v S twijfelt 'Men denkt nog wel eens, dat defaciliteiten die wij het 'buitenlandse' zakenleven kun nen bieden wel minder zullen zijn dan van andere grote banken. We staan immers vanouds bekend als een boerenbank. Uit objectieve marktonderzoeken blijkt echter heel duidelijk dat onze dienstverlening in dit opzicht zeker niet slechter is dan van concurrerende banken. Dat hangt heus niet alleen af van het aantal eigen kantoren in het buitenland. Wel mag worden ver wacht dat wij in de komende jaren naarma te de behoefte dat gewenst maakt op een aantal voor de Nederlandse im- en export vitale plaatsen eigen kantoren in het bui tenland zullen vestigen. Speciaal de agri- business zal daarbij ons terrein zijn. Na tuurlijk niet uitsluitend, maar op dat gebied hebben wij ook internationaal bijzonder veel aan kennis en ervaring te bieden! Dat is ook in ons eigen nationale belang, ook voor de werkgelegenheid in Nederland!' De algemeen slechte economische situatie baart de banken zorgen; denk aan de debi teurenportefeuille. Daarom is het voor Boons zeer verheugend, dat wij erin ge slaagd zijn in de jaren zeventig een krachti ge vermogenspositie op te bouwen. Hij er niet aan of we zullen ook deze moeilijke tijd goed doorkomen. Als coöperatiefinancierder wil hij ook nog wel even kwijt, hoezeer het nu in het belang van de coöpe raties zelf én van hun leden blijkt te zijn geweest, dat wij al jaren geleden op sterke vermogensposities hebben aangedrongen. Dat beleid is nu mede de basis voor de relatief goede positie van de Nederlandse boeren en tuinders. zien,' zegt Burghouts, 'zal de werkgelegen heid alleen te lijf kunnen worden gegaan via een drastische arbeidstijdverkorting. Daarmee trekken we dan eigenlijk de histo rische lijn door. Maar dan niet met de botte algemene bijl, maar op maat, per bedrijfs tak via CAO's wikken en wegen wat mo gelijk is. (Deeltijdarbeid geeft (helaas) geen uitbreiding van werk, alleen een an dere verdeling daarvan.) Nieuws is: iedere arbeidstijdverkorting, ook deeltijd, zal on vermijdelijk onder inlevering van loon plaats moeten vinden. Terzijde: bij onze or ganisatie werkt ondertussen al een kleine 10 in deeltijd. Mooi is ook, dat we tot op heden elk jaar enige duizenden schoolverlaters hebben opgenomen.' Het is goed van Burghouts te horen dat we automatisering niet als een eenzijdige boe man voor de werkgelegenheid moeten zien. Er zitten ook grote stimulerende kan sen in. 'Ja, in enge zin bekeken kost auto matisering arbeidsplaatsen. Maar daar staat tegenover dat hij in tal van andere hoeken van het bedrijf ook werkplaatsen schept. Er kunnen nu ook heel nieuwe pro- dukten komen. Als wij onze banken bij voorbeeld kunnen laten uitgroeien tot in formatie- en administratieve centra in de streek waarin ze zitten, zullen we veel meer dingen gaan doen, dan waar we nu zelfs aan denken. Dat spreekt mij aan en ik heb er vertrouwen in! Daarom: niet alleen kij ken naar wat automatisering aan arbeids plaatsen kost, maar vooral ook naar wat hij mogelijk maakt. Het gaat om de totale ef fecten. Naast de negatieve, zijn er wel de gelijk ook positieve! Bovendien moeten we mijns inziens eens ophouden om alleen over werkgelegenheid te praten in het ka der van automatisering. Er spelen meer processen in het totale bedrijfsgebeuren - naast automatisering -: de bankadviseur, het relatiebeheer bedrijven, het retailbeleid voor de komende jaren. Allemaal hebben ze effect op de werkgelegenheid - zowel kwantitatief (aantal arbeidsplaatsen) als kwalitatief (soort functies). Het gaat om al deze effecten bij elkaar.' Langs allerlei bochten en kronkels hebben de rapporten van de Commissie Arbeids verhoudingen zich moeten wringen om 'De huidige overliquiditeit - in feite het mooiste probleem dat een bank kan heb ben,' zegt Boons met een natuurlijk wel wat relativerende lach, 'is vooral een mooie basis voor een actief marketingbeleid! We behoeven immers geen 'nee te verkopen' om liquiditeitsredenen. Maar ook deze pe riode zal wel weer overgaan. Drie jaar geleden zuchtten we immers zwaar onder de 'krapte' en het is daarom goed onze middelengenererende kracht ook nu aller minst te verwaarlozen.' Boons is een 'geworden coöperatieman'. 'Toen ik in 1 968 binnenkwam, had ik geen enkele notie van het coöperatiewezen. Maar ik heb er diep respect voor gekregen hoe in een coöperatie de voordelen van kleinschaligheid én van een grote organi satie benut kunnen worden. Vooral valt mij telkens weer op dat in coöperatie-land de motivatie groter is dan in het particuliere bedrijfsleven. Ons coöperatieve imago moet recht overeind blijven! Laten we het maar versterken, want dan zullen we met behulp van de goed gemotiveerde mede werksters van de Rabobankorganisatie de nu voor ons liggende moeilijke jaren (zo lijkt het) best aankunnen!' onze organisatie te laten voldoen aan de wettelijke bepalingen inzake medezeggen schap. Burghouts is hierover onconventio neel verrassend. 'Is dat nou de enige echte medezeggenschap? Ik zeg nee, althans niet van het soort, dat ik op het oog heb. Ik vind pas werkelijk medezeggenschap als je teruggaat naar die situaties, waarover werknemers zelf iets verstandigs kunnen vertellen. Je moet derhalve in hun eigen werksituatie zodanige omstandigheden scheppen, dat daar plaats is voor directe zeggenschap. Soms kijken ze je raar aan als ik zeg: geen indirecte, maar directe zeg genschap in zaken betreffende hun eigen werksituatie. In commerciële zaken doen we eigenlijk niet anders. Een nieuw pro- dukt test je immers ook door potentiële ko pers te vragen wat ze ervan denken. Wel nu, die methode zouden we ook moeten gebruiken in de benadering van ons perso neel. Dat krijg je nooit geregeld via welke COR- of andere constructie ook. Dat is een kwestie van mentaliteit! Als we die menta liteit bij ons kader en door de hele organi satie heen, banken én centrale bank, goed kunnen ontwikkelen dan denk ik datje éch te zeggenschap krijgt.' 'Tot slot dit: de gedachten van prof. Moer land, zoals die onlangs in dit blad versche nen, spreken mij aan. Hij sprak onder ande re over 'share-cropping'. Ik noem het wel eens zo: maak van het personeel allemaal klein ondernemertjes. Een interessante ge- dachteom eensdoortedenken, immers de ontwikkelingen in de arbeidsverhoudingen staan niet stil.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 13