Dit opschrift lijkt ons terecht. Natuurlijk zijn er andere typeringen van Van Ogtrop te geven; we hoeven slechts te denken aan de voortreffelijke wijze waarop hij zijn hui dige functie van plaatsvervangend voorzit ter en lid van het presidium van de hoofd directie vervult. Maartoch, het bankier-zijn is kenmerkend voor Van Ogtrop. Daarvoor werd hij indertijd, op 1 januari 1965, ook bij de centrale bank Eindhoven tot direc teur benoemd. Hij bracht een jarenlange bankierservaring in, opgedaan bij De Java- sche Bank in Indonesië en vervolgens in verschillende functies bij De Nederland- sche Bank. Nu moet men niet menen, dat Van Ogtrop één van die gortdroge, spijkerharde ban kiers zou zijn, zoals ons vaak in romans of films worden afgeschilderd. Van Ogtrop lijkt er niet op! Een zeer geestig man, een briljant causeur, die ook altijd achter zijn mensen staat omdat hij met hen meevoelt en zich in hun problemen inleeft. Zijn op merkelijke scherpzinnigheid gaat gepaard met een groot gevoel voor humor. De 'bon mots' van Van Ogtrop zijn befaamd. In de loodzware ernst van het bankbedrijf brengt hij als het even kan graag iets speels: 'Och, ik heb nu eenmaal de vervelende eigen schap, in elke situatie waar nog een lach in zit, het serieuze van het dagelijkse leven even door te prikken.' Wie Van Ogtrop nooit in die rol heeft mee gemaakt, moet beslist eens dat boek lezen, dat hij geschreven heeft, 'Bridge met een praatje'. Je hoeft er geen fervent bridger voorte zijn, zoals Van Ogrop zelf is. Wie de spelregels van het bridgen kent zal op haast iedere bladzij een glimlach of een schaterlach laten zien. Eijne humor met een hele grote dosis zelfspot! Een van de hoofdstukjes begint als volgt: 'Reeds als leerling van de middelbare school had ik in het verzinnen van smoesjes grote bedre venheid.' Zo'n uitdrukking wijst op het speelse en het vermogen om ook zichzelf in het ootje te nemen. Dat is de ene kant van Van Ogtrop. De andere kant is, dat hij problemen, die hij in zijn werk voorgelegd kreeg, altijd buiten gewoon serieus heeft opgevat. Dat kwam vooral tot uiting in zijn werk als voorzitter van de kredietcommissie. Daar heeft hij een uitstekende reputatie opgebouwd. Als we hem dit zeggen, blijkt een nog ander anderingen sindsdien geweten; in 1975 werd hij benoemd tot directeur van decen trale bank! De kern van de verhouding tussen aange sloten banken en centrale bank is voor Van der Linden dat de laatste aan de eerste een toegevoegde waarde moet leveren. 'Het mag nooit een verhouding zijn van gebod en verbod alleen: de centrale bank moet iets extra's erbij brengen. De inhoud daar van varieert echter en wat we toevoe gen verandert ook in de loop van de tijd. Toen we bijv. indertijd met 'Publiciteit' be gonnen moest je eerst de grondbeginselen duidelijk maken. Dat is toevoegen. Zijn de banken dat na een aantal jaren meester, dan kunnen wij onze inspanningen vermin deren. Er komen dan weer andere dingen naar voren, bijv. de interne organisatie, de hele marketing benadering of het balans dat sinds we door de fusie zo'n groot appa raat gekregen hebben wel minder gewor den.' 'Ik geloof in de mogelijkheid om zeifacties te doen en daarbij je mensen te betrekken. Dat kon je vroeger in Eindhoven en het ligt ook in mijn aard. Ik ben ook nogal een on geduldig type wat dat betreft en dagen of jaren praten over een probleem is mij niet gegeven. Ik begrijp echter wel dat het in een grote organisatie als de Rabobank ge compliceerder zal liggen: je moet met veel meer aspecten rekening houden en er zijn veel meer heilige huisjes die je moet ont zien. Als ik het eens zo mag zeggen: ik heb de oude werksfeer die we in Eindhoven hadden bij Van Lanschot als het ware te ruggevonden. Omdat die bank kleiner is (800 personeelsleden) zijn de dingen daar als het ware vaker stante pede, recht streeks te realiseren. Bij de Centrale Rabo bank zou dat veel meer tijd en overleg eisen.' De mentaliteit van Van Lanschot tegenover de cliënten vindt Sonnenschein niet zoveel anders dan bij onze banken. Van Lanschot is dan ook de commerciële bank die zich al ver voor haar concurrentie in de retailmarkt geïnteresseerd heeft. Zijn er wrijvingen en problemen tussen Van Lanschot en de aangesloten banken? 'Dat is enorm mee gevallen. In die vier jaar zijn er, naar ik meen, slechts twee klachten over Van Lan schot binnen gekomen en ook maar een stuk of twee over de aangesloten banken. Wat dat betreft is de symbiose van Rabo bank en Van Lanschot uitstekend ver lopen.' De doe-er Sonnenschein is één der aller- eersten geweest die onder ons met auto matisering bezig gingen. 'De eerste com putercursus heb ik in 1958 gevolgd. We waren er naar verhouding vroeg bij, onge veer op het moment waarop het rendabel begon te worden.' Hij verwacht o.a. door de opkomst van het nationaal betalings circuit toch wel belangrijke veranderingen voor banken, die veel in de retailsector doen. De grootste veranderingen ziet hij echter aan de kassa's van (grote) winkel bedrijven, die door z.g. 'point of sales ter-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 9