een percentage van 52% voorbij. Historisch vloeit onze nauwe ver binding met het retailbedrijf ongetwijfeld voort uit ons dicht vestigingennet: de Rabobank is vrijwel overal dichtbij. Ook in overdrachtelijke zin dichtbij, want het zo goed mogelijk bedienen van iedere cliënt, zonder aanziens des persoons, strookt ge heel met onze coöperatieve bedrijfsfiloso fie. Geen wonder, dat het retailbedrijf een stempel op ons bankbedrijf heeft gedrukt (al is het zeker niet het enige stempel; (denk slechts aan de bedrijfsfinanciering). Van onze middelen komt 70 a 80% uit de retailsector en meer dan de helft van de uit zettingen gaat naar particulieren, met na me in de vorm van hypothecaire financie ringen. Ookons bankapparaat is in belang rijke mate afgestemd op wat in de retail- sfeer van ons verwacht wordt. Van de 23000 personeelsleden in dienst van de aangesloten banken zijn er ongeveer 15000 ingeschakeld bij de particuliere dienstverlening, waarvan 7000 aan de ba lie (kasverkeerl), en 4000 achter de balie (administratie) en in andere functies naar schatting nog een paar duizend. Getallen, die er al op wijzen dat de particu liere dienstverlening zeer bewerkelijk is en dat het van groot belang is deze rendabel te doen zijn. Het éndere van de toekomst Het huidige plaatje van onze positie ziet er dus zeker niet gek uit. Willen we dat zo houden en als het kan natuurlijk nog verbe teren, dan moeten we echter nü vooruitkij ken en voor de toekomst nü reeds de rich ting van ons beleid bepalen. Er zijn name lijk tal van verschijnselen die erop duiden dat de retailmarkt in beweging komt en er zich veranderingen zullen voltrekken. Wel ke zullen dat zijn en in welk tempo zal dat gebeuren? De jaren tachtig bieden een mooi afgerond tijdvak om in beschouwing te nemen. Als we er in die jaren in slagen ons beleid over de verwachte veranderingen aan te pas sen, zullen we bij de negende decade van deze eeuw klaarstaan voor wat dan komen gaat! Kardinaal is de vraag, wat de invloed zal zijn van de micro-elektronica. Nu reeds weten wij dat technisch vrijwel alles moge lijk is. Geld haal je straks als een kroket uit de muur, en je balietransacties of betalin gen doe je door toetsen in te drukken of een chip-kaart in een gleuf te schuiven. Af kortingen als GUA's (geld uitgifte automa ten), ATM's (automatische transactiema chines) en POS (winkelterminals) zijn nog wel geen huishoudwoorden, ze zijn op weg het te worden. Technisch zijn er alle moge lijkheden om op grote schaal tot 'home- banking' over te gaan, wat nog heel wat meer betekent dan een 'thuisbankieren', waarbij je zelf je formuliertjes invult. Het is duidelijk, dat de techniek greep zal krijgen op het retailbedrijf. Dit bestaat im mers voor een groot deel uit routinematige handelingen. Ook thans reeds hebben ca. 80% van de bezoeken aan onze kantoren ten doel het opnemen van geld van een pri vé-rekening of spaarrekening. Handelin gen die ook onderzijds te automatiseren zijn. Dat routinematige heeft mede tot ge volg, dat het onderscheid tussen de wijze waarop financiële instellingen te werk gaan, al meer vervaagt, zeker wanneer de handelingen geautomatiseerd worden. Zo'n onderscheid is voor ons altijd van groot belang geweest en wij hechten er aan het in de een of andere vorm ook in de toekomst te handhaven. Vooral het be houd van de persoonlijke band met de cliënt weegt ons zwaar. Die cliënt - de consument - zal in de toe komst duidelijk kritischer worden ten op zichte van financiële diensten. We moeten er mee rekenen dat hij zich zelfstandiger en meer rationeel zal gaan opstellen. Niet al leen de prijskwaliteit van het gebodene zal hij met kennis van zaken bekijken, hij zal ook een scherp oog hebben voor de kwali teit van het 'mensenwerk' rond de dienst. Daarmee raken we het terrein van de per soonlijke dienstverlening, dat ons vooral door de recente introductie van de bankad- viseurgedachte al zeer vertrouwd is. En te gelijk komt de vraag op: in welke mate zul len de cliënten in de toekomst een ver gaand self-service systeem prefereren en in welke mate zullen zij de persoonlijke dienstverlening willen behouden? Vragen die voor ons van groot belang zijn. Goed speelbare 'retailpartituur' Nu over naar ons beleid. Impliceert een nieuw beleid voor de komende achtjarige periode dat wij moeten kiezen tussen de dienstverleningsmethode en de pure tech nische methode? Gelukkig niet, want zo wel het een als het ander zou o.i. toch tot onaanvaardbare consequenties leiden. Wij mogen immers onze cliënten de ge makken van de GUA's, de POS en wat er meer in het vat zit niet onthouden. Ook onszelf zouden we dan te kort doen, want ons retailbedrijf zou snel onrendabel wor den, wanneer wij voor hele reeksen routi nehandelingen niet de techniek in de arm zouden nemen. Aan de andere kant is ook

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 9