fWob IJ
Wob J
Wob (vervolg van pagina 3)
Wij hebben elkaar 'in het veld' ontmoet,
soms ook met elkaar de degens gekruist,
maar bij alle gezonde mededinging is er
gelukkig steeds plaats geweest voor een
goede collegiale verhouding, zoals dat in
het bankwezen ook betaamt. Daarom wen
sen wij ook op deze plaats de Spaarbank-
bond gaarne geluk met dit jubileum.
De publikaties bij het 75-jarig bestaan la
ten zien dat de Bondsspaarbanken in de
komende tijd antwoorden zullen moeten
vinden op vragen, die haar functie en iden
titeit raken. Hun structuur en werkwijze is
van de aanvang af een andere geweest dan
die van de coöperatieve banken, al zijn er
zeker enkele gemeenschappelijke kenmer
ken. Voor beide lag een verdere evolueren
de ontwikkeling door de jaren heen voorde
hand. Dat is ook gebeurd, maar ook hierin
toont de ene groep duidelijke verschillen
met de andere. Verschillen die ons inziens
nog steeds samenhangen met oorspron
kelijke verschillen in doel, structuur en
werkwijze. In dat opzicht biedt de 'gang
door de geschiedenis' van spaarbanken en
Rabobanken interessant vergelijkingsma
teriaal.
Misschien mogen we van de Bondsspaar
banken in de toekomst nieuw materiaal
verwachten. De keuze van methoden en
middelen is belangrijk voor hun verdere
ontwikkeling. Daarom wensen wij de
Bondsspaarbank gaarne toe, dat zij uit ei
gen arsenaal de juiste keuze mogen doen.
'DOORLICHTING VAN DE
VOORLICHTING'
Op donderdag 7 oktober jl. was Rabobank
Nederland gastvrouw in Rhenen van ruim
vierhonderd ondernemers uit het midden-
en kleinbedrijf vergezeld van zo'n 100 re
presentanten van de diverse MKB-instan-
ties en branche-organisaties. De menge
ling van de zeer uiteenlopende branches
die vertegenwoordigd waren, paste uitste
kend tegen de achtergrond van het Ouwe
hands Dierenpark, met haar verscheiden
heid aan inwoners.
Het doel van dit symposium was, behalve
om de zesde editie van onze publikatie 'Cij
fers Trends' te presenteren, de onderne
mers een beter inzicht te geven in het ge
hele voorlichtingsgebeuren, dat per slot
van rekening voor hem of haar is georgani
seerd. Dit gebeurde door middel van een
infomarkt 'nieuwe stijl', dat wil zeggen de
diverse instanties waren geclusterd rond
een bepaald probleemgebied, hetgeen bij
droeg aan een beter overzicht. Verder wer-
De heer Wijffels (tweede van links) bood op het Nationaal Tuinbouwcongres het rap
port 'De concurrentiepositie van de Nederlandse glastuinbouw' aan. Hij tekende de
rol van de Rabobank: doorgaan met financieren op basis van economische uitgangs
punten, d.w.z. zodat ieder individueel bedrijf op zijn economische mérites gelijk
wordt behandeld. Afwijking daarvan ten gunste van de een zou op discriminatie ten
nadele van de anderen neerkomen.
Minister De Koning (midden op de foto) was onder de indruk van de huidige proble
men. Hij verklaarde zich bereid de levensvatbare bedrijven waar mogelijk op weg
naar een nieuwe toekomst te helpen.
den door speeches van staatssecretaris P.
H. van Zeil, drs. H. H. F. Wijffels en de heren
Koutstaal, Claus, Rood en Kruiderink de
huidige werkwijze van het voorlichtingsap
paraat en de eventuele nieuwe aanpak voor
het voetlicht gezet.
De Rabobankorganisatie hoopt dat zij door
middel van dit symposium ondernemend
Nederland een steuntje in de rug heeft ge
geven, niet minder en niet meer, want uit
eindelijk zal de ondernemer zelf het pad
naar een goede toekomst moeten plaveien.
De Rabobankorganisatie als grootste
MKB-bank staat de ondernemer met raad
en daad bij. Echter nogmaals: de onderne
mer moet het zelf maken. Hij of zij is per
slot van rekening zelfstandig.
DE JUISTE MAN OP DE JUISTE
PLAATS
Over 'doorstroming' is de afgelopen jaren
veel gepraat, zonder dat de organisatie er
echt aandachtig bij is blijven stilstaan. De
laatste tijd echter is dit onderwerp van ver
schillende kanten opnieuw in de belang
stelling gekomen en heeft met name de
gewenstheid van de doorstroming een
ernstiger ondertoon gekregen.
Verwonderlijk is het niet, dat in het verle
den de aandacht voor dit onderwerp min
der groot bleek te zijn. Immers Rabobank
Nederland en de aangesloten banken heb
ben de laatste 10 jaar zo'n onstuimige
groei meegemaakt, dat ieder personeels
lid, dat wat in zijn mars had, vanzelf in een
loopbaan terecht kwam, die veelal leidde
tot promotie. De kassier van (heel) vroeger
is nu directeur geworden van een bank, die
vele malen in omvang is gegroeid. Een
bank ook die vele nieuwe functies heeft
zien ontstaan en waar een meer gediffe
rentieerde interne organisatie tot stand
kwam.
Achteraf mag vastgesteld worden, dat we
indertijd - dat ligt inmiddels al heel wat ja
ren terug - op tijd begonnen zijn met het
systematisch opzetten van onze beleids
plannen. We leerden bewust vooruitzien
en verkregen een beter inzicht in wat tel
kens voor de komende jaren nodig was om
onze bedrijfsvoering te bevorderen en de
continuïteit veilig te stellen. Daarom kun
nen wij thans gelukkig veel meer alert dan
vroeger reageren op ontwikkelingen die de
naaste toekomst beïnvloeden.
Deze alertie mag, nu onze bancaire activi
teiten weinig stimulans ondervinden van
wege de op een laag pitje staande conjunc
tuur, zeker gericht worden op onze kosten
structuur. Een structuur die grotendeels
onbeweeglijk lijkt. Want twee derde van de
kosten zijn personeelskosten!
Van belang is het daarom dat juist in deze
tijd de kwaliteiten van iedere medewerker
zo volledig mogelijk worden aangewend,
niet alleen commercieel, maar overal waar
het om doelmatigheid gaat! Anders ge
zegd: het hangt in overgrote mate van de
kwaliteit van de beheerscolleges, van di
rectie, van kader en van medewerkers af in
hoeverre de aangesloten bank, maar uit
eindelijk de gehele organisatie erin slaagt
de rentabiliteit en de solvabiliteit op peil te
houden.
De uitdagingen voor het bankbedrijf ver
schillen sterk met die van een paar jaar te
rug en daarmee wordt het appel op de
kwaliteiten van beheerscolleges, directie,
kader en medewerkers anders. Daarmee
ontstaat tevens de vraag of de aanwezige
kwaliteiten in een goede verhouding staan
tot de uitdagingen. Ongetwijfeld zal hier of
daaraan die goede verhouding wat kunnen
schorten. Het laten voortbestaan van zo'n
situatie is uitermate onbevredigend en wel
in tweeërlei opzicht: ófwel de kwaliteit