benadrukken, dat goede ondernemers geen drempelvrees hebben. Zij laten zich niet van de wijs brengen door allerlei richt lijnen van de overheid, die vaak meer op het maatschappelijk belang dan op het on dernemersbelang zijn gericht. Niet dat al deze richtlijnen zinloos zijn! Integendeel, er zijn veel goede overheidsregelingen en subsidies. Een broodnodige sanering kan echter geen kwaad, hetgeen de overheid nu zelf ook inziet. Ondernemen doe je zelf. Een incidentele duw in de rug door de overheid is welkom, echter geen continue steun. Dus op eigen benen staan. Deze zelfstandigheid impli ceert ook een flexibel bedrijfsleven. In deze tijd van vernieuwing en aanpassing past geen starheid. Starheid leidt namelijk tot ondergang. Een gezond bedrijfsleven telt starters, blijvers en afvallers. Een levenscy clus, die wij als maatschappij niet moeten verstarren. Wij hebben te lang het stopzetten van niet- efficiënte produktieprocessen in stand ge houden. Veel geld in het water gegooid omwille van hét korte-termijneffect. Dit geld had beter besteed kunnen worden aan nieuwe activiteiten, of aan de gezonde activiteiten van een onderneming, nadat de in efficiënte produktietakken zijn afgesne den. In het recente verleden is stervensbegelei ding en stervensuitstel door elkaar ge haald. Wellicht een harde vergelijking, maar de zuurstoftoevoer naar sommige bedrijven is veel te lang gehandhaafd. Daar is deze zuurstof te schaars voor. Nu zitten wij dan ook in een periode met een inhaal effect wat sanering betreft. De steun die (te) veel bedrijven hebben ontvangen van de overheid kan vaak con currentievervalsend werken. Dit geldt ze ker voor specifieke steun. Daarom kan de overheid beter met een generiek beleid voor de dag komen. Voorlichting '001' De huidige ondernemers en de potentiële ondernemers zullen wel hun gezichtsveld moeten verruimen en zonodig direct ge bruik maken van allerlei adviesinstanties om onnodige brokken te voorkomen. Dat er in het verleden te weinig gebruik is ge maakt van deze adviesinstanties, mag niet alleen in de schoenen van de ondernemers geschoven worden. In feite is het een woud van instanties, regelingen, subsidies en vergunningen geworden, dat de onderne mer eerder kopschuw maakt dan nieuws gierig. Vandaar dat het echt tijd wordt dat dit woud uitgedund wordt en tot een over zichtelijk geheel wordt gemaakt. Dit kan niet binnen een paar maanden geschieden. Rekening zal moeten worden gehouden met gevestigde belangen en met overal aanwezige kennis die niet verspild mag worden. Met andere woorden, geen kinde ren met het badwater weggooien. Een reorganisatie kost dus tijd. Tijd die on dernemers in feite niet meer hebben. Van daar een overgangsoplossing. Er zijn na melijk in ons land heel wat bijzondere tele foonnummers, zoals 008 (informatie bin nenland), 002 (tijdmelding) en 004 (klan tendienst PTT). Waarom geen inlichtin gennummer voor ondernemers, voor star ters en gevestigden? Via dit nummer, bij voorbeeld 001, waar men met zijn onder nemersproblemen in eerste instantie te recht kan, wordt men dan verwezen naar de organisaties die voor het betrokken pro bleem geëquipeerd zijn. Een telefonische wegwijzer, dus die moet blijven functione ren totdat het woud weer te overzien is. Conclusie Het midden- en kleinbedrijf, waar bijna de halve beroepsbevolking werkt, heeft het moeilijk. Gezien de belangrijke sociaal- economische functie van het midden- en kleinbedrijf is speciale aandacht van de overheid gewettigd. Toch zal de onderne mer zelf aan het werk moeten. Hij zal wel op tijd '001' moeten bellen om onnodige brokken te vermijden. vaart, ondervond de invloed van ongunsti ge prijs- en afzetontwikkelingen, zowel in binnen- als buitenland. De vijftig branches, die dit jaar in onze bro chure Cijfers Trends zijn behandeld, ge ven in grote lijnen hetzelfde beeld weer. Bij 14 branches kon weliswaar van een goed resultaat worden gesproken, zoals bij de juweliers, de groothandel in groenten en fruit, de groothandel in bloemkwekerijpro- dukten, de kappers en de landbouwme- chanisatiebedrijven. Het merendeel echter liet een resultaat zien dat min of meer te wensen overliet. Toch dient hier met na druk te worden vermeld, dat in goede bran ches slechtlopende bedrijven voorkomen en in slechtrenderende branches goede bedrijven. In dit laatste geval hebben wij Bedrijfsresultaat van de 50 branches uit Cijfers Et Trends goed redelijk stabiel matig slecht aantal branches ~r 10 15 20 met zeer goede ondernemers te maken. De geschetste gang van zaken had vanzelf sprekend ook invloed op de werkgelegen heid. Het arbeidsvolume nam met 5% af, hetgeen laat zien dat het midden- en klein bedrijf niet alléén de oplossing kan bieden voor de huidige economische crisis. Qua inkomensontwikkeling wordt er mo menteel overal ingeleverd. Het inleveren door het midden- en kleinbedrijf slaat ech- teralles met een daling van het overig inko men - ruwweg te vergelijken met de (fisca le) nettowinst - in de detailhandel met 16% en in het vervoer met 14%. Het ge middeld overig inkomen per zelfstandige in het totale midden- en kleinbedrijf nam nominaal af met 9W Voor het reëel be schikbare inkomen van een zelfstandige resulteerde zo een daling van 1 1 Vi

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 15