Afscheid in drievoud
i
Van Ogtrop: de bankier
8
Deze zomer zien we
drie bekende figuren
vrijwel gelijktijdig uit
onze kring ver
trekken. Het zijn de
heren drs. J. A. van
Ogtrop, drs. G. A. A.
van der Linden en
L. J. H. M.
Sonnenschein RA. Na
jarenlang verbonden
te zijn geweest aan
Rabobank Nederland
leggen zij hun
functies neer wegens
het bereiken van de
daartoe gestelde
leeftijdsgrens.
Naar aard en aanleg
zijn deze drie zeker
niet aan elkaar gelijk,
zij hebben zich ook
op heel
verschillend terrein
binnen ons bedrijf
ontplooid, maar ieder
van hen heeft met de
ander gemeen, dat hij
tot de bouwers van
de huidige
Rabobankorganisatie
gerekend mag
worden, leder heeft
zich in zijn werk
'Rabomangevoeld
en vandaar uit zijn
beste krachten aan
ons bankbedrijf en
organisatie gegeven.
Deze drie te zamen
zijn een voorbeeld
van de
geschakeerdheid en
tegelijk van het
samenbindende in
onze organisatie,
zoals die de laatste
decennia als
voortzetting van een
lange historie
geworden is.
1 w
Van der Linden: de organisatieman
Sonnenschein: de organiseerder
f*
I h
Van de drie afscheidnemers is Van der
Linden ongetwijfeld de bekendste in de
wijde kringen van onze organisatie. Hoe
vaak zal men in den lande hem wel niet ge
durende zijn meer dan 26-jarige loopbaan
op besprekingen en vergaderingen hebben
zien verschijnen? Als er één is, die het rei
len en zeilen in onze organisatie begeleid
en waar nodig geleid heeft, dan was het
Van der Linden.
En daar was hij de juiste man voor! Hij
kreeg vertrouwen, omdat hij vertrouwen
wekte. Hij kende zijn mensen en zij hem. In
de altijd subtiele verhouding tussen cen
trale bank en aangesloten banken en ook
tussen de banken zelf, stond Van der Lin
den de weg helder voor ogen, maar om die
weg te begaan gebruikte hij steeds het
middel van de overreding.
Dat is hem als rasechte bankcoöperator op
het lijf geschreven. Van der Linden nam er
ook de tijd voor, vooral omdat hij achter de
ad hoe kwestie naar de verdere toekomst
keek. Dank zij die echte Rabo-aanpak zijn
we zonder ongelukken de weg van regio
nalisatie en de bankadviseurs opgegaan.
De gedachten daarover zijn aan het brein
van Van der Linden ontsproten. Twee din
gen, die met vele andere, de loopbaan van
Van der Linden voor de hele organisatie tot
een zeer waardevolle maken.
Zijn carrière weerspiegelt dat terecht. Hij
kwam in maart 1956, toegevoegd aan de
Hoofdinspectie. 'Je kon je eigen werk ma
ken en pakte maar van alles aan. Het ba
lanstotaal van de hele Eindhovense Boe
renleenbank was 500 miljoen en er wa
ren in de organisatie maar drie full time
kassiers.' Van der Linden heeft van de ver-
Doordat de laatste van de drie, Sonnen
schein, al op 1 augustus vertrekt en niet
zoals de andere twee op 1 september, mist
deze op een maand na zijn 25-jarig ju
bileum in dienst van de centrale bank.
Sonnenschein is dan ook een geval apart.
Zijn officiële titel is 'directeur algemeen
adviseur van de hoofddirectie' maar in juli
1 978 trad hij toe tot de Raad van Bestuur
van 'Van Lanschot'. In dit jaar had nl. de
centrale bank een niet gering belang in
Van Lanschot verworven. De bedoeling is
dat Sonnenschein nog een jaar zijn functie
bij Van Lanschot blijft vervullen, maar de
dienstverhouding met de centrale bank
wordt nu overeenkomstig de regels ver
broken.
Van Lanschot betekende de zoveelste
functieverandering-uitbreiding in de als
accountant begonnen carrière van Son
nenschein bij de centrale bank. En nog wel
iets meer ook. Laten we eerst zeggen, dat
Sonnenschein zijn sporen in onze organi
satie dubbel en dwars verdiend heeft. Wie
onze eigen grote-fusietijd beleefd heeft,
weet dat er in die jaren bijna geen commis
sie was of Sonnenschein zat er in! Dat is
ook zijn element. 'Ik heb er altijd een gru
welijke hekel aan gehad om met één vak
bezig te zijn. Ik voel me het beste thuis als
ik van het ene vakgebied naar het andere
kan switchen, liefst 6 a 7 keer per dag.
Daar heb ik nu bij Van Lanschot alle gele
genheid voor. Bij de Centrale Rabobank is