Koningin van het arbeidsrecht zal bij een eenzijdige gewenste beëindi ging van de dienstbetrekking steeds op zegging zijn vereist. Daarbij dient nog te worden opgemerkt, dat de werkgever niet kan opzeggen we gens het huwelijk van de werknemer en evenmin gedurende de tijd, dat de werkne mer ongeschikt is tot het verrichten van ar beid wegens ziekte, tenzij de ongeschikt heid ten minste twee jaren heeft geduurd. Gedurende de zwangerschap en wegens haar bevalling kan de werkgever evenmin de dienstbetrekking met de werkneemster opzeggen. Ten slotte dient te worden opgemerkt, dat bij het vervullen van een overheidsdienst, zoals bijvoorbeeld militaire dienst, de werkgever ook niet tot opzegging kan overgaan. Voor wat betreft de in acht te nemen op zeggingstermijn hanteert de wet als uit gangspunt de tijd die tussen twee opeen volgende uitbetalingen van het loon ver strijkt met een maximum van zes weken. Partijen mogen een andere termijn over eenkomen, maar deze mag dan nooit lan ger zijn dan zes maanden. Verder geldt dat de werkgever als opzeggingstermijn ten minste zoveel weken moet aanhouden als de dienstbetrekking na de meerderjarig heid van de werknemer gehele jaren heeft geduurd, terwijl de werknemer ten minste zoveel weken na zijn meerderjarigheid moet aanhouden als de dienstbetrekking tijdvakken van twee gehele jaren heeft ge duurd. Daarbij geldt dan weer voor de werkgever een maximum termijn van 13 weken en voor de werknemer van zes we ken. Voor werknemers die 45 jaar en ouder zijn geldt dan bovendien nog dat voor elk vol jaar dat zij na het bereiken van die leeftijd bij de werkgever in dienst zijn geweest er één week bijkomt, zij het, dat de duur van deze verlenging maximaal dertien weken mag bedragen. Indien de werknemer overlijdt eindigt op dat moment de dienstbetrekking. De werk gever is alsdan echter verplicht aan de na bestaanden van de werknemer vanaf het overlijden tot en met de laatste dag van de tweede maand daarna het loon door te be talen. Met de nabestaanden zijn hier be doeld de echtgenoot en de kinderen. Als de werkgever komt te overlijden is de hoofdregel dat de dienstbetrekking dan niet eindigt. Wanneer partijen de dienstbetrekking zon der opzegging of zonder inachtneming van de daarvoor geldende opzeggingstermij nen doen eindigen en zonder dat de we derpartij daarin toestemt, dan is de partij die deze beëindiging bewerkstelligt scha- deplichtig, tenzij zulks gebeurt op grond van een dringende, aan de wederpartij on- derwijld meegedeelde reden. Voor de werkgever worden als dringende redenen beschouwd zodanige daden, eigenschap pen of gedragingen van de werknemer, dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden gevergd de dienstbetrekking te la ten voortduren. Door de wetgever worden een twaalftal dringende redenen opgesomd, die overi gens niet limitatief zijn bedoeld. Als dringende redenen worden bijvoor beeld beschouwd diefstal, verduistering, bedrog of andere misdrijven waardoor de werkgever het vertrouwen in de werkne mer verliest. Ook de werknemer kan uiteraard dringen de redenen hebben om de dienstbetrek king te beëindigen. Daarvan kan bijvoor beeld sprake zijn wanneer de werknemer door de werkgever wordt mishandeld of op ernstige wijze wordt bedreigd, maar ook wanneer de werkgever het loon niet op de bepaalde tijd voldoet. Zoals hierboven is gezegd ontstaat scha deplichtigheid, indien zonder opzegging of zonder inachtneming van de opzeggings termijn de dienstbetrekking wordt beëin digd. De partij jegens wie de schadeplich tigheid onstaat heeft in dat geval de keuze schadeloosstelling of een volledige scha devergoeding te vorderen. Onder schade loosstelling wordt verstaan het bedrag ge lijk aan het loon voor de tijd, dat de dienst betrekking bij regelmatige beëindiging had behoren voort te duren. Onder scha devergoeding wordt verstaan de schade, die het gevolg is van de onregelmatige op zegging. Een probleem daarbij is dat de geleden schade moet worden bewezen. Naast de hierboven besproken mogelijk heden om tot beëindiging van de arbeids overeenkomst te geraken, kunnen partijen ook naar de kantonrechter stappen om aan deze schriftelijk te verzoeken op grond van gewichtige redenen de arbeidsovereen komst ontbonden te verklaren. Als gewich tige redenen worden beschouwd omstan digheden die een dringende reden opleve ren, alsook veranderingen in de omstan digheden, die van dien aard zijn, dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. In een zodanig geval bepaalt de rechter op welk tijdstip de dienstbetrekking eindigt en kan hij tevens bepalen dat aan een der partijen ten laste van de andere partij een vergoeding moet worden gegeven. Deze vergoeding kan echter alleen worden toe gekend wegens veranderingen in de om standigheden. Een voorbeeld daarvan kan zijn het stoppen van bepaalde activiteiten, waardoor werknemers overbodig zijn ge worden. Wanneer een der partijen de dienstbetrek king, al dan niet met inachtneming van de voor beëindiging geldende bepalingen, kennelijk onredelijk doet eindigen, kan de rechter steeds aan de wederpartij naar bil lijkheid een schadevergoeding toekennen. Deze kennelijk onredelijke beëindiging kan zich niet voordoen, indien de kantonrech ter de arbeidsovereenkomst ontbonden verklaart op grond van een gewichtige re den. Is de rechter van oordeel dat een ken nelijk onredelijke beëindiging heeft plaats gehad, dan kan hij ook herstel van de dienstbetrekking bevelen. In de praktijk zal dat bijna nooit voorkomen, omdat de ar beidsverhouding in een dergelijk geval al zodanig verstoord wordt geacht, dat een herstel van de dienstbetrekking niet meer zinvol is. Hierboven is ook al ter sprake gekomen dat bij een eenzijdige gewenste beëindiging van de dienstbetrekking steeds de toe stemming van de directeur van het Gewes telijk Arbeidsbureau noodzakelijk is. De verplichting daartoe is neergelegd in arti kel 6 van het Buitengewoon Besluit Ar beidsverhoudingen, een in 1 945 tot stand gekomen besluit, dat aanvankelijk bedoeld is geweest als wetgeving voor een noodsi tuatie zoals deze na de bezetting bestond. Wordt een arbeidsovereenkomst beëin digd zonder de hier bedoelde toestem ming, dan kan de wederpartij gedurende zes maanden daarvan de nietigheid inroe pen. Wordt binnen deze termijn niet de nietigheid ingeroepen, dan heeft de eenzij dige beëindiging volledig effect. Getuigschrift Indien de werknemer dit verzoekt is de werkgever verplicht bij het eindigen van de dienstbetrekking een getuigschrift uit te reiken. Dit getuigschrift moet een juiste opgave bevatten van de aard van de ver richte arbeid en de duur van de dienstbe trekking, alsook, mits dit is verzocht, van de wijze, waarop de werknemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan en de wijze waarop de dienstbetrekking is geëindigd. Heeft de werkgever de dienstbetrekking zonder opgave van redenen doen eindigen, dan is hij slechts gehouden het feit van de beëindiging van de dienstbetrekking te vermelden. Als de dienstbetrekking op ini tiatief van de werknemer is geëindigd en is hij daardoor schadeplichtig geworden, dan mag de werkgever dat in het getuig schrift vermelden. Indien het getuigschrift onjuiste mededelingen bevat, dan kan dat tot schadeplichtigheid leiden. Pensioentoezegging Ten slotte nog een enkel woord over de pensioentoezegging. Uit de Pensioen- en Spaarfondsenwet volgt, dat door de werk gever gedane pensioentoezeggingen moeten worden waargemaakt. Dat kan ge beuren door toe te treden tot een bedrijfs pensioenfonds, ofwel een ondernemings pensioenfonds op te richten ofwel aparte pensioenovereenkomsten bij een verzeke ringsmaatschappij te sluiten. Wanneer een werknemer in een pensioenfonds is opge nomen gedurende meer dan 1 jaar en ver volgens wordt de dienstbetrekking verbro ken, dan dient hem een premievrije aanspraak op uitkeringen te worden gegeven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 28