waarin die bedreiging werkelijkheid werd.
Dat kwam eigenlijk nog vrij plotseling,
waardoor het gevaar ontstond dat de ban
ken er door overvallen werden en zich als
het ware onvoorbereid en zonder ervaring
zeer intensief op het 'hoeden' moesten wer
pen. Dit gevaar heeft het bankwezen wel
niet helemaal kunnen ontlopen, maar het
werd snel onderkend en aan 'kredietbeheer'
is meteen een fors eigentijds accent gege
ven. Onze organisatie heeft bijtijds gerea
geerd. Rabobank Nederland stelde op 1 juli
1979 de BBK in. Een aparte groep - aan
vankelijk groepje - die bijzondere kredieten,
dat wil zeggen debiteuren met continuïteits
moeilijkheden, zou gaan begeleiden. Dat
luidde het begin van ons 'tijdvak kredietbe
heer' in.
Sinds die eerste juli van 1979 is het
aantal posten in behandeling bij de
BBK hard gegroeid. En nog neemt de
stapel dossiers van probleemgevallen niet
af, al zijn er gelukkig ook een paar aanwij
zingen die er voorzichtig op lijken te wijzen,
dat de aanwas zich geleidelijk stabiliseert en
misschien zelfs iets minder wordt. Voor ons
is de BBK als de intens/ve-care-afdeling van
een ziekenhuis. De echt moeilijke gevallen
komen er uit de banken binnen en worden in
overleg met die banken en alle betrokkenen
door specialisten behandeld. Het is ook een
doorgangshuis. Het dossier wordt met
vreugde afgevoerd als de bank het zelf ver
der af kan en met droefheid, als tot incasse
ring met uitwinning van de debiteur moet
worden overgegaan. Tegenover de totale
uitzettingen blijft het aantal déconfitures ge
lukkig beperkt. Wij zijn ons zeer indringend
bewust, dat achter elk dossier menselijk
leed opdoemt, dat zoveel mogelijk voorko
men moet worden. Des te meer geeft het
diepe voldoening dat er ook niet weinig za
ken zijn, die na een intensieve BBK-behan-
deling ten goede keren.
Mede dank zij de door de BBK opgedane en
uitgedragen ervaringen is ondertussen een
heel belangrijk inzicht gewonnen, of liever
herwonnen. Het was altijd al verscholen
aanwezig. Het kredietbeheer is niet maar
een terrein voor een aparte afdeling van Ra
bobank Nederland. Het is een zaak die iede
re bankman of-vrouw aangaat. Want 'goed
hoedenvan de relatie met de debiteur, bete
kent nauwgezet het wel en wee van die de
biteur volgen. Allereerst de administratieve
gegevens. Die zijn er niet enkel om vastge
legd te worden, we moeten er ook naar kij
ken, naar om-kijken en met behulp daarvan
vooruit-kijken. Daarnaast is voor 'goed hoe
den nodig dat met de ondernemer/debiteur
periodiek - in routinegevallen eens per half
jaar - een ontmoeting plaats heeft, waarbij
in aanwezigheid van diens accountant de
gang van zaken in het bedrijf wordt doorge
nomen. Nee, dat is geen wantrouwige geste
tegenover de cliënt, het is in wezen een
machtig service-instrument dat de bank aan
de ondernemer biedt. Een instrument, dat
voor alle financieringen toegepast moet
worden, zelfs al zijn loflijken!) ze zo safe als
een huis.
Dat Tijken' ontglipte ons tussen haakjes,
maar niet onbewust. Elke relatie tussen
bank en kredietnemer moet gebaseerd zijn
op vertrouwen. Dat begint al met het ver
strekken van de post, wanneer de nodige in
formatie op tafel komt, maar het blijft zo ge
durende de looptijd van het krediet. Het ver
trouwen moet vooral aanwezig zijn, wan
neer de ondernemer in zijn bedrijf zwarighe
den en tegenvallers ondervindt. Een bedrijf
op basis van oude, achterhaalde prognoses
onveranderd verder financieren is vragen
om moeilijkheden, zowel voor de bank als
voor de ondernemer. Tijdig signaleren is de
beste manier om moeilijkheden te voorko
men of te beperken. Dat is misschien wel het
belangrijkste, dat de banken hier en over on
ze grenzen helaas vaak langs harde weg in
de laatste jaren hebben geleerd!
Dat signaleren hoort bij het goed hoeden
van het kredietbeheer. Het is ook altijd in het
belang van de ondernemer zelf, dat hij een
objectief advies of mening hoort. Dat vereist
natuurlijk wat meer dan het onderhouden
van persoonlijke relaties. Die streven wij te
recht vanouds met onze cliënten na. Maar
op een zakelijke, weloverwogen oordeel
heeft de cliënt evenzo goed recht. Zelfs als
dat hard moet uitvallen, hoeft dat de goede
persoonlijke verhoudingen niet te vertroebe
len. 'Een bank, die het niet te makkelijk
neemt, voorzichtig gezegd een lastige ban
kier, en een accountant, die op zijn tijd ver
velend durft te zijn, dét zou ik in deze tijd ie
dere ondernemer en elk bedrijf toewensen'.
Dat zei de heer Mathot in de 'Bank in Beeld
Special' over kredietbeheer, die nu op de vi
deo van onze banken draait. Een rake type
ring van de lastige, maar in wezen mooie
taak van kredietbeheer.
Tijdvak van kredietbeheer? We ho
ren, lezen en zien er veel over. Te
recht, en die tijdvakstelling lijkt ver
dedigbaar. Maar neem zo 'n stelling wel met
een paar scheppen zout!
Wie na alles wat hij over kredietbeheer ge
hoord heeft, van het normale dagelijkse
werk tot de intensive-care-behandeling toe,
zo schichtig is geworden dat hij alleen nog
maar aan het 'beheren'en niet meer aan het
'verlenenvan kredieten zou denken, moet
die stelling maar helemaal vergeten. Im
mers, dat 'verlenenis en blijft ons eigenlijke
werk. Kredietbeheer en acquisitie zijn als
bankfuncties ook niet strijdig met elkaar. In
tegendeel, de eerste is de dienares van de
tweede. Zij komt eraan ten goede door aan
te geven hoe risico's te beheersen. Dat
woord 'risico' wordt tegenwoordig trou
wens veel te gemakkelijk vertaald als 'ver-
Hes'. Onjuist, want het duidt slechts op een
mate van onzekerheid, die positief of nega
tief kan zijn. Beheersing van risico's opent
de weg naar enerzijds het accepteren van ri
sico 's en anderzijds het bewust beperken er
van. Daarmee zitten we middenin het
hoofdstuk kredietverlening.
Niet toevallig! Want iedereen is het erover
eens, dat een gezonde opbloei van de kre
dietverlening voor maatschappij en bedrijfs
leven heilzaam zal zijn. Ook voor het bank
wezen, ook voor de Rabobanken. Met name
de binnenlandse kredietverlening toont over
de hele linie al enige tijd stagneringsver-
schijnselen.
De groei blijft achter bij de verwachtingen.
Natuurlijk zijn daarvoor tal van bekende oor
zaken aan te wijzen, maar er zijn alom, in ie
dere bedrijfstak, ondernemingen die goede
vooruitzichten hebben, 'ondernemers met
lef', die het financieren op verantwoorde
wijze waard zijn. Hier liggen de mogelijkhe
den voor een goed samenspel tussen onze
banken en het bedrijfsleven. Laten we in de
toekomst niet opnieuw de fout maken in een
bepaalde periode welk onderdeel dan ook
van het bankieren te verwaarlozen; alle
aspecten moeten tegelijkertijd en continue
onze aandacht hebben. De ondernemer die
begrijpt wat goed kredietbeheer voor ons
betekent, zal zich te meer met vertrouwen
voor de kredietverlening tot ons wenden.
Onzerzijds mag dat ook best gestimuleerd
worden! De financieringsmiddelen zijn aan
wezig, wij willen dat ze werkzaam zijn. En
dan denken wij vanouds niet in de eerste
plaats aan beleggen, maar aan het financie
ren van bedrijven en ondernemingen. Actie
ve belangenbehartiging!
Daarop moet de inspanning van onze ban
ken met kracht gericht zijn. Laten we intus
sen niet vergeten wat we nu over het kre
dietbeheer aan inzicht verkregen hebben,
maar dit aanwenden ten gunste van ons ei
genlijke métier: de kredietverlening. Nog
één keer, nu helemaal zonder korreltje zout:
het zou goed zijn als we in dit opzicht in de
naaste toekomst van het begin van een
nieuw en niet in tijd beperkt 'tijdvak'kunnen
spreken. Goed voor onze hele maatschappij.
JRH