Uit onze histotorieI ge opgehangen. Willem van Oranje tracht- i te dit onrecht nog te voorkomen, maar de heethoofd Lumey stoorde zich niet aan diens bevel. De straat waar nu het hoofdkantoor van de Rabobank gedvestigd is, werd later ver noemd naar de heldhaftige en geloofsge- trouwe leider van de omgebrachte geeste lijken, naar Nicolaas Pieck. Een zeer oude stad heeft ook een zeer lan ge geschiedenis. Veelal worden alleen de bloedige feiten daarvan in de geschiede- j nisboekjes vastgelegd. Uiteraard kunnen minstens evenveel prettige zaken vermeld worden. (Men leze het boekje 'Brielle, stad in den Lande van Voorne' door J. Klok). De Watergeuzen hebben waarschijnlijk de stoere toren van Brielle nét zo aan de ein der zien opdoemen als wij toen we vanaf Maassluis middels pontveer en bruggen naar de stad reisden. Deze kruisbasiliek is nooit afgebouwd. Hij was uiteraard bedoeld voor de eredienst. Maar ook om andere steden te overbluffen. De kerk werd toegewijd aan de heilige Ca- tharina, de schutspatrones van Brielle. Een enorme gemetselse gevelmuur laat zien waar de financiën voor de verdere bouw gingen ontbreken. In 1688 stak stadhouder Willem III met een grote vloot over naar Engeland om zijn schoonvader van de troon te jagen. Zijn vrouw Mary Stuart begeleidde hem tot Brielle. In de Catharijnekerk namen zij af scheid. De Briellenaren vonden dat zo ont roerend en feestelijk, dat zij in dat jaar voor de ingang van de kerk, op een zwarte on dergrond, maar wel met witte steentjes, lieten aanbrengen: 'Komt al tot Gods Huys'. Pennevrucht Deze pennevrucht dient echter niet om de geschiedenis van Brielle 'uitputtend' te schrijven en ook niet om al te nadrukke lijk te vermelden dat de zilte zeelucht daar nogal eens verdreven wordt door onaange name geurtjes uit het naburige industrie gebied, maar wel om de Coöperatieve Ra bobank Brielle voor het voetlicht te halen. De historie van deze bank vangt aan in de winter van 1912/1913 met het verhaal van de oprichting van de Coöperatieve Boerenleenbank te Vierpolders. In die winter werd voor 't eerst in Vierpol ders een tuinbouwcursus gehouden. Er werd tamelijk druk gebruik gemaakt van deze nuttige lessen. Hoofd was de heer J. J. Kolpa van Rockanje. Wanneer hij iets be sprak dat, om in praktijk gebracht te kun nen worden, geld zou moeten kosten, voegde hij er altijd aan toe dat men maar een Boerenleenbank moest oprichten. Wel werd er aan toegevoegd dat men echter niet moest denken dat dan als 't ware de gouden regen over Vierpolders zou neer dalen. Aanvankelijk werd er nauwelijks geluisterd naar deze goede raad, totdat er een tijd kwam dat de heer Kolpa zei dat men nu een bank moest oprichten en wel zo spoedig mogelijk, omdat er anders geen rijkssubsi die meer voor de oprichting kon worden ontvangen. Toen werden de leerlingen wakker geschud. Er kwam een bijeen komst waarop Kolpa nadere inlichtingen zou geven, maar... 'door brand in het dorp kon men niet komen tot een goed slot'. Nieuwsgierigen liepen haastig naar die brand en vermoedelijk waren onder de kandidaat-oprichters ettelijke vrijwillige brandweerlieden. Geen nood: 'Enige aanwezigen besloten nogmaals per advertentie de burgers op te roepen om te komen tot een voorlopige commissie'. Dat gebeurde op 6 februari 1913. Deze commissie werd gevormd door de heren Adr. Scheygrond Jz., Ph. de Koning, L. Poldervaart, W. Lugtenburg, D. Vrij, R. Lieve en P. Luyendijk Jz. De Coöperatieve Centrale Raiffeissen- Bank te Utrecht werkte snel mee, evenals notaris v. d. Blink te Brielle. 'Op heden den zesentwintigsten Februari negentienhonderd dertien verschenen voor mij, Leendert Pieter van den Blink, No taris ter standplaats Brielle in tegenwoor digheid van... (namen van getuigen) de heeren Pieter Luyendijk Janszoon, bouw man te Vierpolders, Adriaan Scheygrond, veehouder te Vierpolders, Pleun de Ko ning, tuinderte Vierpolders, Dirk Vrij Maar- tenszoon, bouwman te Vierpolders, Roe land Lieve, bouwman te Vierpolders, Wil lem Lugtenberg, bakker te Vierpolders, Leendert Poldervaart Corneliszoon, tuinder te Vierpolders'. Dit uitgebreide gezelschap gaf de wens te kennen te komen tot oprichting van een coöperatieve vereniging onder de naam van Coöperatieve Boerenleenbank, geves tigd te Vierpolders. (Wellicht tot verwon dering van de lezer zijn wij nog steeds niet in Brielle. Maar dat komt nog wel!) De oprichtingsvergadering was hoopge vend. Behalve een paar gegoeden uit de gemeente was ook burgemeester Meer aanwezig. Hij gaf het goede voorbeeld door als eerste het ledenregister te teke nen. Hij werd direct als bestuurslid geko zen. In de belangrijke functie van kassier werd Jb. Klem gekozen. Uiteraard werd aan de actieve heer Kolpa welgemeende dank ge bracht voor zijn 'belangelooze moeite in dezen betoond'. Beknopt De notulen van de vele volgende, al dan niet buitengewone algemene ledenverga deringen zijn over het algemeen zeer be knopt, zonder dat veel aandacht wordt besteed aan de spannende oorlogscrisis, of aan andere ingrijpende situaties. Er werd maar zelden gebruik gemaakt van de rondvraag, maar toch wordt het beeld van de lotgevallen van de bankte Brielle steeds duidelijker. Zo werd op 9 december 1913 bepaald dat het bestuur aan een lid tot hoogstens f 1000,- krediet mocht toe staan. Met toestemming van de raad van toezicht kon dat f 2000,- worden; en met toestemming van de algemene vergade ring maximaal f 3000,-. Het lijkt nu weinig, maar gezien de toenma lige geldswaarde was dat toch beslist niet zo. En op de vraag van de voorzitter of er soms leden waren die belang stelden in de stand der bank, werd - misschien tot zijn verras sing - met luider stemme bevestigend ge reageerd, zodat de kassier voor de eerste, maar nog lang niet voor de laatste maal met cijfers op de proppen moest komen. Wanneer er niet voldoende deposito's bin nenkomen dan kan een bank ook geen gel den uitzetten. Nog op 5 maart 1915 (geen woord over de oorlogstoestand!) moest de voorzitter de aanwezigen op het hart drukken, dat wan neer er niet voldoende gelden binnen stroomden, de bank een beroep zou moe ten doen op de centrale bank te Utrecht, die daarvoor ook al een rentevergoeding moest hebben. Een zeer onvoordelige zaak uiteraard. Een wijziging in het huishoudelijk regle ment maakte het mogelijk om aan de Coö peratieve Fruit- en Groentenveiling te Brielle een 'crediet in loopende rekening' toe te staan van f 4000,- tot aankoop van een motorschip genaamd 'Vooruitgang'; een niet zeer originele naam, maar wel een optimistische. Over 1915 werd een winst gemaakt van f73,-. Vraag: 'van waar komt die winst?' Die bleek het plezierige gevolg van de ontvangen rijkssubsidie ad f 100,-. Was die er niet geweest dan zou de bank f 27,- verlies hebben geleden. Zo werd de pil een beetje verguld. In de pioniersperiode van onze organisatie zag de overheid heel goed in dat de coöpe ratieve banken een beetje geholpen moes ten worden, om over de aanloopkosten heen te kunnen komen. Een beetje over heidssteun gaf de burger de nodige moed. En misschien heeft die geringe steun er hier en daar wel voor gezorgd dat in weer wil van geringe medewerking, toch maar door werd gezet. Het lijkt niet onwaar schijnlijk dat onze organisatie nu nog ban ken telt, die zijn bijven bestaan dank zij de 'Rijkssubsidie' die aanvankelijk, meent Te- rugblikker, f 175,- bedroeg. Op de 'Buitengewone Algemeene Verga dering' van 3 mei 1917 waren 47 leden aanwezig en 44 leden niet. Afwezig was ook N. de Vos, die nog wel als lid van de raad van toezicht gekozen werd. Op ver zoek van de voorzitter thuis opgehaald, kwam hij haastig aangelopen om zijn be noeming te vernemen en om deze te aan vaarden. De nieuwbenoemde werd ogenblikkelijk actief door te vragen of er geen waarne mende bestuurders benoemd moesten

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 26