Kolen genoeg, maar dat S02! De uitputting van de olievoorraden komt naderbij; de positie van aardgas is duidelijk gunstiger en met de voorraden kolen kun nen we zelfs nog 200 jaar toe. Het stoken van kolen brengt echter nog veel proble men met zich mee (S02-emissie, afvalstof fen, logistieke problemen). Ongetwijfeld zullen er nog nieuwe energie- voorraden worden ontdekt (aan de andere kant zal de vraag naar energie door de op komst van de derde wereld nog drastisch toenemen), doch dit betekent slechts uit stel van executie. Deze nieuwe energie- voorraden zullen steeds meer in onher bergzame gebieden worden gevonden. We zien hier het probleem van het be schikbaar zijn van energie op de juiste plaats en de juiste tijd. Tijdwinst kan ook worden geboekt door het zuiniger omgaan met energie. Technische innovaties (zoals warmtepom pen, brandstofcellen en de HR-ketel) en het gebruik van minder energie-intensieve goederen en diensten (bijvoorbeeld trein en fiets in plaats van auto) kunnen hieraan bijdragen. Het effect van zuiniger omgaan met energie (hoe belangrijk dit ook is) moet echter niet overschat worden. Indien we 25% zouden bezuinigen op bijvoor beeld het olieverbruik kunnen we in plaats van 29 nog 39 jaar vooruit. Natuurlijk, mooi meegenomen, maar het is een tijd winst van slechts tien jaar. Uiteindelijk zullen dan ook de zogenaamde onuitputtelijk energiebronnen de defini tieve oplossing moeten bieden, zoals zon- ne-energie, windenergie, waterkracht, kernfusie (voor menselijke begrippen is dit een onuitputtelijke energiebron) en wel licht snelle kweekreactoren. Hoge energieprijs nodig met het oog op de toekomst Men kan zich afvragen of de aanpassings processen, die nodig zijn voor de oplos sing van het energievraagstuk, op tijd op gang zullen komen. Sommigen verwach ten dat 'de markt' vanzelf een oplossing zal genereren. De huidige president van de Verenigde Staten, Reagan, mag tot een aanhanger van deze theorie worden gere kend. Immers, hij heeft vrijwel alle energie- (onderzoek)-programma's, die onder de Carter-regering waren opgesteld, ge schrapt. Maar het moet worden betwij feld of de markt tijdig zal komen met een oplossing. De energieprijsontwikkeling is in hoge ma te bepalend voor de rentabiliteit van inves teringen in projecten, die de winbaarheid en beschikbaarheid van de wereldenergie- voorraad vergroten, of de overschakeling op duurzame energiebronnen bevorderen. De explosieve prijsstijging van olie en gas sinds het begin van de jaren zeventig heeft de offshoresector een enorme impuls ge geven en zelfs de winning van olie uit lei steen en teerzand mogelijk gemaakt. De huidige graad van warmte-isolatie in de woningbouw was in 1970 nog ondenk baar. Toen werd voor een vat ruwe olie nog maar 2 dollar neergeteld; de zogenaamde 'refe- rentieprijs' in 1981 was 34 dollar. Sinds begin 1 982 blijft de hoogte van de olieprijs echter achter bij de ramingen van enige tijd geleden. De prijsontwikkeling (-explosie) leidde tot maatregelen op het gebied van energieconservering en -sub stitutie. De vraag op de oliemarkt daalde bovendien dank zij de conjuncturele reces sie. De OPEC-landen zagen zich gedwon gen tot een produktiebeperking tot 1 8 mil joen vaten per dag om de prijs te kunnen handhaven. De produktietop in 1979 lag bijna twee maal zo hoog, namelijk op 31 miljoen. Di verse energieprojecten zijn nu stopgezet (onder meer de teerzandontwikkeling in Canada en kolenvergassing op meerdere plaatsen). Het gevaar is echter aanwezig dat de olieprijs niet de feitelijke schaarste aan energie op lange termijn weergeeft en dat derhalve de markt hieruit geen optima le lange termijnbeslissingen destilleert. Aanbevelingen Het ziet er op het moment naar uit, dat de energievraag weer licht zal aantrekken. De oliemaatschappijen moeten hun voorra den, die in de loop van het jaar vrij ver wa ren teruggelopen, aanvullen voor de ko mende winter. Ook op langere termijn, naar verwachting in de loop van 1 983 zal de prijsstijging waarschijnlijk weer gaan doorzetten, zij het in een lager tempo dan voorheen. Er zullen maar weinig bedrijven en particu lieren zijn, die het herstel van de energie prijsontwikkeling toejuichen. Zo zal bij voorbeeld in de tuinbouwsector het onder nemersinkomen als gevolg van de over eengekomen gasprijsverhogingen aan zienlijk dalen gedurende het komende jaar wanneer de tuinders niets aan energiebe sparende maatregelen doen en de op- brengstprijzen gelijkblijven. Een hoge energieprijs is echter voorwaar de voor het handhaven van het aanbod van energie in de toekomst. Wanneer mocht blijken dat de olieprijsont wikkeling te veel afhankelijk is van inciden tele factoren, zoals oorlogen en financiële problemen van olieproducerende landen, is het wellicht noodzakelijk, dat de over heid meer grip krijgt op het energiegebeu- ren en duidelijke signalen aan de markt sector geeft. Men kan hierbij denken aan premies voor energieprojecten, het be schikbaar stellen van fondsen ten behoeve van research en ontwikkeling en het niet te zwaar belasten van opbrengsten uit ener gieprojecten. In ruil hiervoor zal de over heid mee kunnen praten over de bestem ming van de gelden. Het energievraagstuk betreft lange ter mijnzaken van wereldniveau. Behalve op bovengenoemde wijze kunnen de verschil lende overheden ook via andere kanalen aan de oplossing ervan werken. Overleg en afstemming op het gebied van energie-onderzoek, zoals dit reeds in EEG- en lEA-verband geschiedt, is hierbij van groot gelang. Voor Nederland zou het wel licht aanbeveling verdienen om een ener gieplanning van bijvoorbeeld 50 jaar op te stellen, om zodoende het lange termijn- denken nog meer te stimuleren. Tevens zullen de prikkels voor de oliemaatschap pijen om in het Nederlandse deel van de Noordzee te speuren naar nieuwe energie- velden niet moeten worden weggenomen door een verhoging van het staatsaandeel in de opbrengsten. Energie-onderzoek, besparingsactiviteiten op energiegebied en het ontwikkelen van warmte/krachtvermogen in de industrie dienen onverwijld door de overheid te worden gestimuleerd. Daarvoor is veel geld nodig. Dat zullen we met elkaar moe ten opbrengen, onder het motto: 'Nu inleveren om de volgende generaties te laten overleven'. II

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 19