Het bestuur en raad van toezicht in 1939 met v.l.n.r. J. van der Linde, M. Melsert, M. Mol, P. de Koning, P. Luyendijk, H. van Hees en de kassier H. Heindijk. worden. Daar werd druk over gedelibe reerd, maar uiteindelijk niets aan veran derd, temeer daar de inspecteur (der cen trale bank) bij zijn jaarlijkse rondreis nim mer iets op- of aan te merken had. De kassier zou het zich blijkbaar zeer aan trekken dat er op de vergadering over ge sproken werd, dat hij een 'particuliere spaarkas' zou beheren. De soep werd echter nog niet zo heet ge geten. De vergadering vond dat hij moest aanblijven. Toch diende hij even daarna zijn ontslag in. Ter herinnering: er waren meer banken, waarvan de kassier een part timefunctie bekleedde, dus gedurende slechts enkele uren per week, of zo vaak er aan zijn deur gebeld werd. Zij moesten daarnaast andere inkomsten hebben, zoals het beheren van een verzekeringsporte feuille. Er was dan ook waarschijnlijk geen vuiltje aan de lucht. De heer Klem trad echter als kassier terug en werd bestuurslid. In zijn plaats werd de heer Heindijk, een 'ex-koloniaal' benoemd. In de vergadering van maart 1919 werd gevraagd of er niet uit het reservefonds ge put kon worden als steun voor de aanstel ling van een wijkzuster in Nieuwenhoorn. Er werd breedvoerig over gediscussieerd, maar het geld bleef waar het was. Het al dan niet eisen van een boete bij het zonder reden verzuimen van een vergade ring, maakte ook in deze bank vele malen de tongen los. Wel boete, of geen boete; hoe hoog en hoe deze van onwilligen te in nen? Het komt steeds maar weer terug en de thuisblijvers bleken niet afkerig van een smoesje bovendien. Men kwam er niet uit. Veelzeggend In weerwil van dat alles bleef de bank zich gunstig ontwikkelen. Veelzeggend was, dat er stemmen opgingen voor het in ge bruik nemen van een eigen kantoor. Maar de tijd was daarvoor nog niet rijp, meende het voorzichtige bestuur. We slaan wat ja ren over en schrijven nu 1 6 maart 1938. Een jubileumvergadering waarop zelfs de 'Edelachtbare Heer Burgemeester der Ge meente' aanwezig was. Een beetje feest mocht er wel zijn, want de winst over 1 937 bedroeg f 2293,88 waarvan - teken des tijds en veiligheidshalve - f 1000,- werd afgezonderd in een reserve voor dubieuze debiteuren, alles eigendom van 277 leden. Er werden consumpties aangeboden en herdacht werd dat de voorzitter en de se cretaris van het bestuur ook al vijfentwintig jaren aan de bank waren verbonden. Hartelijke, welgemeende woorden over en weer en dankbaarheid voor alles wat be reikt mocht worden. Las terugblikker het goed dat de voorzitter als blijk van grote waardering een bril ont ving? Dat zal dan wel een bijzonder fraaie geweest zijn. De secretaris kreeg een stoel, ongetwijfeld met de wens dat hij daarop gezeten nog vele belangrijke stukken zou mogen produceren. Burgemeester mr. v. d. Blink bracht een eresaluut voor de wijze waarop de bank door de opeenvolgende perioden van oor log, hoogconjunctuur en inzinking tot het toenmalige peil wist op te klimmen. Had de bank in de periode mei-december 1940 al last gekregen van de bezetting? Nog niet bepaald. Het bestuur moest wel constateren dat veel gelden - niet allemaal spaargelden - werden gedeponeerd. Het bestuur dacht er ernstig over om deze inlagen, voorzover ze afkomstig waren van lieden, die alleen maar wilden profiteren van de bank zonder daar iets tegenover te stellen, te weigeren, of aan te nemen tegen een veel lagere rentevergoeding. In maart 1 943 nam het bestuurslid De Ko ning afscheid. Hij was één van de oprich ters van de bank, dertig jaar geleden. In zijn plaats werd zijn zoon P. L. de Koning be noemd. De oude heer De Koning ontving een fraaie oorkonde voor zijn langjarige toewijding. De aftredende J. v. d. Linde kreeg een schilderij. De jubilerende secretaris Luyen dijk werd niet vergeten. Hem werd het boek 'Wij Boeren' overhandigd. De enigszins feestelijke vergadering werd besloten door een interessante en leerza me causerie met lichtbeelden over land en volk van Zuid-Afrika. 'Dit was werkelijk voor de bank een zeer geslaagde avond' constateerde de voorzitter tevreden. Tijdens de volgende algemene vergade ring werden enkele zinvolle vragen beant woord met betrekking tot het beschikken over spaargelden van mensen die wegens de oorlogstoestand in opdracht van de be zetter geëvacueerd waren. De kassier vier de inmiddels zijn vijfentwintigjarig jubi leum. Maar de omstandigheden waren niet van dien aard dat dit feit feestelijk, of met een stoffelijk blijk van waardering ge memoreerd kon worden. Hij moest maar geduld hebben tot betere tijden. Aarzelend naar Brielle zelf We bevinden ons nog steeds in Vierpol- ders en niet in Brielle. En dat zou nog wel enkele jaren op zich laten wachten ook, want nog in 1953 werd het eerste echte bankgebouw te Vierpolders geopend. Zon der vlagvertoon, in verband met de waters noodramp van februari 1953, waaronder Brielle en omgeving gelukkig niet veel heb ben geleden. In 1955 werd een werkelijke kluis aange bouwd en deed het eerste personeelslid zijn intrede. Het was mejuffrouw Hokke. Ze werkte voor halve dagen, kreeg f 80,- per maand en een week, plus zes snipper dagen vakantie. Als afdoende geachte beveiligingsmaatre gelen werden in 1 960 grendels op de deu ren aangebracht. Intussen verloren onze aangesloten banken langzamerhand het karakter van uitsluitend landbouwkrediet- banken te zijn. Men ging het werkgebied en de activiteiten uitbreiden. De centrale bank te Utrecht drong nu sterk aan op stichting van een bank te Brielle zelf. Dat moest dan maar gebeuren om ook in de stad Brielle voet aan de grond te krij gen en de concurrentie het hoofd te kun nen bieden. Na veel geharrewar werd in 1 968 gestart met de bouw van een bank in de wijk Rug- ge. Binnen de stadswallen waren er te wei nig mogelijkheden voor een behoorlijk bankgebouw met alles er op en er aan. Het gebouw werd in februari 1969 in gebruik genomen. De naam van de bank werd ge wijzigd in: Coöperatieve Raiffeisenbank Vierpolders-Brielle e.o. Deze naam illustreert misschien wel de aarzeling van de bestuurders om voor de sterk agrarisch georiënteerde bank het hoofdkantoor bin nen de stadswallen te vestigen. Eindelijk in 1 973, werd de naam opnieuw veranderd. Nu in Coöperatieve Rabobank Brielle. Bin nen en buiten de wallen, maar in ieder ge val in Brielle bevinden zich nu het hoofdkantoor, een bijkantoor en een 'zit ting'. Het agrarische werkgebied wordt intussen niet veronachtzaamd. Bijkanto ren vindt men in Vierpolders, Heenvliet en Zwartewaal. Via een lange en langjarige omweg zijn wij dan vanuit Vierpolders toch eindelijk in Brielle gearriveerd! En nu tot weerziens in Gelderland. Tb.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 27