Het nieuwe alarmcommunicatiesysteem Alle hoofdkantoren Rabobahken binnen vier jaar aangesloten 28 Banken hebben ook in ons land vaak een magische aantrekkingskracht uitgeoe fend op het dieven- en inbrekersgilde. Maar er is een tijd geweest dat een be zoek van de representanten daarvan zich hoofdzakelijk tot de geldinstituten in de grote stad beperkte. Het platte land, domein van zoveel kleine Raiffei- sen- en Boerenleenbanken, wier enige personeel bestond uit de kassier die thuis 'zitting hield', heeft pas later de be langstelling van op geld beluste crimine len opgewekt. Welke kassier had trou wens zo'n twintig, dertig jaar geleden kunnen bevroeden tot welke veilig heidsmaatregelen 'zijn' bank later nog eens zou worden gedwongen? Immers, ook al zou dat later zeker niet de instem ming krijgen van de centrale banken in Utrecht en in Eindhoven (een mensenle ven is immers meer waard dan die paar gestolen centen!), hij ontzag zich niet om het geboefte eigenhandig van zijn erf af te slaan. Hoe dat in zijn werk ging hebben we in de annalen van onze orga nisatie opgezocht. Een mooi voorbeeld - naast andere, die we hier omwille van de ruimte achterwege laten - is de over val op de kassier van de Boerenleen bank in het Brabantse Made. We citeren de Maandelijkse Mededelin gen (één van de voorlopers van ons maandblad) van de centrale bank in Eindhoven van maart 1954. Al een paar keer had de kassier in Made bezoek gehad van een 'als heer gekleed persoon, die zich voorstelde als de heer Willems uit Arnhem'. Hij zei dat hij ver tegenwoordiger was van de Landelijke Hypotheekbank, die verschillende door hypotheek gedekte vorderingen had uit staan in Made. Men wilde deze panden herschatten en vroeg aan de kassier of deze dat tegen een behoorlijke vergoe ding wilde doen. Deze had daar wel oren naar. Afgesproken werd dat Willems la ter zou terugkomen in gezelschap van een 'Inspecteur'. Dat gebeurde uiteinde lijk op dinsdagavond 16 februari om on geveer kwart over acht, nadat de laatste klant vertrokken was. 'Willems belde weer aan en was nu in gezelschap van de Inspecteur... Op zeker moment vroeg één der bezoekers wat voor map pen daar langs de muur stonden. Toen de kassier zijn hoofd in die richting wendde, werd van achteren een hand op zijn mond gelegd en een revolver te gen zijn wang gedrukt... Alhoewel eerst hevig onthutst herinner de Segeren (de kassier, red.) zich een ar tikel in de Mededelingen, dat in dergelij ke gevallen door de aanranders bij voor keur geen echte revolvers worden ge bruikt. Hij greep naar het instrument dat tegen zijn wang was geduwd en zijn greep was zo stevig dat het wapen zich in zijn hand bijna opvouwde.' Dat gaat zo nog een tijdje door. De kas sier weet ook het namaakwapen van de tweede aanvaller te vermorzelen en dan ontstaat er een gevecht, waarbij hij een gummiknuppel 'die een der aanvallers onder zijn jas vandaan haalde' wist te ontfutselen. Vervolgens geeft de kassier 'ondanks de vele rake klappen die hij ontvangen had' beide aanranders met hun eigen gummiknuppel van katoen. Intussen was het lawaai van de vecht partij ook tot de huiskamer doorgedron gen en begon de vrouw van de kassier om hulp te roepen. Daarop vluchtten de overvallers zonder iets te hebben kun nen meenemen met een huurauto. 'Ver zijn ze niet gekomen,' aldus de Medede lingen, 'want door de haast en door de vele klappen welke zij hadden opgelo pen hebben ze de eerste bocht in de weg reeds gemist en zijn in de sloot gereden. De inmiddels gealarmeerde politie had hen nu weldra te pakken en gaf hun voorlopig onderdak.' Een mooi verhaal, leuk verteld ook, in die Maandelijkse Mededelingen van maart 1954. En hoewel het artikel over de speelgoedpistolen in dit geval be waarheid bleek te zijn, kan men zich an no 1982 alleen maar verbazen over de naïviteit van de schrijver. Of was de we reld, inclusief het dievenpak van toen, toch veel menselijker?

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 28