y
WONING
PRIJS
WIJZER
□□I
Wat zijn de kenmerken?
37
De gedaalde huizenprijs en het gestegen
inkomen wegen ruimschoots op tegen het
toegenomen renteniveau. Dit geldt vooral
voor de duurdere woningen, die sterker in
prijs gedaald zijn dan de goedkopere hui
zen. Naast de financieringslasten kunnen
de bijkomende kosten van het wonen in de
beschouwing worden betrokken. Hoewel
deze - met name de energielasten - sterk
zijn gestegen, zullen de totale woonlasten
vermoedelijk geen groter percentage van
het budget vergen dan in 1978.
Wat de psychologische factor betreft is het
beeld minder gunstig. Deze factor is vrijwel
geheel terug te voeren op de grote onze
kerheid, die er momenteel heerst ten aan
zien van een aantal voor een koopbeslis
sing zeer belangrijke punten. Hierbij kan
met name gedacht worden aan de inko
mensontwikkeling. Vooruitzichten op het
inleveren van inkomen en een toegenomen
kans op werkloosheid maken velen huive
rig om voor lange tijd hoge(re) financiële
verplichtingen aan te gaan. Het gaat im
mers niet alleen om de vraag of de lasten
op basis van de huidige financiële positie
kunnen worden opgebracht, maar vooral
ook om de vraag of de lasten ook dragelijk
zullen blijven, als het inkomen in de toe
komst onverhoopt zou teruglopen.
Samenvattend kan worden gesteld dat de
ontstane financiële ruimte een aantal nieu
we kopers in de markt kan brengen, waar
door de basis wordt gelegd voor een door
gaande prijsstijging. Het tegenwicht van de
grote onzekerheid en de afnemende koop
kracht zal deze prijsstijging vermoedelijk
echter van een zeer bescheiden omvang
doen zijn.
Aan de opzet van de Rabobank-Woningprijswijzer is vrij veel programmeer- en sta
tistisch onderzoekwerk voorafgegaan. Hierbij zijn de auteurs in ruime mate ge
steund door de heren M. C. Huisman en H. Swenne van de activiteit Wiskundige
Applicaties.
De kern van de Rabobank-Woningprijswijzer wordt gevormd door het volgen van de
prijsontwikkeling per woningtype per regionaal gebied.
De gebiedsindeling is tot stand gekomen door vergelijking van de woningprijzen in
de verschillende provincies in het jaar 1981. Uit de uitgevoerde statistische toetsen
is gebleken dat het zinvol was - op grond van prijsverschillen tussen de provincies -
de volgende vier gebieden te onderscheiden:
1 Drenthe, Overijssel en Gelderland;
2 Noord-Brabant en Limburg;
3 Utrecht, Noord- en Zuid-Holland;
4 Groningen, Friesland en Zeeland.
Het laatstgenoemde gebied wordt vooralsnog niet in de woningprijswijzer opgeno
men, omdat het aantal waarnemingen er nog te gering is om een betrouwbare uit
spraak over de woningprijsontwikkeling te kunnen doen.
Bij de type-indeling wordt premiekoop nieuwbouw gevormd door de premiekoop A-
en premiekoop B-woningen. Deze omvatten in de huidige marktsituatie ruim drie
kwart van de totale nieuwbouw van koopwoningen. Met betrekking tot de bestaan
de woningen wordt opgemerkt dat de geschakelde woning zich van de twee-onder
een-kap onderscheidt door de wijze van aan elkaar bouwen.
Bij geschakelde woningen kunnen er meer dan twee woningen aaneengebouwd
zijn, maar door het verschil in uitvoeringsniveau kunnen ze niet aangeduid worden
als rijtjeshuis. Bij de vrijstaande woningen moet met name worden gedacht aan bun
galows, villa's, heren- en landhuizen.
Bij de nieuwbouw wordt met een prijs v.o.n. (vrij op naam) gewerkt en bij de be
staande woningen met een prijs k.k. (kosten koper). De ontwikkeling van de prijzen
wordt gevolgd met behulp van de mediaan. De mediaan wordt verkregen door de
waargenomen woningprijzen in volgorde van grootte te plaatsen en de middelste
waarneming te bepalen. Met andere woorden: de ene helft van de woningen is ver
kocht voor de mediane of een lagere prijs en de andere helft voor de mediane of een
hogere prijs. De mediaan lijkt beter dan het gemiddelde in staat de prijsontwikkeling
te beschrijven van de meest verkochte huizen. Dit geldt met name voor de typen vrij
staand en twee-onder-een-kap schakel, waarvan de mediane prijs veelal bedui
dend lager ligt dan de gemiddelde prijs.
De perioden omvatten telkens twee kwartalen, waarbij na het beschikbaar komen
van de nieuwe gegevens het oudste kwartaal wordt weggelaten en het nieuwe
wordt toegevoegd.
Onder de aanname dat de Rabobankcliënt als koper van een bepaald type woning in
een bepaald gebied niet afwijkt van de doorsnee koper in dat gebied, kan worden ge
steld dat de betrouwbaarheid van de uitkomsten varieert van redelijk tot zeer goed.
WONINGPRIJSOVERZICHT TWEEKAP EN SCHAKEL
Periode 1 april 1981 t/m 30 juni 1982
WONINGPRIJSOVERZICHT VRIJSTAAND
Periode 1 april 1981 t/m 30 juni 1982
C/>
c
0
-O
D
CD
C
0
"O
225
200
Noord-Brabant en Limburg
Drenthe, Overijssel en Gelderland
Utrecht, Noord- en Zuid-Holland
t
C
0
T3
D
O)
C
0
"O
225
200
Noord-Brabant en Limburg
Drenthe, Overijssel en Gelderland
Utrecht, Noord- en Zuid-Holland
0
N
'd
"O
c
C/>
175
150
c
0
N
'u
c
V)
175
150
Cl
0
C
0
"O
0
E
125
100
1i i i
Q.
0
c
0
T3
0
F
125
100
5®°
<b° fbN
y' nO*'
9)° ,1>N fi>°
grafiek 1
grafiek 2