is sharecroppirig' eigen aan
de coöperatie?
X
b
In het midden- en kleinbedrijf,
met name ook in de
agrarische sector, vindt de
bedrijfsuitoefening in het
algemeen nog plaats in het
betrekkelijk hechte verband
van de familie of van een
anderszins nauwe relatie
tussen betrokkenen. Het
'runnen' van een eigen bedrijf
vraagt nogal wat offers: er
moet hard worden gewerkt
(om op dure arbeidskracht te
kunnen besparen), er moet
zuinig worden geleefd (om
het nodige te kunnen
investeren) en er moet
genoegen worden genomen
met tal van risico's.
Tegenover die offers staat een be
paald inkomen (bedrijfswinst), dat
in veel gevallen tekortschiet om in
een redelijke beloning voor die drie soorten
opoffering te voorzien. Dat leidt in gevallen
tot een fnuikende situatie. Een kleine zelf
standige die failliet gaat verliest niet alleen
zijn geld, maar ook zijn baan, om over zijn
gezicht maar niet te spreken.
KBEID
KAPIfAA
Scheiding van functies
Bij grote bedrijven liggen de verhoudingen
anders. Daar heeft zich veelal geleidelijk
aan een scheiding tussen leiding en finan
ciering voltrokken, en tussen leiding en uit
voering. Dat heeft nogal consequenties ge
had voor de afbakening van zeggenschap
en verantwoordelijkheden. Het meest
pregnant komt dit wel naar voren bij de
anonieme financiering van grote concerns.
'Sharecropping' is eigenlijk een boerenterm uit Amerika. Een sharecropper is een
meestal klein boertje/landarbeider, die een stuk grond bewerkt en daarvan een deel
(to share delen met) van het geteelde (de 'erop') moet afstaan aan de eigenaar.
Prof. Moerland gebruikt dat begrip als illustratie voor een vorm van risico-verdeling
binnen een onderneming. In zijn inaugurele rede wees hij begin dit jaar reeds op ver
schillende symptomen, die wijzen op een veranderende risico- en zeggenschapsver
deling binnen NV's en BV's. Hoe ziet u dat bij de coöperatie, vroegen wij hem. Een
vraag, die Moerland meteen interesseerde, want daarmee komt hij op vertrouwd
terrein: hij was voor zijn benoeming in Groningen verbonden aan Rabobank Neder
land.
Moerland komt 'al schrijvend' ai meer tot het idee, dat de coöperatie, speciaal zoals
die in onze organisatie vorm heeft gekregen, erg geëigend is voor wat hij 'sharecrop
ping' noemt. Hij ziet daarin een echt coöperatief samenwerken van alle betrokke
nen: van leden, van management en ook van employés. Een samenwerken waarin
zeggenschap en risicodragen in een goede vorm kunnen samen komen.
Wij citeren één typerende zin uit het artikel: 'Ik heb dit voorstel niet gedaan omdat
het zo gemakkelijk zou zijn (want dat is het niet) en nog minder om het morgen in te
voeren (want dat is ondoenlijk).'
Maar met Moerland zijn wij het eens, dat het goed is om ons er voor de toekomst op
te bezinnen. Zulke ideeën moeten altijd een rijpingsproces doormaken, zeker ook als
je van een eerste indruk zegt: er zit iets in!
Wie zal zich bij aankoop van een aandeel
Philips plotseling mede-eigenaar wanen
van die Eindhovense vennootschap? Of
wie zal bij de verkoop van zo'n flip het ge
voel hebben daarmee verlost te worden
van het mede-beheer over die onderne
ming? Niet de aandeelhouders maar ma
nagement en personeel beschikken over
de deskundigheid om het bedrijf in kwestie
te laten draaien. Niet dat aandeelhouders
ondeskundig zouden zijn, allerminst, maar
zij wenden hun arbeidsproduktiviteit veelal
elders aan. Niettemin vormen diezelfde
aandeelhouders de groep van residuele in
komenstrekkers, dat wil zeggen zij delen in
de rest van de verdiende toegevoegde
waarde nadat lonen, salarissen, rentekos
ten e.d. reeds met voorrang zijn betaald. De
feitelijke zeggenschap - maar ook de for
mele, denk aan het structuurregime bij
grote nv's - heeft gaandeweg steeds meer
aan betekenis ingeboet, terwijl het restant-
Prof. dr. P. W.
Moerland
hoogleraar in de
Bedrijfskunde aan de
Rijksuniversiteit
Groningen