De heroriëntatie van de grote Regelmatig is in het verleden in deze kolommen bericht over de gang van zaken in de kleine zeevisserij. De laatste bijdrage in deze reeks (november 1981J bevatte onder meer de constatering 'dat een omvangrijke groep kottereigenaren er in de komende jaren moeite mee zal hebben om aan al hun be talingsverplichtingen te voldoen. 'In 1981 zijn de bedrijfsresultaten in de kottersector wat meegevallen. Toch kan met deze constatering ook nu nog de financiële problematiek van de kotterbedrijven in hoofdzaak worden weergegeven. Dalende tongprijzen veroorzaken dit jaar, naast de hoge gasolieprijs, een verkrapping van de cash flow van de bedrijven. Reden voor paniek is er echter nog niet. De zeevisserij kent twee takken, die grote verschillen vertonen: de kleine zeevisserij die momenteel met ongeveer 570 kotters wordt uitgeoefend en de grote zeevisserij die een vloot van 25 trawlers omvat. De kottereigena- ren ervaren dit jaar scherpe dalingen van de tongprijzen. Het is voor hen niet eenvoudig om deze tegenvallers op te vangen omdat hun positie al kwets baar was vanwege de hoge olieprijs en de omvangrijke financieringsver plichtingen. De grote zeevisserij toont een geheel eigensoortige problematiek. Vooral als gevolg van het haringvangstverbod voor de Noordzee is de vloot dras tisch ingekrompen. Het overgebleven gedeelte van de vroegere haringrede rijen schakelde vooral over op de makreelvisserij. Dit bracht met zich mee dat werd geïnvesteerd in nieuwe schepen, terwijl de capaciteit van veel be staande schepen werd uitgebreid. Een recordbedrag van ongeveer f 55 min. werd vorig jaar in deze visserijsector geïnvesteerd. In dit artikel wordt de positie van de grote zeevisserij beschreven, waarbij vooral ook aandacht is besteed aan de toekomstperspectieven voor de trawlervloot. De KW 80 is onlangs in gebruik genomen en is de modernste Nederlandse hektrawler. Drs. W. P. Davidse medewerker LEI Drs. J. de Jager medewerker LEI Het verleden leert dat kottervissers slechte tijden beter kunnen door staan, dan men bij het aanbreken van een crisis voor mogelijk had gehouden. Een factor van belang is in dit verband de korte looptijd van de kredieten (8 a 10 jaar) waarmee de schepen zijn gefinancierd. Het verlengen van de looptijd van dit vreemd vermogen geeft de kottereigenaren meer ruimteom hun bedrijf door de moeilijketijd te loodsen. De drang tot zelfbehoud van de individuele ondernemers, die zorgt voor de nodige inventiviteit, wordt de komende tijd waarschijnlijk waardevoller dan het schip, dat als zekerheid voor het vreemd vermo gen dient.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 24