Oud-managers
helpen collega's in
ontwikkelingslanden
Behalve met financiële
problemen hebben de meeste
bedrijven in de
ontwikkelingslanden te
kampen met een ernstig ge
brek aan ervaring en kennis op
technisch- en management-
gebied. In Nederland is deze
kennis en ervaring in ruime
mate aanwezig. Voor een deel
wordt deze evenwel niet meer
gebruikt. We hebben het dan
over de kennis van ervaren
managers en technici, die
gepensioneerd zijn, dan wel
vervroegd zijn uitgetreden.
In 1979 werd door de werkgeversorganisaties VNO en NCW in
samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken/
Ontwikkelingssamenwerking een lofwaardig project opge
zet om bedrijven in ontwikkelingslanden te helpen. Daartoe
worden oud-managers uitgezonden naar landen in de derde
wereld. Dit artikeltje is bedoeld om geïnteresseerden nog
eens attent te maken op deze vorm van ontwikkelingshulp.
In een van onze volgende nummers hopen we eén of meer oud
managers aan het woord te laten, die er inmiddels al een missie
op hebben zitten.
Bevordering landbouw in ontwikke
lingslanden
jaren tachtig de hoogste prioriteit aan de
verbetering van de voedselzelfvoorzie-
ningsgraad van de ontwikkelingslanden.
Vitaal belang
Vooruitgang in de landbouw is dus van vi
taal belang voor de ontwikkelingslanden.
Aangezien een groot deel van hun inwo
ners op het platteland leven, impliceert een
verbetering van de landbouwsector ook
een verbetering van de leefsituatie voor
een groot deel van de bevolking.
De bevolkingsgroei en inkomensstijging
zal de vraag naar agrarische produkten in
het huidige decennium met ten minste een
derde doen toenemen.
Ook voor de externe positie van ontwikke
lingslanden is een groeiende landbouw-
produktie van belang. Agrarische produk
ten spelen nog steeds een dominerende rol
in het exportpakket van het merendeel van
de ontwikkelingslanden. De uitvoerop-
brengsten zijn een belangrijke deviezen-
bron voor de invoer van noodzakelijke ka
pitaalgoederen en daarmede voor de eco
nomische groei. Het is dan ook niet ver
wonderlijk dat er een nauw verband be
staat tussen de ontwikkeling van de land
bouwsector en de economische vooruit
gang in een ontwikkelingsland.
Jarenlang is het belang van een goede
landbouwontwikkeling onderschat. Vaak
is zelfs de agrarische sector verwaarloosd
of ten achter gesteld bij andere economi
sche sectoren. Ontwikkeling van de land
bouw vereist een goed samenspel tussen
de boerenbevolking en de overheid. Boe
ren reageren sterk op materiële prikkels en
de afwezigheid daarvan. Vooral de kleine
boeren zijn zeer produktief, ondanks de na
delen die zij ondervinden bij de toegang tot
diensten, markten en hulpgoederen.
Het verstrekken van materiële prikkels is
niet voldoende. De overheid in ontwikke
lingslanden zal op vele terreinen initiatie
ven moeten ontplooien. Zij zal het voor
touw moeten nemen op het gebied van
wetenschappelijk en technologisch onder
zoek, infrastructurele werken, beschikbaar
stellen van hulpgoederen, kredietfacilitei
ten en afzetbevordering. Daartoe zal een
groter deel van het overheidsbudget moe
ten worden aangewend voor de ontwikke
ling van de agrarische sector.
Met name de armste ontwikkelingslanden
zullen veelal definanciële middelen missen
om de landbouw voldoende steun te verle
nen. Ontwikkelingshulp voor de agrarische
sector blijft dus onontbeerlijk.
Daarnaast is het van belang dat de geïndu
strialiseerde landen hun grenzen meer
openstellen voor agrarische produkten uit
ontwikkelingslanden.
1977
1978
1979
1980
1981
4,5
5,5
5,5
1,5
0
2
9
7
3
3
2
1,5
5
- 8
-12
5
5
5
4,5
4,5
Tegen deze achtergrond hebben
de werkgeversorganisaties VNO
en NCW in samenwerking met
het ministerie van Buitenlandse Zaken/
Ontwikkelingssamenwerking in 1979 een
programma opgezet om bedrijven in de
Tabel 2
Toename van het werelduitvoervolume (in procenten per jaar)
1963/ 1973/
1973 1981 1974 1975 1976
Totaal 8,5 3,5 3,5 —3 1 1
Agrarische
produkten 4 4,5 -3,5 5 9,5
Mineralen 7 -2,5 - 2,5 -7,5 4,5
Fabrikaten 11 5 8,5 -4,5 13