13
standig werkwoord'. Gewerkt zal er moe-
ten worden. Dit houdt ook in 'geen tegen
werking'. Niet van de centrale en niet van
de lagere overheid. Juist in deze tijd, die
veel nieuwe ondernemers nodig heeft,
moet de overheid een klimaat scheppen
dat ondernemersvriendelijk is en dat en
thousiasme losweekt bij potentiële onder
nemers en uitstraalt bij reeds gevestigde
ondernemers. De maatschappij moet mis
lukkingen niet meteen veroordelen. Onder
nemen is risico nemen.
Al slagen van de 10 nieuwe ondernemers
er maar 3, uiteindelijk zal de werkgelegen
heid toch uitgebreid worden.
Ondernemen wordt met de dag moeilijker.
Ook in de midden- en kleinbedrijfsector. In
de hoogconjunctuur van gisteren werd een
fout van vandaag morgen weer goedge
maakt. Nu wordt zulk een fout echter met
een afgestraft. Deze ontwikkeling eist haar
tol. Vreemd is het echter, dat sluitingen en
faillissementen in het midden- en kleinbe
drijf veel minder de landelijke pers halen,
dan de rampspoeden van de grote bedrij
ven. Wellicht zijn ze te weinig spectaculair
voor de pers, terwijl juist wordt beweerd,
dat het midden- en kleinbedrijf een bron
van nieuwe werkgelegenheid kan en moet
zijn. Deze laatste constatering kan ook be
waarheid worden. Erzijn namelijkzeer vele
goede ondernemers in het midden- en
kleinbedrijf. Ondernemers, die weten dat
In feite mogelijkheden te over, waar dan
ook al ettelijke vellen papier over vol zijn
geschreven. Het moet echter niet bij schrij
ven alleen blijven. Niet voor niets is de titel
van dit artikel 'Ondernemen is een zelf-
zelfstandige ondernemers leiden, hetgeen
een versterking van het midden- en klein
bedrijf kan betekenen, mits deze nieuwe
generatie ondernemers goed opgevangen
wordt.
Aandeel van kosten en winsten in de afzet van bedrijven 1
1979
1980
1981
Lonen (inclusief toegerekend loon)
39,2
38,4
36,9
Invoer
35,0
36,7
37,2
Indirecte belastingen minus subsidies
6,9
6,9
6,7
Afschrijvingen
6,5
6,6
6,9
Betaalde rente
6,4
6,7
7,1
Overig inkomen delfstoffenwinning 2)
3,3
3,6
4,9
Rest overig inkomen
2,7
1,1
0,3
Totaal
100,0
100,0
100,0
exclusief banken
2) vóór aftrek van (eventueel) betaalde rente
Bron: Centraal Economisch Plan 1982
daalde het winstinkomen tot gemiddeld
bijna nihil.
Oorzaken waren onder meer sterk toege
nomen rentelasten en hogere energieprij
zen ten gevolge van de waardestijging van
de dollar. Daarnaast maakte de scherpe
concurrentie zowel op de binnenlandse als
de buitenlandse markt doorberekening van
de kosten, geheel of gedeeltelijk, niet altijd
mogelijk.
Het beeld voor 1 982 is op het moment van
schrijven van dit artikel nog onzeker.
Vooralsnog kan in ieder geval worden uit
gegaan van voortgaande ombuigingen op
de overheidsbegroting ten einde het finan
cieringstekort niet in dubbele cijfers te
hoeven schrijven.
Het bedrijfsleven zal gestimuleerd worden
door het opstarten van de Maatschappij