Na de opheffing van deze wet
stegen de koopprijzen van
landbouwgronden snel tot het
dubbele van het aanvankelijk
beheerste prijspeilmaar
nadien bleven ze tot het begin
van de jaren zeventig op dat
niveau hangen. Daarna stegen
de agrarische grondprijzen
weer, vooral in de periode
19 75-19 79, tot circa het
vijfvoudige (zie grafiek). Deze
ontwikkeling van de
grondprijzen was voor de
overheid de voornaamste reden
om weer in de grijpen, ditmaal
via de Wet Agrarisch
Grondverkeer, die vorig jaar
van kracht werd. Het wachten
is nu op nadere invulling van
deze raamwet. Duidelijk is
intussen, dat, a/s het
aanvankelijke plan om niet-
agrariërs te weren van
openbare verkopen van
landbouwgrond wordt
uitgevoerd, dit kan leiden tot
verzwaarde financieringseisen
voor het agrarische
bedrijfsleven.
12
Grondverkeer voor hindernissen
Anders dan in de Wet Vervreemding
Landbouwgronden (WVL), die di
recte prijsbeheersing en land
bouwstructuur als doeleinden beschouw
de, kent de Wet Agrarisch Grondverkeer
(WAG) onder meer een stelsel van toet
singscriteria, die de prijzen op indirecte
wijze, namelijk door selectieve toelating
van gegadigden, moeten beheersen en die
zoveel mogelijk dienen te passen binnen
het landbouwstructuurbeleid.
Daarbij vormt de noodzakelijke goedkeu
ring van overeenkomsten tot vervreemding
van land door de Grondkamer de kern van
de WAG. Deze goedkeuring wordt slechts
verleend, indien aan de gestelde toetsings
criteria wordt voldaan.
In de WAG wordt onder land verstaan
landbouwgrond (inclusief bosgrond) en
natuurterrein. Opstallen worden niet onder
de landbouwgrond begrepen. Wel kunnen
gebouwen bij de landbouwkundige toet
sing worden betrokken, in geval de afstand
tot het land of de bedrijfsomvang als toet
singscriterium wordt gehanteerd.
Overigens is het volgens de WAG toege
staan om een stuk land, dat niet groter is
dan 50 are en dat een eenheid vormt met
een opstal, te kopen zonder aan de toet
singsnormen te voldoen.
Voorts zijn er nog andere uitzonderingen
waarbij de landbouwkundige toetsing niet
wordt toegepast, onder andere bij bedrijfs-
overdracht tussen bloed- of aanverwan
ten in de rechte lijn en bij een overeen
komst tot scheiding en deling van een ont
bonden huwelijksgemeenschap of een na
latenschap.
De voormalige Stichting Beheer Land
bouwgronden, thans omgezet in het Bu
reau Beheer Landbouwgronden (BBL),
speelt in deze wet een centrale rol. Er is na-
Gemiddelde koopprijzen van landbouwgronden Bron: cbs
verpacht en onverpacht gezamenlijk
1000
9ld. boerderijen (1 ha en meer)
P- ha ios bouwland
48 los grasland
42
36
30
24
18
12
6
0
54/55 56/57 58/59 60/61 62/63 64 65 66/67 68/69 70/71 72/73 74/75 76/77 78/79 80/81
melijk aan de BBL een voorkeursrecht ver
leend bij vervreemding van land in daartoe
aangewezen gebieden. Wil men hier tot
vervreemding overgaan, dan zal men dus
eerst het bureau in de gelegenheid moe
ten stellen de grond te kopen.
Voorts is in de wet min of meer als tegen
hanger van dit voorkeursrecht een koop
plichtregeling opgenomen. Deze regeling
is bedoeld om een oplossing te bieden in
situaties, waarin het stelsel van toetsing
met zich meebrengt, dat er onvoldoende
serieuze gegadigden zijn, danwel indien
gegadigden misbruik maken van hun
machtspositie. Het BBL zal in dergelijke si
tuaties gehouden zijn de grond over te ne
men tegen een door de Arrondissements
rechtbank vastgestelde prijs.
De invoering van de landbouwkundige
toetsing bij de vervreemding van land
bouwgrond maakte ook wijzigingen in de
Pachtwet noodzakelijk. Deze wijzigingen
houden in de introductie van eenzelfde
toetsingsmogelijkheid bij het sluiten van
pachtovereenkomsten, terwijl ook het
voorkeursrecht van de pachter is herzien.
Openbare verkoop
In tegenstelling tot de WVL geniet de
openbare verkoop in de WAG geen aparte
behandeling. Dit houdt in, dat een adspi-
rant-koper van land op een veiling aan de
toetsingscriteria zal moeten voldoen en
dat een van kracht zijnd voorkeursrecht
voor het BBL niet door een dergelijke ver
koop terzijde kan worden geschoven.
Aangezien de gedwongen openbare ver
kopen in de WAG niet apart zijn geregeld,
zal het aantal adspirant-kopers hierdoor
drastisch kunnen worden beperkt. Dit
geldt te meer omdat een verklaring van de
Grondkamer, dat de adspirant-koper wel
aan de toetsingsnormen voldoet, lang op
zich kan laten wachten, evenals een minis
teriële ontheffing die vereist is, indien niet
aan de normen wordt voldaan. Bovendien
zal door het voorkeursrecht van het BBL
een gedwongen verkoop in bepaalde ge
bieden geblokkeerd kunnen worden.
De consequentie van een en ander is, dat
de verkoopopbrengst bij executoriale en
andere openbare verkopen van agrarisch
onroerend goed kan afnemen. Op grond
van cijfers van het CBS zou gemiddeld on
geveer 25 van het aantal grondtransac-
ties niet kunnen doorgaan, aangezien de
koper een niet-agrariër is. De hierdoor ont
stane onzekerheid over de opbrengst met
name bij executoriale verkoop tast de on-
derpandswaarde van agrarisch onroerend
goed aan. Kredietverschaffers zullen der
halve genoodzaakt zijn aan agrarisch on-
Vervolg op pagina 17