-
Aardgasproblematiek
vangen. Wat de hoeveelheden aan het bui
tenland te leveren aardgas betreft is er ove
rigens geen reden om aan te nemen dat
zich problemen zullen voordoen. Deze zijn
immers gecontracteerd: per 1 januari
1 982 moest nog 54% van het oorspron
kelijk gecontracteerde volume worden ge
leverd ofwel 510 miljard m3. Bovendien zal
de Westeuropese gasvoorziening in toe
nemende mate afhankelijk worden van im
port, waardoor de behoefte aan eigen
Westeuropees gas groot zal blijven. Gege
ven de geplande vrij snelle volumedaling
van onze buitenlandse gasafzet, met name
vanaf het midden van de jaren tachtig kan
de aan de gang zijnde verschuiving naar la
tere jaren uit een oogpunt van spreiding
gunstig worden beoordeeld. Voorwaarde
is dan wel dat dit gas niet tegen een lagere
prijs moet worden verkocht.
Energiebeleid in ons land
Met de onverwachte omwenteling op de
energiemarkt kwam ook het gevoerde
energiebeleid in een ander daglicht te
staan. Dit beleid beoogde onder meer zo
lang mogelijk van het aardgas te profiteren
voor het binnenlands verbruik en met na
me voor huishoudens en specifieke toe
passingen in de industrie. Dit betekende
dat elektriciteitscentrales de afgelopen ja
ren geleidelijk minder aardgas kregen en
moesten overschakelen op kolen. Intussen
is gebleken dat ombouw lang niet altijd
economisch verantwoord is of meer tijd
vergt dan aanvankelijk werd aangenomen.
Het beleid is dan ook in zoverre aangepast
dat besloten is tot extra inzet van aardgas
in centrales. Dit sluit aan bij de herijking die
heeft plaatsgevonden aangaande het prijs
beleid voor elektriciteit. De industriële
grootverbruikers wezen al geruime tijd op
een groot concurrentienadeel met het bui
tenland als gevolg van hoge stroomtarie-
ven. Dit hing samen met de dure brand
stofinzet (veel olie en gas: zie tabel) en een
ongunstiger tarievensysteem. Door de ex
tra hoeveelheid aardgas tegen een lagere
prijs in te zetten, is enige compensatie voor
de hoge tarieven geboden.
Veranderingen van het energiebeleid kun
nen ook worden waargenomen op het vlak
van de voorgenomen invoer van aardgas.
Zo zal van de invoer uit Algerije en Rusland
voorlopig worden afgezien. Dit hangt sa
men met vrij succesvolle pogingen nieuwe
aardgas- (en olie-)voorraden te vinden in
Nederland en vooral op het Nederlandse
continentale plat, alsmede met de her
waardering in opwaartse zin van bestaan
de gasreserves.
Aanpassing van het energiebeleid blijkt re
latief gemakkelijk te realiseren in de sfeer
van de prijzen. Minder eenvoudig is het al
ingeval een grotere efficiency van het ener
gieverbruik wordt nagestreefd. Immers, de
huidige economische ontwikkeling bete
kent dat in veel gevallen de financiële mid
delen voor dergelijke investeringen ont
breken. Bovendien worden deze investe
ringen ongunstig beïnvloed ingeval er on
zekerheid omtrent de energieprijsontwik
keling bestaat, zoals thans het geval is. Di
versificatie van energiebronnen daarente
gen is, gezien onze eenzijdige oriëntatie op
olie en gas, zowel een zeer dringend als
een moeizaam proces. Zo lijkt in Nederland
de inzet van kernenergie niet eenvoudig te
realiseren. Daarnaast blijken nieuwe kolen-
technieken langer op zich te laten wachten,
terwijl andere energiebronnen zoals zon,
wind en water naar verwachting voorlopig
slechts op beperkte schaal inzetbaar zijn.
Niettemin moet worden voorkomen dat
energiebesparing en spreiding van ener
giebronnen naar de achtergrond worden
gedrongen. Het omvangrijke bezit aan
aardgas zou ons gemakkelijk in slaap kun
nen sussen, terwijl andere landen, nood
gedwongen, wel doen wat wij dan zouden
nalaten.
Aandeel van verschillende brandstoffen bij elektriciteitsopwekking
Duitsland
Frankrijk
België
Nederland
kernenergie
14,6
37,7
25,0
6,0
kolen/bruinkool
59,1
20,0
28,1
13,8
aardolie
4,9
11,1
26,5
40,5
aardgas
12,1
1.5
10,6
35,7
andere brandstoffen
3,7
2,3
7,2
4,0
waterkracht/
geothermie
5,6
27,4
2,2
100
100
100
100
Bron: SEP
Elektriciteitsopwekking door middel van kernenergie in een enorme turbinehal van de
Pickering Nudear Plant in Ontario.