/an de Postbank
H
.V K\'. vV
W "-t
hypotheekbanken zijn van mening, dat de
Postbank zoals die thans ontworpen is, een
ontoelaatbare verstoring van de concurren
tieverhoudingen zal betekenen!
Dat oordeel is mede het resultaat van een
door bezinning en ervaring gestimuleerd rij
pingsproces. Eigenaardig is n! dat de archi
tecten van de Postbank beslist niet de be
doeling zeggen te hebben deze bank in een
bevoorrechte positie te plaatsen. Ze willen
haar gewoon 'naast' het bestaande rijtje
banken neerzetten. De afstand tot de over
heid zou zelfs zo groot mogelijk moeten zijn
en te dien einde zijn deze zomer nog enkele
kleine wijzigingen in het ontwerp aange
bracht.
Maar is dat 'naast' van de ontwerpers ook
'naast' in de werkelijkheid? Nee, want de
Postbank krijgt een aantal voordelen, waar
door het overige bankwezen duidelijk in een
nadelige positie komt. Het zou een bank
worden die in feite vóór het bestaande ban-
kenrijtje wordt geplaatst!
Immers, niet alleen zal zij het kantorennet
van de PTT gebruiken (ook een staatsbe
drijf, dat als zodanig nauwelijks in een
'marktconforme' verhouding met een zus-
terstaatsbedrijf kan staan), maar het hele
Postbankpersoneel houdt ook de ambtelijke
status. Dat is begrijpelijk een eis van de
ambtenarenbonden, maar de beweerde af
stand tussen overheid en Postbank wordt er
praktisch onzichtbaar door. Rond de hele
Postbank wordt op deze manier een soort
ondoordringbaar overheidsgordijn als be
scherming opgetrokken. Een van de belang
rijkste voordelen die de Postbank zal krijgen
is met name dat de Staat als kapitaalver
schaffer zal optreden. In de praktijk betekent
dat lagere kosten omdat een lagere risico
premie gevraagd zal worden. Die 'over-
heidsstatus'komt verder ook tot uiting in de
rol van de minister van Financiën. Hoe men
het keert of wendt, deze krijgt een bijzonde
re relatie met de Postbank. Een situatie die
bij de overige banken bedenkingen oproept,
omdat deze minister ook te maken heeft met
de wet Toezicht Kredietwezen, die voor alle
banken geldt. Hij zal een zeer onbevredigen
de dubbelrol kunnen gaan spelen.
Juist dat 'staatsimago', dat door dit
alles onuitwisbaar op de Postbank
geplakt wordt, maakt het in wezen
onmogelijk zo'n bank naast het bestaande
rijtje particuliere banken te zetten. Zo'n
bank zal altijd een plaats apart, vóór het rijtje
hebben. En dat is onaanvaardbaar voor de
gelijkheid onder de hele verzameling ban
ken. In zijn commentaar wijst het College
van Overleg, het huidige wetsontwerp Post
bank dan ook met klem af. WH men toch een
Postbank, dan kan dat alleen als we die niet
vóór, maar gewoon in het rijtje plaatsen,
tussen de andere banken in! Dat betekent,
dat van de gedachte van een staatsbank be
wust afstand wordt genomen en dat geheel
of althans gedeeltelijk tot privatisering
wordt overgegaan. Een ambtelijke werk
groep heeft reeds eerder, op weinig overtui
gende gronden, die privatisering afgewe
zen, omdat deze zich kennelijk te eenzijdig
stootte aan het verloren gaan van de ambte
lijke status (salariëring, pensioenvoorzienin
gen en speciale rechtspositie). Een nader,
dieper en beter onderzoek is dringend ge
wenst, voordat het nieuwe kabinet een
standpunt inneemt!
Alleen langs de weg van verregaande priva
tisering zal de Postbank een acceptabele
plaats tussen de overige banken kunnen in
nemen: met dezelfde mogelijkheden onder
dezelfde voorwaarden!
De ernst van deze uitspraak wordt te meer
duidelijk, omdat een echte of halve staats
bank voor de rest van de banken een gefor
ceerd verlies van marktaandeel zal beteke
nen en daardoor hun toch reeds onder druk
staande rendementspositie zal aantasten.
Dat kan gevolgen hebben voor de werkgele
genheid, die thans ca. 100 000 mensen in
het bankwezen vinden. De belangen van het
bestaande rijtje banken en hun vele werkne
mers eisen dat de hele Postbank-kwestie
ook in het licht daarvan wordt heroverwo
gen.
Moge de nieuwe regering daartoe onver
wijld besluiten!
JRH