Originele visie op geldmarkt en banken in Nederland overtollige middelen tijdelijk te beleggen. Het afdekken van kastekorten en het uit zetten van kasoverschotten vindt plaats in de geldmarkt. Wat voor de individuele bank opgaat, na melijk dat de eigen kaspositie te beïnvloe den valt, geldt niet voor de collectiviteit van het bankwezen. Als een individuele bank haar kaspositie weet te reguleren, betekent dit steeds dat bij een of meer andere ban ken per saldo een tegengestelde wijziging in de kaspositie optreedt. De geldmarkt moet derhalve gezien worden als een her- verdelingsmarkt. De totale omvang van de markt wordt bepaald door factoren die voor het bankwezen een niet te beheersen karakter hebben, zoals de hoeveelheid bankbiljetten in omloop (die immers wordt bepaald door de voorkeuren van het pu bliek), de betalingsstromen van en naar de schatkist en de deviezentransacties die De Nederlandsche Bank afsluit met het bank wezen. Wat dit laatste betreft, maakt Lin deboom het aannemelijk dat het initiatief tot dergelijke valuta-aankopen, die tot na venante wijzigingen in de rekeningen van de banken bij De Nederlandsche Bank lei den, steeds door De Nederlandsche Bank wordt genomen op grond van overwegin gen die voor de banken onbeïnvloedbaar zijn (bijvoorbeeld een ongewenste koers ontwikkeling van de gulden). Groei bankbiljettencirculatie In de loop van de jaren zeventig is de hoe veelheid bankbiljetten in omloop structu reel gegroeid. Op zichzelf is dat een nor maal verschijnsel, dat samenhangt met de ontwikkeling van de economische activi teit. Voor het bankwezen betekende dit echter een verslechtering van de collectie ve kaspositie, omdat van de beide andere factoren die deze positie bepalen onvol doende compenserende werking uitging. Met name De Nederlandsche Bank zou te genwicht aan deze situatie hebben kunnen bieden door vreemde valuta van de banken te kopen in ruil voor guldens. Hierdoor zou den de saldi op de rekeningen van de ban ken bij De Nederlandsche Bank (en daar mee hun collectieve kaspositie) weer zijn verbeterd. Omdat de positie van de gulden een dergelijke aankoop van vreemde valuta niet toeliet, is een situatie ontstaan waarin de banken steeds meer een beroep moes ten doen op de kredietfaciliteiten die door De Nederlandsche Bank ter beschikking werden gesteld. In de loop van de jaren zeventig heeft het geldmarktinstrumentarium van De Neder landsche Bank dan ook een duidelijke wij ziging ondergaan. Door het vaststellen van contingenten, die het gemiddeld toegesta ne beroep in een bepaalde periode aange ven en het daarnaast zo nodig verlenen van tijdelijke steun aan de banken in de vorm van speciale beleningen en/of dollar swaps, kan De Nederlandsche Bank de geldmarktsituatie en de rentevorming al daar effectief beïnvloeden. In dat licht be zien is het niet verwonderlijk dat het instru ment van de discontowijziging enigszins aan waarde heeft ingeboet. Discontowijzi gingen zijn tegenwoordig meestal niet meer dan aanpassingen aan de rente-ont wikkeling, die achteraf plaatsvinden. Volgens Lindeboom zou in de loop van de jaren tachtig wel eens een andere situatie kunnen ontstaan. De groei van de bankbil jettencirculatie is inmiddels vrijwel tot staan gekomen. Bovendien neemt de gul den een fundamenteel sterke positie bin nen het EMS in die samenhangt met het thans bestaande overschot op de beta lingsbalans en de relatief lage inflatie in ons land. Wanneer deze factoren zich in de toekomst zouden blijven voordoen en De Nederlandsche Bank op grond van EMS- afspraken regelmatig gedwongen zou zijn tot aankoop van vreemde valuta, zou de collectieve kaspositie van het bankwezen in de toekomst weieens kunnen verbete ren. Belangrijke constateringen Omdat het in het korte bestek van dit arti kel niet mogelijk is om een zo omvangrijk onderwerp als het functioneren van de Ne derlandse geldmarkt uitputtend te behan delen, besluiten we met twee belangrijke constateringen die Lindeboom in zijn proefschrift doet. In de eerste plaats is dat de opmerking dat kredietverlening een zo danige fundamentele commerciële functie van het bankwezen is, dat de verslechte ring van de kaspositie geen (zoals zo vaak in de literatuur wordt verondersteld) knel punt heeft gevormd voor de kredietverle ning. In plaats van de kredietkraan dicht te draaien, heeft het bankwezen zich in een hevige concurrentiestrijd om de creditgel- den, zoals termijndeposito's, gestort. De tweede belangwekkende constatering van Lindeboom is dat een individuele bank weliswaar haar eigen kaspositie kan beïn vloeden, maar dat dit niet opgaat voor het collectieve bankwezen. Een zelfde conclu sie bereikt Lindeboom ten aanzien van het netto buitenlands actief van het bankwe zen (dat is de netto vorderingenpositie ten opzichte van niet-ingezetenen). Dit uiterst specialistische onderwerp is hier overigens buiten beschouwing gela ten. Een en ander komt niet overeen met opvat tingen die tot nu toe veelal werden verkon digd in kringen van wetenschappers en monetaire autoriteiten waarin aan het ge zamenlijke bankwezen grotere bewe gingsvrijheid werd toegekend. Door ban kiers is het bestaan van een dergelijke be wegingsvrijheid overigens altijd met een zekere mate van stelligheid ontkend. Conclusie Geconcludeerd mag worden, dat Linde boom in zijn boek, dat in de NIBE/Kluwer publikatiereeks als nummer 44") is ver schenen, blijk geeft van een originele vi sie op het functioneren van de Neder landse geldmarkt. Het boek kan dan ook een belangrijke bijdrage leveren aan een uitbreiding van de kennis van en het in zicht in deze fascinerende materie. Voor een eerste kennismaking met het feno meen geldmarkt is het wellicht wat minder geschikt. In dat geval zou men beter zijn voordeel kunnen doen met de in simpele bewoordingen geschreven brochure 'Geld- en kapitaalmarkt', die de activiteiten Algemeen Economisch Onderzoek en Creditgelden in januari 1982 het licht hebben doen zien. Het boek is verkrijgbaar bij het NIBE ot bij de boek handel. De prijs is f 46,-. Bestelling op naam van de bank bij het NIBE geeft recht op een korting van 20%.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 28