Vernieuwing in de bankwereld
qua doelgroepen en produkten een dusda
nige branchevervaging ontstaan dat de
grote banken zich op branchegebied wei
nig meer van elkaar onderscheiden. De
eigen identiteit van iedere bank wordt in dit
opzicht vooral bepaald door de houding
ten opzichte van de cliënt, de presentatie
en de organisatiestructuur. Voorts lieten
de jaren zestig tot tachtig zich kenmerken
door een concentratie van banken en een
sterke internationalisatie. Het internatio
nale handelsklimaat bevorderde dat toen
nog sterk.
Vanaf het moment dat de jaren tachtig in
zicht zijn gekomen is het getij echter ge
keerd. Zowel nationaal als internationaal is
de economische bedrijvigheid ingezakt.
Voor de banken betekent dit dat na een tijd
van expansie een tijd is aangebroken van
consolidatie. De markten zijn verdeeld en
het behoud van de cliënt en van de eigen fi
nanciële gezondheid staan voorop. Een ge
ringe financieringsvraag gaat gepaard met
een ruime liquiditeitspositie. Een harder
wordende concurrentie op service en prijs
is het gevolg. Naar binnen vertaalt zich dit
in grote aandacht voor kosten, stroomlij
ning van de organisatie en automatisering.
Eén van de weinige potentiële uitzonderin
gen op deze behoudende strategie, vormt
de mogelijkheid die vanuit de technologie
wordt geboden tot produktontwikkeling bij
banken.
De automatisering binnen het bankwezen
heeft zich inmiddels zo ontwikkeld, dat zij
niet alleen gericht is op ondersteuning van
bancaire produkten, maar ook deel kan
worden van het bancaire produkt.
Automatisering in bankwezen
De eerste grootschalige toepassing van
automatisering binnen het bankwezen
richtte zich in de jaren zestig op de onder
steuning met de computer van het admini
streren van salaris- en privérekeningen van
cliënten.
In een volgende fase breidde de automati
sering in de jaren zeventig haar ondersteu
nende functie uit naar andere toepassin
gen waar sprake was van massaliteit. Dit
mondde uit in de automatisering van de
administraties van de overige bancaire
produkten. Deze automatisering was om
redenen van technische, bedrijfseconomi
sche en sociaal-organisatorische aard
sterk centralistisch opgezet. Er was sprake
van een continu spanningsveld tussen de
groeiende omzet van de banken en de au
tomatisering die dit mogelijk moest ma
ken. De schaalvergroting, de geleidelijk
optredende marktverzadiging, de ver
scherping van de concurrentie en de be
dreiging van de financiële positie van de
banken, deden vanaf het midden van de ja
ren zeventig een roep om commerciële en
bestuurlijke informatie ontstaan. Dit luidde
de derde automatiseringsfase binnen de
banken in. De automatisering wordt hulp
middel voor intern gebruik ten behoeve
van het management en de commerciële
functionarissen. De ontwikkeling in de au
tomatisering maakt dit inmiddels mogelijk.
De opkomst van netwerken en databanken
en een inmiddels grotere integratie van au
tomatisering in het dagelijks leven van de
bank maken deze behoefte ook invulbaar.
Bij alle banken heeft dit geleid tot vernieu
wende informatie- en automatiseringsbe
leidsplannen. Waar de automatisering zich
in de eerste twee fasen vooral richtte op de
kwantiteit van het werk, begint in deze der
de fase de automatisering zich te richten
op de kwaliteit van de werkzaamheden.
Automatisering wordt een hulpmiddel om
de kwaliteit van het commercieel handelen
en het functioneren van het management
te verhogen.
Voor de jaren tachtig is nu een vierde fase
aangevangen waarin de technologie mid
delen aanreikt op het raakvlak van cliënt en
bank.
Automatisering biedt naast ondersteuning
van produkten ook produkten zelf aan. De
zogenaamde 'externe automatisering'
komt in zicht. Dit biedt mogelijkheden tot
vernieuwde en nieuwe bankprodukten. Di
verse publikaties van de laatste tijd geven
aan dat dit een van de weinige terreinen is,
waarvan alom erkend wordt dat dit moge
lijkheden voor de toekomst biedt.
Dit noodzaakt, gegeven de sombere toe
komstbeelden, de banken tot verstrekken
de strategische keuzen. Het klassieke pro
dukt en daarmee de klassieke definitie van
een bank komt in beweging.
Technologie en infrastructuur
Alvorens in te gaan op de produktontwik
keling is het zinvol enige overwegingen te
besteden aan de factoren die de banken
maken tot instellingen die bij uitstek kandi
daat zijn voor het aanbieden van, vanuit de
technologie beschikbaar komende, pro
dukten.
Banken zijn door de aard van het bedrijf
alom aanwezig. Iedere particulier, ieder
bedrijf en instelling heeft regelmatig met
een bank van doen. De Rabobank in het bij
zonder neemt een centrale plaats in, met
name in de kleine gemeenschappen. Voor
de uitoefening van haar werk hebben de
banken de beschikking over veel kennis en
informatie over maatschappelijke ontwik
kelingen, over bedrijfstakken en hun pro
dukten en over de cliënt. Deze kennis en in
formatie is potentieel een grondstof voor
bankprodukten.
Qua infrastructuur raakten de banken in de
loop der jaren ook toegerust voor een mas
sale en gespreide dienstverlening. Een uit
gebreid net van vestigingen, een perso
neelsbestand dat thuis is in de lokale be
hoeften en een begeleidingsorganisatie
die gericht is op een optimaal functioneren
van de lokale vestigingen, zijn hier illustra
tief voor. De toegang tot nieuwe markten
bij de bestaande cliënten is hierdoor geen
probleem.
In de afgelopen jaren is daar in hoog tempo
bij alle grote banken een technologische
infrastructuur aan toegevoegd. Allereerst
zijn centraal grote computercentra uit de
grond verrezen. Thans worden bij veel
bankvestigingen lokaal computersyste
men geplaatst. In de nabije toekomst zul
len de meeste banken, waaronder de
Rabobank, netwerken hebben waardoor
de decentraal opgestelde computersyste
men zijn verbonden met de centrale com
puters. Via deze netwerken kunnen de
banken aansluiting krijgen bij andere net
werken. De banken beschikken daarmee
over een technische infrastructuur die ook
breder te benutten is.
Kijkend naar de vakkennis die de banken in
de loop der jaren in huis hebben gekregen,
blijken de banken naast vakkennis op fi
nancieel terrein onder andere ook heel wat
te bieden te hebben op het administratieve
en automatiserings-technische vlak.
Duidelijk is dat de banken reeds menig
grondstof en hulpmiddel voor uitbreiding
van de dienstverlening in huis hebben.
De cliënten van de banken hebben onder
tussen echter ook niet stilgezeten. De tech
nologie is in de meeste bedrijven en huis
kamers ver doorgedrongen. Grote bedrij
ven beschikken thans of in de nabije toe
komst ook over een communicatienet
werk. Kennis en ervaring over het automa
tiseringsvak is inmiddels via het werk,
scholing en de media tamelijk breed ver
breid.
Dit alles overziende wordt vanzelf zicht
baarwaar mogelijkheden voor produktont
wikkeling liggen. Als eerste is dat het raak
vlak tussen de cliënt en de bank, waar tot
op heden veel bij het oude is gebleven Dit
betreft de particuliere- en bedrijfscliënt.
Op dit terrein geeft de technologie moge
lijkheden voor uitbreiding van de dienst
verlening. Verder kunnen de banken met
name aan de kleinere bedrijven en de parti
culiere markt, die zelf (nog) niet de moge
lijkheden hiertoe hebben, produkten aan
bieden op het terrein van informatie, admi
nistratieve verwerking en andere automati
seringsdiensten. Deze mogelijke dienst
verlening zou een meer aanvullend karak
ter hebben.
Nieuwe produkten voor de bank van
(over)morgen
Het produktenpakket van een bank heeft
lange tijd in grote lijnen vastgelegen. Een
bank voert spaarvormen en doet uitzettin
gen in de vorm van leningen en kredieten.
Dat is de klassieke definitie. De produkt
ontwikkeling heeft zich dan ook lange tijd
bewogen op het niveau van de vormgeving
van produkten in deze afeer. De geschetste
ontwikkeling in de technologie en de toe
passing daarvan bij banken en cliënten
maken echter een evolutie van bestaande
produkten en tevens nieuwe produkten
mogelijk. Hardop denkend wordt een
schets van een mogelijke ontwikkeling ge
geven. Voor dit artikel is hierbij vooral de
richting van denken belangrijk.
Bij de produktontwikkeling op het raakvlak
van de bank en de cliënt staat het beta
lingsverkeer centraal.