de stroom in 19 'Rampjaar binnenvaart', 'Schippers in nood' en 'Honderden schippers naar bijstand' zijn recente koppen in de dagbladen over de binnenvaart. Toch zijn de overlevingskansen van de binnenschippers niet zo gering als deze koppen doen vermoeden. Feit is dat de rentabiliteit van deze bedrijfstak onder druk staat doordat vraag en aanbod niet op elkaar afgestemd zijn, ofwel ten gevolge van structurele overcapaciteit. Duidelijk is ook dat de binnenschippers de komende jaren alle zeilen zullen moeten bijzetten om hun aandeel in het totale vervoer te behouden. Het goede ondernemerschap garandeert echter dat dit zal lukken en dat het merendeel der schippers erin zal slagen hun bedrijf door deze moeilijke tijd heen te loodsen. Drs. J. A. M. van der Linden Produktmanagement Financiering HNI Drs. G. L. van Zanten Bedrijfstakonderzoek Het vervoer, zo ook de binnenvaart, is een dienstverlenende bedrijfs tak. De hierin actieve ondernemin gen vervoeren in opdracht van het be drijfsleven grondstoffen, halffabrikaten en eindprodukten ten behoeve van produk- tieprocessen en als uitvloeisel van han delstransacties. De economische ontwik keling in het vervoer hangt sterk af van de ontwikkeling van de bedrijfssectoren, waarvoor men vervoert. Niet zonder reden wordt de gang van zaken in het vervoer dan ook de conjuncturele graadmeter bij uit stek genoemd. Overigens moet vooropgesteld worden dat dé binnenvaart, dé schipper of hét schip niet bestaat. De binnenvaart valt te onder scheiden in eigen en beroepsvervoer, in binnenlands en grensoverschrijdend ver voer en in vervoer van diverse soorten goe deren. Schepen zijn er in verschillende ty pen en maten, van spits tot duwcombina- tie, van sleep- tot motorschip. Onder schippers treffen we goede en slechte on dernemers aan, met veel en weinig eigen vermogen. Capaciteit De geregistreerde binnenvloot, in 1981 ruim 1 6 500 schepen, is veel groter dan het aantal dat actief aan het vervoer deel neemt, namelijk 6300. Er zijn veel schepen die formeel nog in het registratiebestand van het CBS zitten, maar die niet meer ac tief deelnemen aan het vervoer, omdat zij bijvoorbeeld als woonboot gebruikt wor den of reeds gesloopt zijn. Het aantal actie ve schepen is, mede als gevolg van een sloopregeling, in de jaren zeventig met ongeveer 35 gedaald. Deze daling komt bijna uitsluitend voor rekening van sche pen met een laadvermogen kleiner dan 400 ton. Hierdoor is het gemiddelde laad vermogen per schip toegenomen van 500 ton in 1970 tot 750 ton in 1980. Boven dien is door modernisering van een flink deel van de bestaande vloot het prestatie vermogen van die schepen toegenomen. Dit alles heeft er toe geleid dat de effectie ve capaciteit van de binnenvloot, gemeten in ton/km, in de jaren zeventig is toege nomen. Omdat daar ruwweg geen toena me van het vervoer per binnenschip tegen over stond, is het teveel aan capaciteit al leen maar toegenomen, met als gevolg een versterkte druk op de rentabiliteit van de bedrijfstak. Indeling De binnenvaart kan worden verdeeld in binnenlandse en grensoverschrijdende binnenvaart. Ongeveer 65 van het inter nationale vervoer per binnenschip komt van, of gaat naar West-Duitsland, de zoge naamde Rijnvaart. Een andere belangrijke doelgroep is het Noord-Zuid-vervoer, of wel het vervoer vanuit of naar België en Frankrijk. In de binnenvaart zijn er twee mogelijkhe den om aan vracht te komen. Ten eerste op de vrije vervoersmarkt. Dit wordt ook wel aangeduid met de termen 'beperkt ongere geld vervoer' of 'relahevaart'. Van het be roepsvervoer per binnenschip komt onge veer 75% door middel van relatievaart tot stand. Ten tweede kunnen schippers op de beschermde vervoersmarkt ofwel de schippersbeurzen aan vracht komen. Dit wordt 'onbeperkt ongeregeld vervoer' of 'wilde vaart' genoemd. Concurrentie en lading De binnenvaart concurreert met twee an dere vervoersmethoden, namelijk vervoer via het spoor en via de weg. Zoals uit de tabel op pagina 22 blijkt, wordt ongeveer 20% van het totale goederen vervoer binnen Nederland per binnenschip vervoerd. De helft daarvan wordt door be roepsvervoerders verzorgd. Bovendien is er in 1 980 door de binnenvaart 122 mil joen ton over de grens vervoerd. Het aan deel van de Nederlandse binnenvaartbe- drijven in de afvoer van goederen uit Ne derland is 51 in de aanvoer naar Neder land 65% en in de doorvaart 10%. Van het totale vervoer per binnenschip bin nen Nederland, uitgedrukt in tonnen, wordt 60% ingenomen door het vervoer van bouwmaterialen, ongeveer 25% door aardolieprodukten en het overige vooral door landbouwprodukten en voedings middelen. Bij het internationale vervoer Vervolg op pagina 22 jLcr-tiP*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 19