Heroriëntatie
van de grote
zeevisserij
'uit den stand der balans kon worden be
wezen dat er voor de beleggers bij onze
bank geen enkel risico bestaat...' maar het
onnodig terugnemen van spaargelden
maakte het de bank haast onmogelijk om
aan de landbouwers de zo nodige kredie
ten te kunnen verlenen.
Men ging dan ook, evenals in onze dagen,
de gebruikelijke subsidies eens kritisch
beoordelen. Zo werd in 1925 de RK Zie
kenverpleging niets te kort gedaan, maar
moest de RK Jonge Boerenstand, die de
subsidie van 1924 niet gebruikt had, het
nu maar zonder die steun doen.
Ledenvergadering met wichelroede
Het was in 1 926 een sympathiek voorstel
van het lid Aalders om de beschikbare
winst ten goede te laten komen aan de
door de enorme overstromingen getroffen
medeburgers. Hij trok dit echter weer in,
toen voorzitter duidelijk maakte dat grote
bedragen aan enkele instellingen méér nut
zouden hebben dan vele kleine bedragen
aan evenvele individuele getroffenen.
Het was een goed teken dat voor het eerst
na vele jaren de inlagen op de spaarbank
veel groter waren dan de opnamen.
Het onverwacht verscheiden van kassier
Schuurs, die vanaf de oprichting der bank
op voorbeeldige wijze deze functie be
kleedde, was een groot verlies. Zoon Wim
Schuurs werd zijn opvolger.
Op de ledenvergadering van 11 juli 1930
werden bij de bestuursverkiezing 540
stemmen uitgebracht, een duidelijk beeld
van de groei der bank! De bestuurders Bo
denstaf, Jansen en Rijken, die de oprich
ting meemaakten, traden terug. De geeste
lijkheid drong steeds meer aan om lid te
worden, of te blijven, van een RK stands
organisatie. Dat bleek weer eens in 1935
toen een lid van de kassier bericht kreeg,
dat hij om als lid beschouwd te blijven, ook
lid moest zijn van de R.K. Boerenbond. Dat
daarna een lezing werd gehouden over het
gebruik en de waarde van de wichelroede
deed aan voorgaand principieel standpunt
niets toe of af.
Op de vergadering van juni 1937 bleek de
geestelijk adviseur helemaal niet tevreden
over de uitslag van de Tweede-Kamerver
kiezingen. Vele kleine boeren hadden blijk
baar gestemd op dissidente (dus niet RK?)
partijen. Vraag: Hoe wist hij dat zo precies?
Hij wijdde aan dit onderwerp een lange be
schouwing die, hoe kon het anders, alweer
met langdurig applaus werd beloond. Het
lid J. A. v. Haren kon daarbij niet aanwezig
zijn. Heel correct schreef hij: 'Mijne Heren.
Ik kan niet naar de vergadering komen. Ik
ben nét eerst thuis en dan moet ik nog
eten, dus dat haalt niets uit vanavond.' Ver
moedelijk bracht een zoontje of dochtertje
rennend deze boodschap over.
Op 1 5 juni 1938 kregen de tijdig aanwezi
ge leden een sigaar. Dat was niet zó maar.
De vergadering werd na lange vertraging
pas geopend, omdat men wilde wachten
totdat voldoende leden aanwezig zouden
zijn om geldige besluiten te kunnen ne
men. Het Patronaatsgebouw zal wel in
blauwe nevelen gehuld zijn geweest.
De laatste vergadering voor de oorlog werd
opgeluisterd door 'eenige mooie films we
gens het veertigjarig bestaan van de CCB.
De snel opgevangen moeilijkheden die
ontstonden in mei en juni 1 940 waren de-
j zelfde als overal.
De geestelijk adviseur A. v. d. Berg werd in
juni 1 943 gelukgewenst voor een behou
den terugkeer van een ongewone vakantie.
Werd hij enige tijd gegijzeld?
Wijchen heeft zwaar geleden onder oor
logsgeweld en bezetting. Een van de droe
vigste en meest tragische herinneringen
betreft wel het bij vergissing door ge
allieerde vliegers uitgevoerde bombarde
ment op Nijmegen op 22 februari 1 944,
waarbij een autobus met kinderen en vol
wassenen uit Wijchen werd vernietigd.
Wijchen is ook deze ramp te boven geko
men. Op 14 juni 1945 kon de voorzitter op
de eerste vergadering in bevrijd Nederland
j zeggen: 'Ofschoon Wijchen uiterlijk weinig
i van den oorlog heeft geleden, heeft deze
i toch zijn sporen nagelaten en over vele ge
zinnen diep leed gebracht, getuige de
meerdere tientallen die zijn gevallen in den
strijd of bij bombardement en terreur hun
leven gaven...' De heer Schuurs (kassier)
werd welkom geheten bij zijn terugkeer. Hij
was indertijd vertrokken om te ontkomen
aan gevangenneming door de Duitsers.
De directeur-voorzitter eindigde met de
wens dat na opbouw, welvaart mocht vol
gen in samenwerking en onderling ver
trouwen.
Ongetwijfeld heeft de Rabobank Wijchen
dat vertrouwen niet beschaamd.
In juni 1957 werd besloten om een dubbel
woonhuis aan te kopen en omstreeks
1 980 moest opnieuw aan een grote uit
breiding worden gedacht en gewerkt, die
nodig was om de banktaak naar behoren te
kunnen verrichten in de zich steeds meer
industrialiserende gemeente Wijchen. In
tussen werd de bank tijdelijk onderge
bracht in de oude Hervormde kerk, een niet
ideaal, maar wel ruim onderkomen! In
maart 1981 jubileerde de Rabobank Wij
chen. Een speciale editie van het 'Nieuws
van de Rabobank' zei het luid en trots: 'De
Rabobank Wijchen bestaat 75 jaar en ze
Vervolg van pagina 25
in het werk om uitbreiding van hun afzet
markten voor de makreel te bevorderen.
Een gelukkige omstandigheid hierbij is dat
de vraag naar diepgevroren makreel in
Afrika volgens de verwachtingen in de toe
komst zal toenemen.
Er zijn enkele alternatieven denkbaar, die
het toekomstperspectief voor de grote
zeevisserij zouden kunnen verbreden,
zoals:
Het benutten van visserijmogelijkheden
buiten de Eurozee. De actieradius en de
visserijtechnieken van de huidige trawler-
vloot voldoen aan de eisen die in dit op
zicht worden gesteld. Hierbij moet echter
worden gerekend met een grote concur
rentie van visserijschepen uit andere lan
den, met name vanuit Oostbloklanden.
Een andere mogelijkheid die zich voor
doet is het bevissen van door Nederland
nog nauwelijks geëxploiteerde visstapels.
De belangrijkste vissoort in dit verband is
de blauwe wijting. Daar vangst, verwerking
en afzet van het produkt zich wat Neder
land betreft nog in het zeer prille stadium
van experimentele ontwikkeling bevinden
is, althans op korte termijn, hiervan nog
niet veel resultaat te verwachten.
Een derde mogelijkheid is het aangaan
van joint-ventures met landen die in hun
wateren over ruime vangstmogelijkheden
en te weinig visserijcapaciteit beschikken.
Ook in dit opzicht is de concurrentie groot
en lijken de perspectieven voor Nederland
niet opvallend gunstig.
Deze genoemde mogelijkheden verdienen
ondanks alles zeer zeker de aandacht,
maar voor de directe toekomst zullen in
eerste instantie de toekomstige te vangen
hoeveelheden van pelagische (in grote
scholen zwemmend) vissoorten zoals ma
kreel en haring binnen de Eurozee van
doorslaggevend belang blijken te zijn. Met
name geldt dit voor een toewijzing van een
ruime hoeveelheid van de financieel aan
trekkelijke Noordzee-maatjesharing.
Krachtige argumenten voor toewijzing van
een dergelijk quotum zijn de efficiency van
vangst, verwerking en afzet van de op
menselijke consumptie gerichte Neder
landse grote zeevisserij.