Aandelen in 1980/81 van de verschillende landen (groepen) in de export van: verse bloemen en zuivel groenten en planten fruit West-Duitsland 60 66 18 Groot-Brittannië 14 4 4 Frankrijk 8 10 5 Rest EEG 8 6 12 Overige landen 10 14 61 Totaal 100 100 100 (f 2,4 mrd.) (f 2 mrd.) (f 8,5 mrd.) lands-Duitse handelsgebeuren bewerkt. Zulks geldt met name voor de met de agra rische sector verbonden cliëntenkring. Im mers, ongeveer 30 van de totale agrari sche export van ons land gaat naar Duits land. Ook in 1981 werd ondanks de economi sche teruggang in Duitsland een verbluf fend gezonde groei van de agrarische ex port van Nederland naar Duitsland gereali seerd. Deze export naar Duitsland bedroeg toen f 1 2 miljard. Die gunstige ontwikkeling is vooral de dan ken aan het feit dat de Nederlandse land en tuinbouw in het algemeen massa-pro- dukten en geen (duurdere) delicatessen le vert. Ook om deze redenen wordt in de nabije toekomst geen inbreuk op de agrarische export naar Duitsland verwacht. Dat geldt niet zonder meer voor andere producenten van Nederlandse produkten. In de periode 1 974-1 980 zagen chemica liën, machines, transportmiddelen, grond stoffen, halffabrikaten en overige indus triële produkten hun marktaandeel aan ge ne zijde van de grens verloren gaan. In dit tijdsbestek liep het aandeel van de Neder landse export in de totale import van West- Duitsland terug van 1 1,6% naar 8,3%. Slechts de (Nederlandse) land- en tuin- bouwprodukten wisten het hoge aandeel van 22 in de totale invoer van voedings middelen naar Duitsland te handhaven. Afzetmogelijkheden, meer inventiviteit nodig Wat de toekomstige afzetmogelijkheden van niet-agrarische produkten in Duitsland betreft zal het Nederlandse bedrijfsleven, naar opvatting van de Nederlands-Duitse Kamer van Koophandel, moeten zorgen voor: matiging bij de prijsstijging van hun pro dukten; verbetering van de kwaliteit; hogere flexibiliteit in onderhandelingen; een actieve(re) marketing in Duitsland. Zeker het laatstgenoemde aspect vereist bijzondere aandacht en inspanningen. Ne derlandse bedrijven hebben in de afgelo pen decennia de Duitse mark al$ een soort verlengde (Nederlandse) binnenmarkt be schouwd. Menig bedrijf volstond met één of enkele (grote) afnemers in de nabijheid van de Ne derlands-Duitse grens en liet aan deze (Duitse) importeur de marketingpromotie, verkoop en distributie van zijn produkten in Duitsland over. Daardoor is het directe contact met de markt in Duitsland niet tot stand gekomen of allengs verloren gegaan. Japanse, Italiaanse, Britse, Amerikaanse en Franse producenten hebben eigen ver koopmaatschappijen in Duitsland geves tigd, de markt zelf bewerkt en zijn niet of minder afhankelijk van importeurs, wier binding met het produkt veelal uitsluitend wordt bepaald door verkoopbaarheid, winstmarges en provisies. Het is voor Nederlandse exporterende be drijven alleszins het overwegen waard de promotie en verkoop van hun produkten sterker in eigen hand te nemen en het ge zichtsveld in richting van Zuid-Duitsland te verruimen. De opkomst van technologi sche bedrijfstakken heeft een zekere ver schuiving van het economische zwaarte punt van Noordrijn-Westfalen naar de zui delijke deelstaten Baden-Würtemberg en Beieren teweeg gebracht. In Beieren werd in de jaren zeventig een vijfde van alle bru- to-investeringen van het Duitse bedrijfsle ven geconcentreerd. Produktief kapitaal werd gevormd in de sectoren elektrotech nische industrie, diensten en handel, als mede in de textiel-, voedings- en genot middelenindustrie. In de laatste jaren werd bovenal fors geïnvesteerd in en door de machine- en automobielindustrie. In Baden-Würtemberg beheersen even eens de elektrotechniek, machine-indu strie, alsmede handel en dienstverlening het investerings- en produktiebeeld. De concentratie van de modernere bedrijfs takken in de zuidelijke deelstaten heeft er toe geleid, dat aldaar een verhoudingsge wijs forse reële economische groei werd gerealiseerd. Het moge enigszins bevreemden, dat, on danks klaaggezang over de verslechteren de betalingsmentaliteit en moraliteit in binnen- en buitenland, Nederlandse ex porteurs groot vertrouwen stellen in hun Duitse afnemers. Niet zelden wordt licht vaardig geleverd aan onbekende afne mers, zonder dat vooraf leveringsvoor waarden zijn bepaald en/of worden cheques aanvaard waarvan men niet weet of deze wel gedekt zijn. Leveringsvoorwaarden en eigendomsvoorbehoud Ten einde teleurstellingen bij de afwikke ling van handelstransacties of bij de uit spraakvan de (Duitse) rechter - indien het tot een geschil komt - te voorkomen dient slechts geleverd te worden tegen leve ringsvoorwaarden. Uitdrukkelijk moet worden gesteld en ver meld dat leveringsvoorwaarden van toe passing zijn. Dit dient te geschieden door, hetzij de tekst af te drukken op de achter zijde van de koopovereenkomst mits op de voorzijde hiernaar duidelijk wordt verwe zen, of door onder op het briefpapier naar de leveringsvoorwaarden als onderdeel van de koopovereenkomst te verwijzen. De leveringsvoorwaarden dienen dan te za- men met de koopovereenkomst te worden opgestuurd. Voorts moet worden vermeld, dat leveringsvoorwaarden die elders zijn gedeponeerd (rechtbank, handelsregister) van toepassing zijn. In goede leveringsvoorwaarden is het eigendomsvoorbehoud opgenomen. Im mers, indien het niet is opgenomen, gaat de eigendom bij levering over naar de ko per, ongeacht of deze betaald heeft of niet. Het is zelfs mogelijk het eigendomsvoor behoud te verbreden. Het geldt dan zo lang de koper niet alleen de koopprijs heeft be taald, maar ook rente en kosten die ver band houden met de levering. Cheques Nederlandse exporteurs, vooral in de groente-, fruit- en bloemensfeer, leveren goederen naar Duitsland tegen acceptatie van cheques, waarvan men vaak niet weet

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 25